1/38
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Circulaire economie
Economie waarbij grondstoffen en afval vrijwel volledig worden hergebruikt.
Duurzame stad
Een stad die energieneutraal is en afval hergebruikt, zodat toekomstige generaties er goed kunnen blijven leven.
Energietransitie
Overgang in het gebruiken van fossiele naar hernieuwbare energie.
Grootstedelijke functies
Activiteiten in bedrijvigheid, openbaar bestuur, kennis, cultuur en recreatie, waarvan de bevolking in de wijde omtrek van steden gebruikmaakt.
Landschapsvervuiling
Aantasting van de harmonie in het landschap of uitzicht door plaatsing van objecten.
Milieuvervuiling
Aantasting van de omgeving als gevolg van menselijke activiteiten, door afvalstoffen, geluid, licht, straling en dergelijke.
Reikwijdte
De afstand die klanten willen afleggen voor een voorziening.
Smart city
Een stad die maximaal gebruik maakt van digitale technologie: computers en internet.
Verzorgingsgebied
Gebied rond een voorziening waarin de meeste mensen gebruikmaken van die voorziening.
Voorzieningenniveau
Het aantal en de kwaliteit van diensten, goederen en activiteiten (in een plaats).
Belevingseconomie
Economie waarbij de uitstraling van een product of dienst meer waard is dan de inhoud.
Creatieve stad
Een stad met veel werkgelegenheid in creatieve beroepen.
(Demografische) Krimp
Daling van het aantal inwoners in een gebied.
Drempelwaarde
Het minimum aantal klanten of gebruikers waarbij een voorziening nog rendabel is.
Kenniseconomie
Een economie die gebaseerd is op hersenkracht en dienstverlening.
Sciencepark
Bedrijventerrein met kennisintensieve bedrijven, die vaak samenwerken met een universiteit (ook: campus).
Bestemmingsplan
Juridisch document waarin staat wat de gebruiks- en bouwmogelijkheden zijn voor een gebied.
Nationale Omgevingsvisie/NOVI
Beleidsstuk van de Rijksoverheid waarop de ruimtelijke ordening gebaseerd wordt.
Ruimtelijk beleid
De plannen van de overheid voor het gewenste huidige en toekomstige gebruik van de ruimte in Nederland.
Ruimtelijke ordening
Alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte: 'Wat mag waar?'
Gentrificatie
Het proces waarbij een oudere wijk steeds meer woningen opknapt worden, waardoor er mensen met een hoger inkomen komen wonen; hierdoor stijgen de huizenprijzen en het voorzieningsniveau in de wijk.
Groeikern
Door het Rijk aangewezen gemeente waar grootschalig en laagbouw gebouwd werden om suburbanisatie op te vangen.
Herstructurering
Het slopen van slechtere huurwoningen en de nieuwbouw van duurdere koopwoningen.
Stadsvernieuwing
Het verbeteren van de kwaliteit van de woningen door de overheid (circa 1980-1990).
Transformatie
Aanpassingen van de bebouwing en infrastructuur in een gebied waarbij het gebied nieuwe of meerdere functies krijgt.
VINEX
Afkorting voor Vierde Nota Extra, een beleidsdocument van het Rijk over de ruimtelijke ordening uit 1991.
Bewonerskenmerken
1 leeftijd; 2 inkomen; 3 huishoudenstype
Huishoudenstype
Het aantal mensen in en de samenstelling van de bewoners van een woning.
Openbare ruimte
Ruimte die er voor iedereen is, maar die soms van niemand lijkt te zijn.
Wijk- en buurtprofiel
De belangrijkste kenmerken van een bepaalde buurt samengevat: bewonerskenmerken, woningkenmerken en de inrichting van de openbare ruimte.
Woningkenmerken
1 ouderdom van de woning; 2 eigendom; 3 woningtype
Objectieve sociale veiligheid
De veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie is geteld.
Onderhoud
Mate waarin de openbare ruimte tijdig wordt opgeruimd en hersteld.
Overzichtelijkheid
Een goede inrichting en indeling van de openbare ruimte.
Sociale cohesie
De bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in een buurt, elkaar te informeren en te helpen.
Sociale veiligheid
De bedreiging van de veiligheid die van binnen de samenleving komt, zoals misdrijven en overtredingen tussen burgers onderling.
Subjectieve sociale veiligheid
Het gevoel dat mensen in een buurt hebben over de veiligheid.
Toegankelijkheid
Ook kwetsbare mensen kunnen gebruikmaken van de openbare ruimte.
Toezicht
Aanwezigheid van een aanspreekpersoon in de openbare ruimte.