1/22
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
functieanalyse
hypothese over uitlokkers en instandhouders van probleemgedrag
betekenisanalyse
hypothese over de betekenis van waaruit een persoon heeft geleerd om te reageren op een specifieke situatie of prikkel
cogntitieve casusconceptualisatie
hypothese over de interactie tussen een specifieke prikkel en gedachte, gevoel en gedrag in deze situatie
kennismaking
- aanmelding
- uitnodiging
- eerste gesprek
- keuze voor gedragstherapie
- uitleg werkwijze
probleeminventarisatie
- verkenning gedragsproblemen, ontwikkeling en context
- holistische theorie
- selectie van probleemgedrag en concretisering
- keuze assessmentinstrumenten
- baseline
probleemdefiniering
- topografische analyse
- functieanalyse
- betekenisanalyse
behandelingskeuzen
- doelstellingen
- keuze van behandelingsstrategie
- keuze van technieken
behandeling
- uitvoering van interventies en technieken
- gelijktijdige metingen/evaluaties
- opheffing stagnaties
- vervolginterventies
evaluatie en afsluiting
- stabilisering/generalisering
- eindevaluatie en laatste baseline
- afsluiting
faseproblematiek
problematiek in een bepaalde leeftijdsfase
staartproblematiek
datgene behandelen waar de client zich mee meldt en langzaam werken naar de kern van het probleem
tweefactorenvisie
overmatige angst is het resultaat van zowel klassieke als operante conditionering
- klassieke conditionering betekent dat een voorheen neutrale stimulus door een of meer gebeurtenissen geassocieerd raakt met een emotionele reactie
- operante conditionering betreft de gevolgen van gedrag: doordat het kind de beangstigende situatie vermijdt, vermindert de angst en/of komt hij zelfs niet meer op
aandachtsbias
aandacht selectief gericht op bepaalde aspecten van de informatie
interpretatiebias
de neiging om ambigue stimuli en situaties als bedreigend te interpreteren
geheugenbias
bepaalde zaken worden beter herinnerd dan andere aspecten
binnensessie habituatie
de beangstigende situatie opzoeken en de angst op laten lopen. wanneer diegene in de situatie blijft zal het merken dat de angst na verloop van tijd afneemt
tussensessie habituatie
bij vaker oefenen zal het aanvangsniveau en de piek van de angst lager worden
intermittent reinforced extinction
aanleren dat de gevreesde ramp af en toe optreedt, om te leren dat de gevolgen minder desastreus zijn dan diegene denkt
modeling
een nieuwe betekenis aan een situatie kunnen koppelen als diegene ziet dat anderen niet bang zijn
cognitieve gedragstherapie
is erop gericht een verandering te bewerken in het denken, voelen en het gedrag van een persoon door het aanwenden van gedragsmatige procedures enerzijds en door het gebruik van cognitieve interventies anderzijds
thought listing methode
hierbij wordt het kind aangemoedigd om gedurende een korte tijd zijn gedachten op papier te noteren, terwijl hij een opdracht uitvoert
EMA
via mobiele telefoons wordt driemaal per dag gevraagd wat je op dat moment denkt, voelt en doet
driefasenmodel
cognitieve herstructering aanleren wordt in 3 stadia opgesplitst:
1. identificatie van de huidige gedachten, negatieve gevoelens, onaangepaste gedragingen en de onderliggende assumpties en schema's
2. cognitieve uitdaging
3. genereren van alternatieve, aangepaste cognities die niet tot overmatige angst, piekeren of spanning lijden, maar juist het kind helpen om beter met bepaalde probleemsituaties om te gaan