Psychologie - Motiverende gespreksvoering

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/34

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

35 Terms

1
New cards

Wat is motiverende gespreksvoering

Een op samenwerking gerichte gespreksstijl

Versterkt iemands motivatie en bereidheid tot verandering

2
New cards

Vier basishoudingen van motiverende gespreksvoering (MVG/MI)

Acceptatie

Samenwerken

Compassie

Evocatie

3
New cards

Acceptatie bij MVG is

Onvoorwaardelijke acceptatie en erkenning van de autonomie van de client

4
New cards

Samenwerken bij MVG is

Gelijkwaardige samenwerking tussen client en hulpverlener

5
New cards

Compassie bij MVG is

Het welbevinden van de client staat voorop

6
New cards

Evocatie bij MVG is

zoeken naar interne drijfveren van de client

7
New cards

Wat zijn de vier processen van MVG

  1. Verbinden: Contact maken met de cliënt.

  2. Focussen: Richting bepalen in het gesprek.

  3. Oproepen: Uitnodigen tot verandertaal.

  4. Plannen: Samen een plan maken voor verandering.

8
New cards

Wat zijn de basistechnieken van MVG?

ORBS

O: Open vragen

R: Reflectie

B: Bevestigen

S: Samenvatting

en soms ook: I: Informatie geven

9
New cards

Wat is het doel van reflectie in MVG?

Reflectie is een onderbouwde gok waarbij je interpreteert wat de cliënt heeft gezegd. Het helpt om de cliënt beter te begrijpen en verandertaal uit te lokken. Kenmerken van een goede reflectie zijn: kort, neutraal, stellend en beredeneerd.

10
New cards

Wat is het verschil tussen een compliment en een bevestiging in MVG?

  • Compliment: Jouw positieve mening over de ander (bijv. "Ik vind het knap dat je volhoudt").

  • Bevestiging: Neutraler, je bekrachtigt de kwaliteiten van de cliënt (bijv. "Je hebt deze week echt je best gedaan").

11
New cards

Wat is het verschil tussen een eenvoudige reflectie en een tweezijdige reflectie?

  • Eenvoudige reflectie: Herhalen wat de cliënt heeft gezegd.

  • Tweezijdige reflectie: Beide kanten van de ambivalentie van de cliënt verwoorden (bijv. "Je wilt sporten om af te vallen, maar je twijfelt of je het volhoudt").

12
New cards

Wat is een affectieve reflectie?

Een reflectie waarbij je het gevoel van de cliënt benoemt (bijv. "Je bent trots dat het je is gelukt om dit drie weken vol te houden").

13
New cards

Wat is een versterkte reflectie (overschatting)?

Een reflectie waarbij je de behoudtaal (weerstand) van de cliënt licht overdrijft, in de verwachting dat de cliënt zal nuanceren en verandertaal zal uitspreken (bijv. "Er is werkelijk geen enkele mogelijkheid om nog iets aan je situatie te veranderen").

14
New cards

Wat is een verbindende reflectie?

Een reflectie waarbij je niet alleen reflecteert wat de cliënt zojuist zei, maar dit ook koppelt aan eerdere informatie uit het gesprek (bijv. "Je wilt van je schulden af omdat je je schaamt, en die schaamte belemmert je in het contact met je vrienden").

15
New cards

Wat is het doel van samenvatten in MVG?

Samenvatten helpt om de belangrijkste punten van het gesprek op een rij te zetten en geeft de cliënt de kans om aan te vullen of te corrigeren. Het bevordert ook de samenwerking en richting in het gesprek.

16
New cards

Wat is het belang van toestemming vragen voordat je informatie geeft in MVG?

Het respecteert de autonomie van de cliënt en zorgt ervoor dat de cliënt openstaat voor de informatie. Het voorkomt ook dat de cliënt zich overrompeld voelt.

17
New cards

Wat is discrepantie in MVG en hoe ga je ermee om?

Discrepantie is het verschil tussen wat de cliënt wil en wat hij/zij doet (bijv. "Ik wil het wel, maar...").

  • Wees oprecht geïnteresseerd.

  • Veroordeel het gedrag niet, maar benoem het, vraag wat het oplevert en wat het kost, en vraag wat de cliënt er zelf mee wil.

18
New cards

Wat is het doel van het "Wiel van Verandering" (motivatiestadie) in MVG?

Het helpt om te bepalen in welk stadium van verandering de cliënt zich bevindt, zodat je je interventies hierop kunt afstemmen.

19
New cards

Zes stadia van motivatiestadia/wiel van verandering

  1. Voorstadium

  2. Overwegen

  3. Beslissen en voorbereiden

  4. Actie

  5. Volhouden

  6. Afronden

20
New cards

Fase 1 van motivatiestadia/ wiel van verandering

Voorstadium

21
New cards

Fase 2 van motivatiestadia/ wiel van verandering

Overwegen

22
New cards

Fase 3 van motivatiestadia/ wiel van verandering

Beslissen en voorbereiden

23
New cards

Fase 4 van motivatiestadia/ wiel van verandering

Actie

24
New cards

Fase 5 van motivatiestadia/ wiel van verandering

Volhouden

25
New cards

Fase 6 van motivatiestadia/ wiel van verandering

Afronden

26
New cards

Kenmerken van een goede reflectie

  • Kort en to the point

  • Geen vraag, maar een stellende zin

  • Neutraal en zonder oordeel

27
New cards

Vormen van reflectie

  1. Eenvoudige reflectie

  2. Tweezijdige reflectie

  3. Affectieve reflectie

  4. Versterkte reflectie

  5. Eenvoudige reflectie

  6. Verbindende reflectie

28
New cards

Discrepantie blootleggen

  • Benoem ambivalentie ("Ik wil wel, maar…").

  • Wees oprecht geïnteresseerd.

  • Niet veroordelen, maar vragen:

    1. Wat levert dit gedrag op?

    2. Wat kost het je?

    3. Wat wil je ermee?

29
New cards

Bij fase 1: voorstadium

Precontemplatie

Geen intentie om te veranderen (ontkenning/onwetendheid)

30
New cards

Bij fase 2: overwegen

Erkenning ‘thema/probleem’

Ambivalent (ja, maar…)

Steeds meer aandacht voor voordelen

31
New cards

Bij fase 3: Beslissen en voorbereiden

Voorbereiding

Van plan actie te nemen

Ferm besluit

Plan van aanpak

32
New cards

Bij fase 4: Actie

Uitproberen nieuw gedrag

33
New cards

Bij fase 5: volhouden

Twijfel..

Doorzetten, vasthouden van het nieuwe gedrag

34
New cards

Bij fase 6: afronden

Mogelijke terugval, maar dit hoort bij het veranderingsproces

35
New cards

Wat is het verschil tussen behoudtaal en verandertaal?

  • Behoudtaal: Taal die de cliënt gebruikt om de status quo te behouden (bijv. "Ik kan niet veranderen").

  • Verandertaal: Taal die de cliënt gebruikt om aan te geven dat hij/zij openstaat voor verandering (bijv. "Ik wil graag iets veranderen").