fa hc 3 risks and hazards

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/31

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards

Q: Wat zijn de vier typen hazards?

Culturele hazards, chemische hazards, fysieke hazards, biologische hazards.

2
New cards

Q: Waarom zijn natuurlijke gevaren niet volledig “natuurlijk”?

Omdat hun impact sterk wordt bepaald door maatschappelijke structuren zoals armoede, beleid, infrastructuur en koloniale geschiedenis.

3
New cards

Q: Waarom daalden bliksemsterfgevallen in de VS?

Door verstedelijking en minder mensen die buiten werken.

4
New cards

Q: Hoe gingen Sahel-gemeenschappen vóór koloniale tijd om met droogte?

Diversificatie van gewassen, spreiding van velden, voedselopslag.

5
New cards

Q: Hoe verzwakten koloniale systemen de veerkracht in de Sahel?

Door belasting op cash crops, monoculturen en migratie naar steden.

6
New cards

Q: Wat is de kern van Gilbert White’s kritiek op structurele maatregelen?

Ze creëren een schijnveiligheid → meer bewoning → grotere schade bij rampen (control paradox).

7
New cards

Q: Wat was de politieke-economische kritiek van Watts & Blaikie?

Dat woonplaatskeuze niet vrij is en dat sociale structuren bepalen wie kwetsbaar is.

8
New cards

Q: Hoe wordt risk technisch gedefinieerd?

Risico = kans × gevolgen.

9
New cards

Q: Welke factoren bepalen kwetsbaarheid?

Fysiek, economisch, politiek, sociaal, attitude.

10
New cards

Q: Wat beïnvloedt risicoperceptie volgens de psychometrische benadering?

Vrijwilligheid, dread, kennis, controleerbaarheid, novelty, enz.

11
New cards

Q: Wat zijn de vier culturele biases in cultural theory?

Individualist, fatalist, hiërarchisch, egalitair.

12
New cards

Q: Wat verklaart de social amplification of risk?

Dat risico’s worden versterkt of verzwakt door communicatieprocessen.

13
New cards

Q: Wat is dubbele blootstelling?

Gemeenschappen worden tegelijk geraakt door milieuverandering en economische globalisering.

14
New cards

Q: Wat is het verschil tussen coping en adaptatie?

Coping = kortetermijn; adaptatie = langetermijn structurele veranderingen.

15
New cards
Cultural hazard
Risico’s door menselijk gedrag zoals roken, drugs, onveilig werk.
16
New cards
Chemical hazard
Schadelijke stoffen in lucht, water, bodem, voedsel.
17
New cards
Physical hazard
Natuurlijke processen zoals orkanen, aardbevingen, droogte.
18
New cards
Biological hazard
Pathogenen en allergenen zoals virussen, pollen, dieren.
19
New cards
Acts of God
Natuurlijke gebeurtenissen die buiten menselijke controle lijken te liggen.
20
New cards
Control paradox
Veiligheidsmaatregelen creëren meer risico door toename van bewoning.
21
New cards
Risk
Kans × impact van een hazard.
22
New cards
Vulnerability
Kwetsbaarheid bepaald door sociale, economische en fysieke factoren.
23
New cards
Resilience
Herstelvermogen van een gemeenschap na een ramp.
24
New cards
Coping
Kortetermijnstrategieën om terug te keren naar normaal.
25
New cards
Adaptation
Langetermijnaanpassingen aan veranderende omstandigheden.
26
New cards
Maladaptation
Aanpassing die schade veroorzaakt (bijv. erosie door verkeerde landbouw).
27
New cards
Double exposure
Dubbele druk van milieuverandering + economische globalisering.
28
New cards
Political economy of hazards
Analyse van macht, ongelijkheid en economie in rampen.
29
New cards
Neoliberalisme
Vrijemarkthervormingen die kwetsbaarheid kunnen vergroten.
30
New cards
Environmental justice
Ongelijke verdeling van milieuschade over sociale groepen.
31
New cards
Dynamic adaptation
Permanente verandering in levensonderhoud.
32
New cards
Static adaptation
Stabiele, duurzame aanpassing aan lokale omstandigheden.