Anatomie MOD 5 termen door AI gegenereerd

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/83

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

84 Terms

1
New cards
Cholelithiasis
Medische term voor galsteenlijden.
2
New cards
Cholesterolgalstenen
De meest voorkomende soort galstenen (80% van de gevallen).
3
New cards
Zwarte pigmentstenen
Galstenen die vooral gezien worden bij patiënten met chronische hemolyse.
4
New cards
Bruine pigmentstenen
Galstenen die het gevolg zijn van biliaire infecties.
5
New cards

Fundus van de galblaas

Het breedste, blind eindigende deel van de galblaas.

6
New cards
Corpus
Het middenstuk, of lichaam, van de galblaas.
7
New cards
Infundibulum
De hals van de galblaas.
8
New cards
Ductus Cysticus
De afvoerbuis die de galblaas verbindt met de ductus choledochus.
9
New cards
Ductus Hepaticus Communis
De buis die gal van de lever afvoert en ontstaat uit de vereniging van de ductus hepaticus dexter en sinister.
10
New cards
Ductus Choledochus
De galbuis die samenkomt met de ductus pancreaticus en uitmondt in het duodenum bij de papil van Vater.
11
New cards
Papil van Vater
De plaats in het duodenum waar de ductus choledochus en de ductus pancreaticus uitmonden.
12
New cards
Arteria Cystica
De slagader die de galblaas van bloed voorziet, een aftakking van de arteria hepatica propria.
13
New cards
Biliaire Koliekaanval
Hevige, aanhoudende pijn in de bovenbuik (meestal rechts), gedurende 30 min tot 12 uur, kenmerkend voor galstenen.
14
New cards
Dyspeptische klachten
Klachten zoals opgeblazen gevoel, opboeren, misselijkheid of zuurbranden die kunnen voorkomen bij galstenen.
15
New cards
Acute Cholecystitis
Meest frequente complicatie van galblaasstenen, ontsteking door afsluiting van de ductus cysticus met stase van bacteriën.
16
New cards
Driehoek van Calot
Anatomisch gebied begrensd door de ductus cysticus, ductus hepaticus communis, en de lever, belangrijk bij operatie van acute cholecystitis.
17
New cards
Syndroom van Mirizzi
Compressie van de ductus hepatocholedochus door galstenen in de hals van de galblaas, leidend tot cholestase of obstructie icterus.
18
New cards
Galsteenileus
Complicatie waarbij een galsteen via een fistel naar het duodenum doorbreekt en een dunne darmafsluiting veroorzaakt.
19
New cards
Cholangitis
Ontsteking van de galwegen door obstruerende stenen in de ductus hepatocholedochus en gecontamineerde gal, gekenmerkt door koorts, icterus en pijn.
20
New cards
ERCP (Endoscopische Retrograde Cholangiopancreaticografie)
Diagnostische en therapeutische procedure om galstenen in de galwegen aan te tonen en te verwijderen.
21
New cards
Acute Biliaire Pancreatitis
Ontsteking van de alvleesklier door een galsteen die de uitgang van de ductus pancreaticus blokkeert bij de papil van Vater.
22
New cards
Oerdarm
Embryonale structuur waaruit het spijsverteringskanaal zich ontwikkelt (verdeeld in voordarm, middendarm en einddarm).
23
New cards
Primair Intraperitoneaal Orgaan
Orgaan dat 'los' in de peritoneale holte ligt en via een ophangband (mesenterium) verbonden is met de rompwand.
24
New cards
Endoderm
De cellaag die de bekleding (epitheel) aan de binnenkant van de darm vormt.
25
New cards
Mesoderm
Het weefsel waaruit de rest van de darmwand (spieren, bindweefsel, bloedvaten) ontstaat.
26
New cards
Bursa Omentalis
Een holte die ontstaat door de rotaties van organen en ophangbanden in de bovenbuik.
27
New cards
Secundair Retroperitoneaal
Organen (bv. colon ascendens/descendens) die door darmdraaiingen van een intraperitoneale naar een achterwandpositie verschuiven.
28
New cards
Ligamentum Falciforme
Een overblijfsel van het embryonale ventrale mesenterium, dat het ronde ligament van de lever bevat.
29
New cards
Area Nuda / Bare Area of the Liver
Het stuk van de lever dat niet door het peritoneum bedekt is en direct aan het diafragma grenst.
30
New cards
Omentum Minus
Peritoneale structuur van de lever naar de maag (lig. hepatogastricum) en duodenum (lig. hepatoduodenale).
31
New cards
Foramen Omentalis
De doorgang tussen de grote en de kleine zak, gelegen achter het omentum minus.
32
New cards
Omentum Majus
Structuur bestaande uit vier lagen peritoneum die van de maag naar het colon transversum loopt.
33
New cards
Mesenterium
De ophangbanden van de dunne darm die als een waaier uit elkaar gevouwen kunnen worden.
34
New cards
Situs
De term die verwijst naar alle organen die intraperitoneaal liggen.
35
New cards
Porta Hepatis
De 'poort' van de lever met de vena portae hepatica, arteria hepatica en ductus choledochus.
36
New cards
Pars Cardiaca
Het eerste deel van de maag waar voedsel uit de oesophagus binnenkomt.
37
New cards
Fundus van de Maag
Het kleine deel van de maag dat zich boven de pars cardiaca bevindt.
38
New cards
Rugae
De plooien die in de maag zelf te vinden zijn.
39
New cards
M. Sphincter Pylori
De kringspier tussen de maag en het duodenum.
40
New cards
Valva Ileocaecalis
De klep op de overgang tussen het ileum en het caecum.
41
New cards
Retroperitoneaal
Onderdelen die vastgemaakt zijn tegen de achterste wand, liggen strakker en hebben veel minder bewegingsvrijheid.
42
New cards
Intraperitoneaal
Onderdelen die vastgemaakt zijn met een mesenterium, liggen losser en hebben meer bewegingsvrijheid.
43
New cards
Darmperistaltiek
De knedende beweging van de darmen om de bolus (voedselbrok) voort te bewegen, wat zorgt voor variatie in hoe de darmen eruitzien (dun/dik).
44
New cards
Bolus
De voedselbrok die door de peristaltiek van de darmen wordt voortbewogen.
45
New cards
Endoscopie
Techniek om alleen het slijmvlies van een orgaan (zoals maag) te beoordelen door een scoop naar binnen te brengen.
46
New cards
Endoscopische echo
Techniek om een echo van binnenuit te maken om buiten het oppervlak/de wand van een orgaan te kijken, met hogere resolutie.
47
New cards
Pillcam
Een capsule die een patiënt doorslikt en beelden maakt van het maagdarmkanaal, vooral handig in delen van de darm waar een scoop niet kan komen.
48
New cards
Mesenterium (algemeen)
De ophangwand van de darm (en soms andere structuren), bestaande uit een dubbelblad van peritoneum, waardoor bloedvaten en zenuwen lopen.
49
New cards
Continuïteit van het mesenterium (chirurgisch bewijs)
Aangetoond in een cohortstudie waarbij het hele mesocolon (deel van het mesenterium) als één geheel loskomt van de achterste buikwand bij totale mesocolische excisie.
50
New cards
Mesenterium in craniale-caudale richting
Loopt van het superieure mesenteriale wortelgebied en waaiert uit om de darm van duodenum tot rectum te overspannen.
51
New cards
Flexures (6)
Duodenojejunal, Ileocaecal, Hepatic, Splenic, Flexure between the descending and sigmoïd colon, Flexure between the sigmoïd and rectum.
52
New cards
Embryonale oer-laag mesenterium
Gevormd uit de mesodermale kiemlaag.
53
New cards
Chirurgisch belang intact mesenterium
Het verwijderen van het intacte mesenterium bij colonkanker geeft betere overlevingskansen.
54
New cards
Structuren achterste mediastinum
Zenuwen, thoracale aorta, vena azygos, ductus thoracicus, oesophagus.
55
New cards
Cavum Douglasie (Rectovesical/vaginal pounch)
Het laagste punt van de peritoneale holte waar zuur maagsap na een maagperforatie uiteindelijk kan terechtkomen.
56
New cards
Nut maag intra-peritoneaal
Maakt soepele beweging van de maag (peristaltiek) mogelijk door het vochtlaagje tussen de twee peritoneale lagen, voorkomt schuren.
57
New cards
Colon Ascendens
Deel van het colon dat **retroperitoneaal** ligt.
58
New cards
Peritoneale lagen tumor Colon Ascendens naar Lever
Peritoneum dat het colon ascendens aan de voorkant bedekt, en de laag die de lever bedekt.
59
New cards
Coecum (Blindedarm)
Deel van de dikke darm bij de ingang van het ileum, is vrij mobiel en heeft geen eigen mesenterium.
60
New cards
Appendix (Wormvormig aanhangsel)
Aanhangsel van het coecum; ontsteking ervan heet appendicitis.
61
New cards
Locatie coecum en appendix
Rechts onder in de buik, het gebied waar gezocht wordt bij een verdenking op appendicitis.
62
New cards
Ventrale aftakkingen aorta (Enkelzijdig/Ongepaard)
Truncus coeliacus, Arteria mesenterica superior, Arteria mesenterica inferior (vasculariseren de darm en gerelateerde organen).
63
New cards
Dorso-laterale aftakkingen aorta (Dubbelzijdig/Gepaard)
Arteria renalis (vasculariseert de nieren).
64
New cards
Laterale aftakkingen aorta (Dubbelzijdig/Gepaard)
Arteria iliaca communis (gaat naar de heup en het been).
65
New cards
Gevolgen verstopping poortader (bv. bij cirrhose)
Het bloed stroomt met te hoge druk terug naar waar het vandaan komt, wat leidt tot het ontstaan van varices (spataderen) op verschillende plekken.
66
New cards
Porto-cavale varices (andere plekken dan oesophagus)
In de vena lienalis (bij de milt) en in de vena pancreaticae (bij de pancreas).
67
New cards
Oerdarm (tractus digestivus)
Primitieve buis die van de mondholte tot de anus loopt, opgesplitst in voordarm, middeldarm en einddarm.
68
New cards
Mesogastrium
Het mesenterium van de maag.
69
New cards
Mesocolon
Het mesenterium van het colon.
70
New cards
Ontwikkeling lever
Ontstaat in het ventrale mesenterium van de maag.
71
New cards
Ontwikkeling milt
Ontstaat in het dorsale mesenterium van de maag.
72
New cards
Bursa Omentalis
Kleine peritoneale holte in de bovenbuik, afgesnoerd door de ontwikkelingen en draaiingen van organen en hun mesenteriën.
73
New cards
Foramen Omentalis
Kleine opening die de bursa omentalis in verbinding stelt met de peritoneale holte.
74
New cards
Retroperitoneale bloeding
Bloeding achter het peritoneum die vanzelf stopt omdat er niet veel plaats is voor het bloed om uit te zetten.
75
New cards
Pariëtale Peritoneum
De bekleding van de abdominale holte (buikvlies tegen de wand).
76
New cards
Viscerale Peritoneum
Het vlies dat rondom de darm (en andere organen) zit.
77
New cards
Bloedvaten naar intraperitoneaal orgaan
Lopen via een mesenterium of ligament naar het orgaan toe.
78
New cards
Secondair Extraperitoneaal (Retroperitoneaal)
Situatie waarbij een orgaan, oorspronkelijk intraperitoneaal, door groei en kronkeling tegen de wand komt te liggen en zijn mesenterium verliest (bv. pancreas, duodenum, colon ascendens/descendens).
79
New cards
Retroperitoneaal (ligging)
Structuur die achter het peritoneum ligt (bv. nieren), gezien vanuit ventraal naar dorsaal.
80
New cards
Subperitoneaal (ligging)
Structuur die onder het peritoneum ligt (bv. blaas), gezien vanuit craniaal richting caudaal.
81
New cards
Preperitoneaal (ligging)
Structuur die voor het peritoneum ligt (bv. buikspieren), gezien vanuit ventraal naar de buik.
82
New cards
Secundair Intraperitoneaal (Tuba fimbriae, ovarium, uterus)
Ontwikkelen zich eerst extraperitoneaal en migreren dan, waarbij ze een plooi peritoneum meenemen en een eigen mesenterium (ligamentum latum) creëren.
83
New cards
Diverticulitis (ventraal)
Ontsteking en perforatie van een divertikel aan de ventrale zijde, perforeert naar de buikholte en veroorzaakt faecale peritonitis (ernstig).
84
New cards
Diverticulitis (dorsaal)
Ontsteking en perforatie van een divertikel aan de dorsale zijde, blijft retroperitoneaal en veroorzaakt een retroperitoneaal abces (minder ernstig dan faecale peritonitis).