Studied by 7 people
an annual income
een jaarlijks inkomen
a bank office
een bankkantoor
a charity
een liefdadigheid
child labour
kinderarbeid
a currency
een munteenheid
a fortune
een fortuin
the inequality
de ongelijkheid
an inheritance
een erfenis
poverty
armoede
savings
spaargeld
a tax
een belasting
wealth
rijkdom
to estimate
schatten
to inherit
erven
to reduce
verminderen
to spend
uitgeven
to succeed
slagen
to support
(onder)steunen
wealthy
rijk
to make money
geld verdienen
to save money
geld sparen
an accomplishment
een verwezenlijking
a barista
een koffiemaker
a career
een carrière
a cashier
een kassier
an employee
een werknemer
an employer
een werkgever
a lifeguard
een redder
pay
een loon
a résumé
een CV
a salesperson
een verkoper
a skill
een vaardigheid
a summer camp counsellor
een zomerkampleider
a summer job
een vakantiejob
a waiter
een ober
to ace
uitblinken
accurate
nauwkeurig
caring
zorgzaam
confident
zelfzeker
punctual
stipt
reliable
betrouwbaar
to gain confidence
vertrouwen krijgen
dedication
toewijding
an earning
een verdienste
a follower
een volger
a following
een gevolg
a recommendation
een aanbeveling
a subscriber
een abonnee
to earn
verdienen
to expect
verwachten
to increase
verhogen
to influence
beĂŻnvloeden
average
gemiddeld
potentially
eventueel
to follow in someone’s footsteps
in de voetsporen treden van
a CEO
een directeur
an entrepreneur
een ondernemer
a founder
een oprichter
an investor
een investeerder
a pitch
een pitch
a share
een (aan)deel
a worth
een waarde
to address
aanspreken
to invest
investeren
to pitch
pitchen
astonishing
verbazingwekkend
a will
een testament
a figure
een cijfer
deprived of
ontnomen worden
approximately
ongeveer
distributed
uitdelen
scheduled
plannen
to succeed in
slagen in
a company
een bedrijf
responsibilities
verantwoordelijkheden
impression
indruk
personnel / staff
personeel
to exaggerate
overdrijven
appropriate
gepast
Note 
Flashcard (285)