Week 3 - Cognitieve gedragstherapie nader uitgewerkt | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/22

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

23 Terms

1
New cards

functieanalyse

hypothese over uitlokkers en instandhouders van probleemgedrag

2
New cards

betekenisanalyse

hypothese over de betekenis van waaruit een persoon heeft geleerd om te reageren op een specifieke situatie of prikkel

3
New cards

cogntitieve casusconceptualisatie

hypothese over de interactie tussen een specifieke prikkel en gedachte, gevoel en gedrag in deze situatie

4
New cards

kennismaking

- aanmelding

- uitnodiging

- eerste gesprek

- keuze voor gedragstherapie

- uitleg werkwijze

5
New cards

probleeminventarisatie

- verkenning gedragsproblemen, ontwikkeling en context

- holistische theorie

- selectie van probleemgedrag en concretisering

- keuze assessmentinstrumenten

- baseline

6
New cards

probleemdefiniering

- topografische analyse

- functieanalyse

- betekenisanalyse

7
New cards

behandelingskeuzen

- doelstellingen

- keuze van behandelingsstrategie

- keuze van technieken

8
New cards

behandeling

- uitvoering van interventies en technieken

- gelijktijdige metingen/evaluaties

- opheffing stagnaties

- vervolginterventies

9
New cards

evaluatie en afsluiting

- stabilisering/generalisering

- eindevaluatie en laatste baseline

- afsluiting

10
New cards

faseproblematiek

problematiek in een bepaalde leeftijdsfase

11
New cards

staartproblematiek

datgene behandelen waar de client zich mee meldt en langzaam werken naar de kern van het probleem

12
New cards

tweefactorenvisie

overmatige angst is het resultaat van zowel klassieke als operante conditionering

- klassieke conditionering betekent dat een voorheen neutrale stimulus door een of meer gebeurtenissen geassocieerd raakt met een emotionele reactie

- operante conditionering betreft de gevolgen van gedrag: doordat het kind de beangstigende situatie vermijdt, vermindert de angst en/of komt hij zelfs niet meer op

13
New cards

aandachtsbias

aandacht selectief gericht op bepaalde aspecten van de informatie

14
New cards

interpretatiebias

de neiging om ambigue stimuli en situaties als bedreigend te interpreteren

15
New cards

geheugenbias

bepaalde zaken worden beter herinnerd dan andere aspecten

16
New cards

binnensessie habituatie

de beangstigende situatie opzoeken en de angst op laten lopen. wanneer diegene in de situatie blijft zal het merken dat de angst na verloop van tijd afneemt

17
New cards

tussensessie habituatie

bij vaker oefenen zal het aanvangsniveau en de piek van de angst lager worden

18
New cards

intermittent reinforced extinction

aanleren dat de gevreesde ramp af en toe optreedt, om te leren dat de gevolgen minder desastreus zijn dan diegene denkt

19
New cards

modeling

een nieuwe betekenis aan een situatie kunnen koppelen als diegene ziet dat anderen niet bang zijn

20
New cards

cognitieve gedragstherapie

is erop gericht een verandering te bewerken in het denken, voelen en het gedrag van een persoon door het aanwenden van gedragsmatige procedures enerzijds en door het gebruik van cognitieve interventies anderzijds

21
New cards

thought listing methode

hierbij wordt het kind aangemoedigd om gedurende een korte tijd zijn gedachten op papier te noteren, terwijl hij een opdracht uitvoert

22
New cards

EMA

via mobiele telefoons wordt driemaal per dag gevraagd wat je op dat moment denkt, voelt en doet

23
New cards

driefasenmodel

cognitieve herstructering aanleren wordt in 3 stadia opgesplitst:

1. identificatie van de huidige gedachten, negatieve gevoelens, onaangepaste gedragingen en de onderliggende assumpties en schema's

2. cognitieve uitdaging

3. genereren van alternatieve, aangepaste cognities die niet tot overmatige angst, piekeren of spanning lijden, maar juist het kind helpen om beter met bepaalde probleemsituaties om te gaan