1/71
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
1. Anamnese
2. Klinisch dermatologisch onderzoek
3. Aanvullend onderzoek
4. Diagnose
5. Therapie
Uit welke stappen bestaat het dermatologisch consult?
- acuut/chronisch + verloop
- hoe ontstaan?
- invloed op levenskwaliteit (slaap, sociaal, werk!)
- klachtenomschrijving (pijn, jeuk, etc.)
- beïnvloedende factoren: medicatie, thuissituatie, werk, stress (context!!)
- huisgenoten met zelfde probleem?
- zelf-medicatie en hoe toegepast?
- eigen gedachte?
Welke vragen stel je aan een pt met een dermatologisch probleem?
- medicatie
- allergieën
- atopische aandoeningen (eczeem, astma)
- familiale anamnese
- persoonlijke recidieven
Wat bevraag je verder in de algemene anamnese?
1. morfologisch onderzoek (PROVOKE)
2. meest kenbare efflorescentie
3. differentiaaldiagnose
4. waarschijnlijkheidsdiagnose
5. anamnese
6. diagnostisch onderzoek
7. einddiagnose
8. therapie
Uit welke stappen bestaat het redeneringsproces van een dermatoloog?
efflorescentie
= zichtbare veranderingen in de huid die met elkaar een huidaandoening vormen
polymorf
= bestaat uit meerdere soorten efflorescenties
monomorf
= bestaat uit 1 soort efflorescentie
- gegroepeerd
- gedissimeerd
- diffuus
- discreet
- reticulair
- confluerend
- folliculair
Welke soorten rangschikkingen bestaan er bij dermatosen?
- annulair
- lineair
- en bouquet
Welke verschillende gegroepeerde verdelingen heb je?
- solitair
- circumscript
- regionaal
- segmentaal
- gegeneraliseerd
- universeel
Welke rangschikkingen van uitbreiding zijn er?
- grootte
- aantal letsels
Bij omvang van het letsel beschrijven we 2 zaken?
1. milliair: 1-2 mm
2. lenticulair: 3-10 mm
3. nummulair: 1-3 cm
4. kinderhandpalmgrootte: 3-5 cm
5. volwassenhandpalmgrootte
De grootte wordt beschreven volgens
rond
Beschrijf de volgende vorm
ovaal
Beschrijf de volgende vorm
polygonisch
Beschrijf de volgende vorm
polycyclisch
Beschrijf de volgende vorm
rechthoekig
Beschrijf de volgende vorm
lineair
Beschrijf de volgende vorm
gegyreerd
Beschrijf de volgende vorm
dendritisch
Beschrijf de volgende vorm
grillig
Beschrijf de volgende vorm
annulair
Beschrijf de volgende vorm
circinair (onderbroken cirkel)
Beschrijf de volgende vorm
arciform
Beschrijf de volgende vorm
concentrisch groeiend
Beschrijf de volgende vorm
kokardevormig
Beschrijf de volgende vorm
bolvormig
Beschrijf de verhevenheid
bolvormig met indeuking
Beschrijf de verhevenheid
hemisferisch
Beschrijf de verhevenheid
vlak
Beschrijf de verhevenheid
spits
Beschrijf de verhevenheid
stomp
Beschrijf de verhevenheid
gesteeld
Beschrijf de verhevenheid
hobbelig
Beschrijf de verhevenheid
opgeworpen rand
Beschrijf de verhevenheid
- lijnscherp
- scherp
- matig scherp
- onscherp
Welke types omtrek bestaan er?
erytheem
De kleur van een letsel is vaak licht rood. wanneer dit wegdrukbaar is noemen we dit?
purpura
De kleur van een letsel is vaak lichtrood. Wanneer dit niet wegdruktbaar is noemen we dit?
macula
= omschreven kleurverandering van de huid zonder andere epidermale of dermale afwijkingen
dyschromia
Niet nader omschreven verkleuring v.d. huid, die niet berust op vaatverwijding, niet wegdrukbaar.
erytheem
= niet nader omschreven rode kleurverandering van de huid die berust op vaatverwijding
purpura
= zichtbare bloeding van huid of slijmvliezen
teleangiëctasieën
= blijvende verwijding van de kleinere bloed of lymfevaten, zichtbaar als streepvormige of puntvormige felle roodheid
papels
= circumscriptie, solide verhevenheid van de huid < 1 cm, die ontstaan is door cel-, weefsel- of vochttoename en die geneest zonder littekenvorming
urticaria
= vlakke circumscripte, vluchtige verhevenheid van de huid als gevolg van oedeemvorming in de dermis ontstaan door vasodilatatie en verhoogde vasopermeabiliteit
plaque
= solide vlakke verhevenheid van de huid > 1 cm
nodulus
= circumscripte kleine knobbel of palpabele weerstand in de dermis of subcutis gelegen al dan niet boven huid verheven. < 1 cm, over het algemeen genezend met littekenvorming
nodus
= wanneer nodulus > 1 cm
tumor
= solide verhevenheid van de huid > 1 cm die meestal ontstaat door celvermeerdering
vesicula
= zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand < 1 cm gelokaliseerd in de epidermis
pustula
= zichtbare holte gevuld met purulent vocht, zonder eigen wand, < 1 cm, meestal in de epidermis gelegen.
squamae
= loslatend conglomeraat van hoorncellen
crustae
= korst die samengesteld is uit ingedroogd sereus en/of purulent exsudaat, bloed, cellen, necrotisch materiaal of vuil
comedones
= een afgesloten talgklieruitvoergang met ophoping van talgkliermateriaal
lichenificatie
= vergroving van het huidreliëf
erosies
= defect van de huid beperkt tot de epidermis
+ geen bloedingen zichtbaar
excoriatie
= een epidermodermaal defect dat iets dieper gelegen is dan een erosie (hierbij zijn puntvormige bloedingen zichtbaar)
ulcus
= een defect van de huid tot in de subcutis met geen of geringe tendens tot genezing, ontstaan na voorafgaande huidverandering.
rhagade
= een inscheuring van de huid, variërend van oppervlakkig tot diep
atrofie
= afname van het volume van de huidsamenstellende bestanddelen: epidermale atrofie heeft enkele aparte kenmerken:
- verzonken
- plooibaar
- vaatdoorschemering
- verdwijnen adnexen
- wittere kleur door afname pigmentvormende cellen
- pytiriasis-achtig
- psoriasis-achtig
- ichtyosis-achtig
- keratotisch-achtig
Welke types schilfering (squameuze letsels) bestaan er?
- pytiriasis achtig
Hiernaast zien we een afbeelding van een bepaald type squameus letsel (pytiriasis rosea) dit overeenkomt met een bepaald type schilfering, hoe heet dit?
- psoriasis achtig
Hiernaast zien we een bepaald type squameus letsel (psoriasis annulare), welk type schilfering komt hiermee overeen?
ichtyosis-achtig
Dit type schilfering noemen we?
keratotisch
Dit type afschilfering noemen we?
papuleuze dermatosen
Tot welke groep worden letsels met erytheem en papels gerekend? (elementaire morfologie)
erythemato-papulo-squameuze dermatosen
Tot welke groep worden letsels met erytheem, papels en schilfering gerekend? (elementaire morfologie)
vesiculaire dermatosen
Tot welke groep worden de vesiculaire letsels gerekend? (elementaire morfologie)
eczemateuze dermatosen
Tot welke groep behoren nattende, schilferende, erythomateuze, erosies, vesikels en crustae gerekend?
pustuleuze dermatosen
Tot welke groep worden papels, pustels en comedonen gerekend?
papuleuze dermatosen
Tot welke groep worden kleine knobbels < 1cm gerekend?
nodulaire dermatosen
Tot welke groep worden kleine solide verhevenheden gerekend?