Studied by 21 peoplecastra
legerkamp
consul, consules
consul
civis, cives
burger
virtus, virtutes
moed, verdienste
tempus, tempora
tijd
audax, audaces
dapper, roekeloos
ferox, feroces
moedig, woest, onstuimig
omnis
elk, ieder, geheel
omnes
allen
omnia
alles
fortis
dapper
vocare
roepen, noemen
occidere
doden
adesse
aanwezig zijn
suus
zijn, haar, hun
circum
rondom
animus
hart, moed, geest
ager, agri
akker(land)
oppidum
stad
mulier, mulieres
vrouw
pauci
enkelen, weinigen
singuli
telkens een, stuk voor stuk
ingens, ingentes
heel groot, geweldig
constituere
besluiten
metuere
vrezen
ferre
brengen, dragen, verdragen
utrum ... an
(of ... ) of
priusquam
voordat
eo
daar(heen)
paulo
een beetje
post
later, na, achter, binnen
intra (+acc)
binnen
nullus
geen
publicus
van de staat
concillium
vergadering
caput, capita
hoofd
portus
haven
exercitus
leger
manus
hand
domus
huis
res
zaak, ding, situatie
dag
dies
posterus
volgende
servare
redden, bewaren
iacere
gooien
caedere
neerslaan, doden, omhakken
primum
eerst
circa (+acc)
rondom
gloria
roem
inimicus
vijand(ig)
sedes
zetel, woonplaats
pars, partes
deel
imperator, imperatores
veldheer
senatus
senaat
spes
hoop, verwachting
verus
echt, waar
totus
geheel
ignorare
niet weten
descendere
afdalen, afstijgen
ac/et/atque
en
vix
nauwelijks
procul
ver
satis
genoeg
magis
meer
adhuc
nog, tot nu toe
unus
een, enige, alleen
tertius
derde
contra
daarentegen, tegen
villa
landgoed, huis op het land
lex, leges
wet
habitare
wonen
colere
vereren, verzorgen, bebouwen
dignus
waardig
a(b) (+abl)
vanaf, door
super (+acc)
bovenop
litterae
brief
mos, mores
gewoonte
res publica
staat
optimus
superlativus van bonus(goed)
malus
slecht
tristis
bedroefd
superior, superiores
hoger, vroeger, vorig
plus, plura
meer
debere
moeten
patere
openstaan, duidelijkzijn
sentire
voelen
intellegere
begrijpen
legere
verzamelen, lezen
oportet
het behoort
minus
minder
quam primum
zo spoedig mogelijk
quam
dan, hoe, zo... mogelijk
aut ... aut
of ... of
non solum ... sed etiam
niet alleen ... maar ook
aliquando
eens, ooit
apud (+acc)
bij
fuga
vlucht
numerus
aantal, getal
alius ... alius
de een ... de ander
signum
teken, veldteken
Note 
Flashcard (41)