tekststructuren

Aspecten structuur

➤ Doel: uitleg geven over verschillende kanten van een onderwerp.

➤ Vragen: Wat is het onderwerp? Wat zijn de kenmerken/aspecten?

➤ Opbouw:

• Inleiding: onderwerp

• Kern: diverse aspecten

• Slot: samenvatting

Vraag-antwoord structuur

➤ Doel: een vraag beantwoorden.

➤ Vragen: Wie / wat / waarom / hoe…?

➤ Opbouw:

• Inleiding: vraag

• Kern: mogelijke antwoorden

• Slot: conclusie of samenvatting

Verleden-heden-toekomststructuur

➤ Doel: veranderingen beschrijven in de tijd.

➤ Vragen: Wat is veranderd ten opzichte van vroeger?

➤ Opbouw:

• Inleiding: onderwerp

• Kern: situatie vroeger en nu

• Slot: conclusie of toekomstbeeld

Voor en nadelen structuur

➤ Doel: overzicht geven van positieve en negatieve kanten.

➤ Vragen: Wat zijn de voor- en nadelen?

➤ Opbouw:

• Inleiding: vraag of stelling

• Kern: voordelen en nadelen

• Slot: afweging of conclusie

Argumentatiestructuur

➤ Doel: overtuigen met argumenten.

➤ Vragen: Wat is de stelling? Wat zijn de argumenten?

➤ Opbouw:

• Inleiding: stelling

• Kern: voor- en tegenargumenten, weerlegging

• Slot: conclusie

Verklaringsstructuur

➤ Doel: uitleg geven over een verschijnsel.

➤ Vragen: Wat is het verschijnsel? Wat zijn de oorzaken/verklaringen?

➤ Opbouw:

• Inleiding: verschijnsel

• Kern: kenmerken, voorbeelden, oorzaken

• Slot: meest waarschijnlijke verklaring of samenvatting

Probleem-oplossingsstructuur

➤ Doel: een probleem uitleggen en oplossingen bieden.

➤ Vragen: Wat is het probleem? Wat zijn de oorzaken/gevolgen? Welke oplossingen zijn er?

➤ Opbouw:

• Inleiding: probleemstelling

• Kern: uitleg probleem, oorzaken, gevolgen, oplossingen

• Slot: de beste oplossing(en)