1/131
2025-09-30 / 2025-10-21
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
abrupt
opeens, iets wat plotseling plaatsheeft
abstract
niet concreet, ontastbaar
absurditeit
dwaasheid
accuraat
zeer nauwkeurig, stipt, zorgvuldig, nauwgezet
accuratesse
nauwkeurigheid, stiptheid, zorgvuldigheid
activist
iemand die met buitenparlementaire middelen een politiek doel nastreeft
adequaat
gepast
affiniteit
overeenkomst waardoor je je tot iets aangetrokken voelt of je gemakkelijk bij iets aansluit
alert
waakzaam
alluderen op
toespellingen (allusies) maken op
allure
houding, voorkomen dat effect heeft
ambivalent
tegelijkertijd 2 verschillende (+ en -) waarden hebbend, tweestrijdig, tweeslachtig
anachromisme
iets dat misplaatst is in de tijd waarin het zich voordoet
analyseren
ontleden
animo
opgewektheid, lust om aan iets deel te nemen
annex
en tevens
annexatie
aanhechting; inlijving van gebied bij het grondgebied
anticiperen
vooruitlopen op, zien aankomen
appreciëren
naar waarde schatten, op prijs stellen
arrogant(ie)
verwaan(heid)
autonomie
onafhankelijkheid, zelfbestuur
autoritair
niet-democratisch, zich baserend op macht
billijk
rechtmatig, rechtvaardig
boycot
het niet meer kopen van producten van een bepaald land, firma
censuur
toezicht door de overheid op drukwerk, toneel, film, … met de bevoegdheid om gedeelten daaruit te schrappen of te verbieden
circulaire
rondzendbrief
clausule
beperkende bepaling
collectief
gemeenschappelijk, gezamenlijk
commotie
beroering, opschudding, (nodeloze) drukte
compact
vast, dicht, ineengedrongen
competentie
bekwaamheid
confronteren
tegenover elkaar stellen
conjunctuur
niveau van de maatschappelijke welvaart, van de economische activiteit
consulent
deskundige raadgever
contraproductief
nadelig voor de productie
contrast
tegenstelling
contrasteren
een tegenstelling vormen
controverse
heftig meningsverschil, twistpunt, vaak pennenstrijd
controversieel
aanleiding gevend tot controverse
conventioneel
traditioneel
cruciaal
moeilijk, niet oplosbaar, een -e kwestie, van overheersende betekenis, kritiek, beslissend, doorslaggevend
cynisch, cynicus (-ci), cynisme
spottend lachend, met pijnlijk ongeloof in de oprechtheid of goede bedoelingen van de mensen en dat op een scherpe wijze laten blijkende
deadline
tijdslimiet
debacle
volledige ineenstorting (van een grote onderneming, rijk), volslagen mislukking
decreet
verordening, besluit van de overheid (voor een landsdeel)
deficit
het ontbrekende, tekort
delinquent
iemand die één of meerdere misdaden begaan heeft
demagogie
volksmennerij, volksmisleiding
detecteren
opsporen
devalueren, devaluatie
in waarde doen verminderen
diametraal
volgens de diameter, lijnrecht
dilemma
moeilijke keuze
disfunctioneel
niet op een normale manier werkend
diversiteit
verscheidenheid
effectiviteit
doeltreffendheid
effectief
werkelijk
efficiëntie
doelmatigheid
egocentrisch (-isme)
zichzelf als middelpunt zien
elementair
wat de eerste beginselen of grondslagen betreft
elitair
alleen bestemd voor een bevoorrecht deel van de maatschappij
eminent
uitstekend, voortreffelijk
empirisch
op ervaring berustend
entourage
omgeving
equivalent
tegenhanger, gelijkwaardige
escalatie
stapsgewijze verergering (van een conflict) tot men niet meer terug kan
essentie
de kern, het wezen
essentieel
wezenlijk, werkelijk
ethnisch
van de volkeren of rassen
evalueren
beoordelen
evaluatie
beoordeling
evenmeent
grootse gebeurtenis
evocatie
iets voor de geest roepen b.v. door beelden
expansie
uitbreiding
expliciet
uitdrukkelijk (>< impliciet : vanzelf eronder begrepen)
exponenteel
wat betrekking heeft op een wiskundig machtsgetal ; zeer veel vergrotend
facet
aspect, kant om iets te bekijken (figuurlijk)
fenomenaal
verbazingwekkend
fervent
vurig
fictief
niet werkelijk bestaand, verzonnen, denkbeeldig, hypothetisch
forfaitair
in een bedraag in één keer
formeel
uitdrukkelijk
fraude
bedrog in administratie i.v.m. gelden en belastingen of sociale wetgeving
functioneel
dienstig voor zijn functie
fundamentalist(isch)
extreem godsdienstige opvattingen
fundamenteel
wat de grondslag raakt, de basis van wat erop gebouwd is
fungeren
(waarnemend) dienst doen
fusioneren
een fusie, samensmelting aangaan
gadget
(eng.) klein, min of meer nutteloos voorwerp dat als souvenir, cadeautje, extra accessoire gebruikt wordt, snuisterij, hebbedingetje
gênant
hinderlijk, zo dt men er zich voor schaamt
gesofistikeerd
ingewikkeld, verfijnd
globalisering
het verschijnsel dat tegenwoordig veel nationale gebeurtenissen of evoluties samenhangen met wat er over de hele wereld gebeurt
goeroe
(geestelijke) leermeester, gezaghebbend leider
grosso modo
ruw geschat, door elkaar genomen, ongeveer
hallucinant
alsof je een hallucinatie (waanvoorstelling) hebt
harmonieus
in harmonie = overeenstemming
hiërarchisch
volgens rangorde
ideologie
geheel van ideeën aan de basis van een maatschappelijke of politieke strekking
idylle
schildering van omstandigheden die doen denken aan eenvoud, oprechtheid landelijk leven, verbondenheid met de natuur, vertedering
immens
heel groot
impasse
fig.: moeilijke situatie waar je niet uit kunt komen