HC 1 - ethiek en introductie

Aan welke vier dingen moet een onderzoeksvraag voldoen?

1. Haalbaar om te onderzoeken

2. Helder en open geformuleerd

3. Zinvol om te onderzoeken

4. Ethisch verantwoord

Wat zijn de vijf stappen van de empirische cyclus?

1. Observatie

2. Inductie (wat is al bekend)

3. Deductie (concreter maken, hypothese opstellen)

4. Toetsing

5. Evaluatie

Wat zijn de basisprincipes van ethiek?

1. Do no harm

2. Data verzameling
   -AVG
   -Anonimiteit en vertrouwelijkheid
   -Geïnformeerde toestemming

3. Misleiding

Wat zijn de vijf principes voor integer handelen?

1. Eerlijkheid

2. Zorgvuldigheid

3. Transparantie

4. Onafhankelijkheid

5. Verantwoordelijkheid

Welke vier vragen stel je om de bruikbaarheid van een instrument te bepalen?

1. Past het instrument bij de onderzoeksvraag?

2. Past het instrument bij de doelgroep?

3. Is het praktisch uitvoerbaar?

4. Wat is er bekend over de kwaliteit van het instrument?
   -Zie COTAN

Wat is validiteit?

De geschiktheid, correctheid, zinvolheid en bruikbaarheid van de conclusies die je trekt op basis van de data die je via het meetinstrument verzamelt

Geeft het instrument dat je kiest bruikbare informatie over datgene dat je wilt meten, gegeven je onderzoeksvraag

Wat zijn drie soorten validiteit?

1. Inhoudsvaliditeit

   -Is het instrument volledig genoeg? Dekking
   -Inhoud, aantal vragen, juiste termen, match tussen vragen en het doel van het instrument
   -Voorleggen aan experts

2. Criteriumvaliditeit
   -Komt de uitkomst overeen met de uitkomsten van vergelijkbare externe instrumenten?
   -Predictief: vergelijken met toekomstige resultaten (eindtoets - middelbare school prestaties)

   -Concurrent: vergelijken met gelijktijdig gevonden resultaten (observaties)

3. Constructvaliditeit
   -Overkoepelend begrip: kan je met je instrument de juiste conclusies trekken?

Wat is betrouwbaarheid?

Consistentie van het meetinstrument

Wat zijn vier manieren om betrouwbaarheidsintervallen te berekenen?

1. Test-retest methode

2. Equivalente vormen methode

3. Interne consistentie
   -Draagt elk item bij aan meting van het construct, alfa
   -Split-half methode, samenhang

4. Interbeoordelaars

Geven een betrouwbaarheidscoëfficient tussen 0 en 1

Bij betrouwbaarheid en validiteit, welke is een voorwaarde voor de ander?

Een instrument kan niet valide zijn als hij niet betrouwbaar is

Wel betrouwbaar maar niet valide kan wel

Betrouwbaarheid is dus een voorwaarde voor validiteit