Kaarten: NQF4 T4 Les inventions | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/58

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

59 Terms

1
New cards

le bricoleur

de knutselaar, de doe-het-zelver

<p>de knutselaar, de doe-het-zelver</p>
2
New cards

l'énergie (f)

de energie

<p>de energie</p>
3
New cards

le fonctionnement

de werking

<p>de werking</p>
4
New cards

l'inventeur

de uitvinder

<p>de uitvinder</p>
5
New cards

l'inventrice

de uitvindster

<p>de uitvindster</p>
6
New cards

l'objet (m)

het voorwerp

<p>het voorwerp</p>
7
New cards

le produit

het product

<p>het product</p>
8
New cards

le système

het systeem

<p>het systeem</p>
9
New cards

adapter

aanpassen

<p>aanpassen</p>
10
New cards

bricoler

knutselen, doe-het-zelven

<p>knutselen, doe-het-zelven</p>
11
New cards

développer

ontwikkelen

<p>ontwikkelen</p>
12
New cards

employer

gebruiken

<p>gebruiken</p>
13
New cards

inventer

uitvinden

<p>uitvinden</p>
14
New cards

servir à

dienen tot, dienen voor

<p>dienen tot, dienen voor</p>
15
New cards

utiliser

gebruiken

<p>gebruiken</p>
16
New cards

changer

veranderen

<p>veranderen</p>
17
New cards

créer

creëren, ontwikkelen

<p>creëren, ontwikkelen</p>
18
New cards

enlever

wegnemen, verwijderen

<p>wegnemen, verwijderen</p>
19
New cards

fabriquer

maken, fabriceren

<p>maken, fabriceren</p>
20
New cards

falloir (verbe impersonnel)

moeten

<p>moeten</p>
21
New cards

il faut

het moet, het is nodig

<p>het moet, het is nodig</p>
22
New cards

mesurer

meten

<p>meten</p>
23
New cards

peser

wegen

<p>wegen</p>
24
New cards

produire

produceren

<p>produceren</p>
25
New cards

se servir de

gebruik maken van

26
New cards

le but

het doel

<p>het doel</p>
27
New cards

choisir

kiezen

<p>kiezen</p>
28
New cards

proposer de

voorstellen om te

<p>voorstellen om te</p>
29
New cards

l'avantage

het voordeel

<p>het voordeel</p>
30
New cards

écologique

ecologisch

<p>ecologisch</p>
31
New cards

efficace

efficiënt

<p>efficiënt</p>
32
New cards

innovant, innovante

innoverend

<p>innoverend</p>
33
New cards

inutile

nutteloos

<p>nutteloos</p>
34
New cards

original, originale

origineel

<p>origineel</p>
35
New cards

pratique

praktisch, handig

<p>praktisch, handig</p>
36
New cards

rechargeable

herlaadbaar

<p>herlaadbaar</p>
37
New cards

réutilisable

herbruikbaar

<p>herbruikbaar</p>
38
New cards

solaire

zonne-

<p>zonne-</p>
39
New cards

utile

handig, nuttig

<p>handig, nuttig</p>
40
New cards

l'adaptateur (m)

de adapter

<p>de adapter</p>
41
New cards

le bouton

de knop

<p>de knop</p>
42
New cards

l'emploi (m)

het gebruik

<p>het gebruik</p>
43
New cards

activer

activeren

<p>activeren</p>
44
New cards

appuyer sur

drukken op

<p>drukken op</p>
45
New cards

brancher

aansluiten

<p>aansluiten</p>
46
New cards

désactiver

uitschakelen

<p>uitschakelen</p>
47
New cards

insérer

insteken

<p>insteken</p>
48
New cards

programmer

programmeren

<p>programmeren</p>
49
New cards

valider

valideren, bevestigen

<p>valideren, bevestigen</p>
50
New cards

à l'aide de

met behulp van

<p>met behulp van</p>
51
New cards

l'appareil (m)

het apparaat, het toestel

<p>het apparaat, het toestel</p>
52
New cards

l'écran (m)

het scherm

<p>het scherm</p>
53
New cards

l'électricité

de elektriciteit

<p>de elektriciteit</p>
54
New cards

l'outil (m)

het werktuig, het gereedschap

<p>het werktuig, het gereedschap</p>
55
New cards

la dimension

de afmeting, de omvang

<p>de afmeting, de omvang</p>
56
New cards

la forme

de vorm

<p>de vorm</p>
57
New cards

le poids

het gewicht

<p>het gewicht</p>
58
New cards

la taille

de maat, de grootte

<p>de maat, de grootte</p>
59
New cards

simple

simpel, eenvoudig

<p>simpel, eenvoudig</p>