Coup de Pouce 5-Dossier 1

un accoudoir

een armleuning

un accueil

een onthaal

un aéroport

een vlieghaven

l'air conditionné

de airconditionning

une ampoule

een gloeilamp

un appareil électronique

een elektronisch apparaat

un ascenseur

een lift

un atterrissage

een landing

un avion

een vliegtuig

les bagages

de bagage

le bagage à main

de handbagage

un balcon

een balkon

un billet

een ticket

une boutique hors taxes

een taxfreeshop

une carte d'embarquement

een instapkaart

une ceinture de sécurité

een veiligheidsgordel

un coffre-fort

een kluis

un comptoir

een balie

une curiosité

een bezienswaardigheid

le décollage

het opstijgen

un défaut

een gebrek

une destination

een bestemming

un détecteur de métaux

een metaaldetector

un dossier

een rugleuning

de l'eau chaude

warm water

un escalateur

een roltrap

une femme de chambre

een kamermeisje

une fuite

een lek

un gilet de sauvetage

een reddingsvest

un guichet

een loket

un hall d'entrée

een aankomsthal

un horaire

een uurrooster

une hôtesse de l'air

een stewardess

un interrupteur

een schakelaar

une issue de secours

een nooduitgang

un marquage lumineux

een lichtmarkering

un masque à oxygène

een zuurstofmasker

une odeur

een geur

un office de tourisme

een dienst voor toeristische informatie

un panneau lumineux

een verlicht bord

un passager, une passagère

een passagier

un passeport

een paspoort

un(e) pilote

een piloot

une piste d'atterrissage

een landingsbaan

un plombier

een loodgieter

une porte d'embarquement

een gate

un rideau de douche

een douchegordijn

un robinet

een kraan

un sèche-cheveux

een haardroger

un séjour

een verblijf

un siège

een stoel, een zitplaats

une solution

een oplossing

une tablette

een tafeltje

un tapis roulant

een transportband

un téléphone portable

een mobiele telefoon

un toboggan

een glijbaan

une tour de contrôle

een controletoren

une valise

een koffer

un vol

een vlucht

accueillir

onthalen

aérer

verluchten

attacher

vastmaken

atterrir

landen

casser

breken

coincer

vastzetten

couler

stromen

déboucher

ontstoppen

décoller

opstijgen

détacher

losmaken

évacuer

evacueren

fonctionner

werken, functioneren

gonfler

opblazen

installer

installeren

localiser

lokaliseren

manquer

missen

nettoyer

schoonmaken

réparer

herstellen

se déployer

zich ontvouwen, opengaan

suivre

volgen

aérien, aérienne

luchtvaart-

bouché, bouchée

verstopt

mouvementé, mouvementée

bewogen

sale

vuil, vies

en panne

stuk

en avion

met het vliegtuig

la voie de circulation

taxibaan

le délai

tijdspanne, termijn

le terminal aéroportuaire

de luchthaventerminal

la compagnie aérienne

de vliegtuigmaatschappij

se rendre à

zich begeven naar

passer

doorbrengen, voorbijgaan

montrer

tonen, laten zien

râler (fam.)

zagen, zeuren

déposer

afzetten (op een plek)

relever la tablette

het tafeltje dichtdoen

interpeller qn

ondervragen

en panne

stuk, defect, in panne

un guichet

een loket, balie

une destination

een bestemming

un séjour

een verblijf