Scheikunde begrippen H16

koolhydraten

sacharide/suiker

vet

combinatie van glycerol met vetzuren, vaak een triglyceride

onverzadigd vetzuur

een vetzuur met minimaal één dubbele binding

verzadigd vetzuur

een vetzuur zonder dubbele bindingen en met het maximale aantal waterstofatomen op de koolstofketen

essentieel vetzuur

een vetzuur dat door voedsel opgenomen moet worden

enzym

biokatalysator

peptidebinding

een amidebinding tussen twee aminozuren

hydrolyse

het tegenovergestelde van een condensatie reactie, een chemische reactie waarbij een molecuul wordt gesplitst door toevoeging van water.

eiwitstructuren

hoe een eiwit eruitziet in de ruimte, op verschillende niveaus

primaire structuur

aminozuurvolgorde

secundaire structuur

structuur van de polypeptideketen

tertiaire structuur

ruimtelijke bouw van een polypeptide/eiwit

quartiaire structuur

3D-structuur van eiwitcomplex gevormd uit meerdere subunits

denatureren

het verbreken van waterstofbruggen door de verhoging van temperatuur waardoor een polypeptide zijn secundaire structuur verliest

DNA

Deoxyribonucleic acid/Deoxyribonucleïnezuur

RNA

Ribonucleic acid/Ribonucleïnezuur

coderende streng

bevat de genetische codes voor de productie van eiwitten

mattrijsstreng

deze streng wordt afgelezen door RNA-polymerase en vervolgens worden vrije ribonucleotiden aan de matrijsstreng gebonden, als de mRNA-streng klaar is, wordt deze losgelaten

transcriptie

de nucleotidevolgorde van DNA wordt overgeschreven naar mRNA

translatie

de sequentie van een mRNA-streng wordt gebruikt voor synthese van een eiwit

codon

een groepje van drie nucleotiden, een triplet, die codeert voor een aminozuur