latijn basiswoorden les 18 t/m 26
5.0(1)
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/142
143 Terms
1
New cards
castra
legerkamp
2
New cards
consul, consules
consul
3
New cards
civis, cives
burger
4
New cards
virtus, virtutes
moed, verdienste
5
New cards
tempus, tempora
tijd
6
New cards
audax, audaces
dapper, roekeloos
7
New cards
ferox, feroces
moedig, woest, onstuimig
8
New cards
omnis
elk, ieder, geheel
9
New cards
omnes
allen
10
New cards
omnia
alles
11
New cards
fortis
dapper
12
New cards
vocare
roepen, noemen
13
New cards
occidere
doden
14
New cards
adesse
aanwezig zijn
15
New cards
suus
zijn, haar, hun
16
New cards
circum
rondom
17
New cards
animus
hart, moed, geest
18
New cards
ager, agri
akker(land)
19
New cards
oppidum
stad
20
New cards
mulier, mulieres
vrouw
21
New cards
pauci
enkelen, weinigen
22
New cards
singuli
telkens een, stuk voor stuk
23
New cards
ingens, ingentes
heel groot, geweldig
24
New cards
constituere
besluiten
25
New cards
metuere
vrezen
26
New cards
ferre
brengen, dragen, verdragen
27
New cards
utrum ... an
(of ... ) of
28
New cards
priusquam
voordat
29
New cards
eo
daar(heen)
30
New cards
paulo
een beetje
31
New cards
post
later, na, achter, binnen
32
New cards
intra (+acc)
binnen
33
New cards
nullus
geen
34
New cards
publicus
van de staat
35
New cards
concillium
vergadering
36
New cards
caput, capita
hoofd
37
New cards
portus
haven
38
New cards
exercitus
leger
39
New cards
manus
hand
40
New cards
domus
huis
41
New cards
res
zaak, ding, situatie
42
New cards
dag
dies
43
New cards
posterus
volgende
44
New cards
servare
redden, bewaren
45
New cards
iacere
gooien
46
New cards
caedere
neerslaan, doden, omhakken
47
New cards
primum
eerst
48
New cards
circa (+acc)
rondom
49
New cards
gloria
roem
50
New cards
inimicus
vijand(ig)
51
New cards
sedes
zetel, woonplaats
52
New cards
pars, partes
deel
53
New cards
imperator, imperatores
veldheer
54
New cards
senatus
senaat
55
New cards
spes
hoop, verwachting
56
New cards
verus
echt, waar
57
New cards
totus
geheel
58
New cards
ignorare
niet weten
59
New cards
descendere
afdalen, afstijgen
60
New cards
ac/et/atque
en
61
New cards
vix
nauwelijks
62
New cards
procul
ver
63
New cards
satis
genoeg
64
New cards
magis
meer
65
New cards
adhuc
nog, tot nu toe
66
New cards
unus
een, enige, alleen
67
New cards
tertius
derde
68
New cards
contra
daarentegen, tegen
69
New cards
villa
landgoed, huis op het land
70
New cards
lex, leges
wet
71
New cards
habitare
wonen
72
New cards
colere
vereren, verzorgen, bebouwen
73
New cards
dignus
waardig
74
New cards
a(b) (+abl)
vanaf, door
75
New cards
super (+acc)
bovenop
76
New cards
litterae
brief
77
New cards
mos, mores
gewoonte
78
New cards
res publica
staat
79
New cards
optimus
superlativus van bonus(goed)
80
New cards
malus
slecht
81
New cards
tristis
bedroefd
82
New cards
superior, superiores
hoger, vroeger, vorig
83
New cards
plus, plura
meer
84
New cards
debere
moeten
85
New cards
patere
openstaan, duidelijkzijn
86
New cards
sentire
voelen
87
New cards
intellegere
begrijpen
88
New cards
legere
verzamelen, lezen
89
New cards
oportet
het behoort
90
New cards
minus
minder
91
New cards
quam primum
zo spoedig mogelijk
92
New cards
quam
dan, hoe, zo... mogelijk
93
New cards
aut ... aut
of ... of
94
New cards
non solum ... sed etiam
niet alleen ... maar ook
95
New cards
aliquando
eens, ooit
96
New cards
apud (+acc)
bij
97
New cards
fuga
vlucht
98
New cards
numerus
aantal, getal
99
New cards
alius ... alius
de een ... de ander
100
New cards
signum
teken, veldteken
Note 
Flashcards (28)