1/37
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Schematherapie
Wilt patronen doorbreken die zijn ontstaan vanuit vroegere ervaraingen.
Combineert denken, voelen en doen.
Vooral effectief bij persoonlijkheidsproblematiek, waarbij je steesds in dezelfde patroon terugvalt en daar moeilijk uitkomt.
Meest effectief bij volwassenen → Groter overtuigingskracht.
Uitgangspunt Schematherapie
Dieperliggende schema’s/cognities zijn gevormd door ervaringen in de jeugd, deze patronen uit de vroegere ervaringen zijn vaak pas te zien vanaf de adolescentie.
Er is onvoldoende voldaan aan je basisbehoeften, waardoor disfunctionele schema’s ontwikkelen.
Basisbehoeften
Heeft te maken met je omgeving.
Veiligheid
Verbondenheid
Autonomie
Competentie
Identiteit
Zelfexpressie
Spontaniteit
Spel
Realistische grenzen
Schema’s
Basisbehoeften + Temperament = Schema’s (Overtuigingen die je gebruikt om naar jezelf en anderen te kijken).
Wat gebeurt er wanneer een bepaald schema wordt ‘geraakt’?
Er wordt een bepaalde modus ingeschakeld → Iemand komt in een tijdelijke gemoedstoestand, die bestaat uit gedachten, gevoelens en gedrag.
ex. kind-modus → erg kwetsbaar voelen.
ex. strenge ouder-modus → streng en kritisch voelen.
ex. bescherm-modus → je wilt je innerlijke kind beschermen.
Wat is een Modi?
Verschillende kanten van jezelf, opgeroepen adhv bepaalde schema’s.
Hoe ontstaan psychische problemen volgens Schematherapie?
Combinatie van schema, coping stijl en modi kan resulteren in psychische problemen, zoals angst, depressie, agressie of interpersoonlijke problemen.
Wanneer komt copingstijl naar voren?
Wanneer er een situatie is en het schema wordt geactiveerd.
3 copingsstijlen
Manieren waaorp je kan reageren:
Overgave / freeze
Vermijding / flight
Fight / Overcompensatie / omkering
Bij soort coping horen ook bepaalde modi waar je meestal kortere tijd in zit → dit is een soort gemoedstoestand.
Wat betekent het als een client schematherapie volgt?
De client is in zijn jeugd iets tekortgekomen, wat te maken had met de basisbehoeften → Aandacht nodig voor die basisbehoeften in de relatie tussen client en therapeut.
Edwin Bordin: 3 factoren die centraal staan in de definitie vd therapeutische relatie
Overeenstemming over de doelen vd therapie.
Overeenstemming over de taken.
Kwaliteit vd persoonlijke band tussen therapeut en client staat centraal.
Persoonlijke band ontwikkelt het best wanneer de therapeut zichzelf is.
2 Kernaspecten van schematherapie
Empathische confrontatie
Limited reparenting
Empathische confrontatie
Veel begrip tonen voor de overtuigingen/schema’s die iemand heeft (ex. iemand ziet de wereld als onveilig door vervelende ervaring).
Gaat gepaard met confrontatie over de noodzaak van verandering.
Doe dit op een begripvolle manier.
Limited reparenting
Gaat over de tekortkomingen in de basisbehoeften vd client.
Geef het opvoeden op een bepaalde vorm in de therapie, zoals troost en steun geven, of juist bepaalde grenzen stellen aan gedrag.
Kom op consistente wijze in contact met de onderliggende behoeften vd client, zodat het destructieve patroon van vroeger doorbroken kan worden.
Techniek ‘Imaginatie’
Neem de client stap voor stap mee in een verhaal, alsof ze weer kind zijn, zoals het blije kind in jezelf naar boven halen.
Maak verhaal levendig en ga in op de zintuigen.
Techniek uitbreiden met reparenting of rescripting:
Probeer oude patronen van vroeger te veranderen, alsof deze vroeger al veranderd zouden zijn.
Had iemand weinig autonomie? → Ga via imaginatie inbeelden dat iemand wel voor zichzelf kon opkomen.
Let wel op dat het nare herinneringen kan oproepen → Spring in wanneer nodig.
Stoelen techniek
Praat tegen een modus/kant van jezelf die op een extra stoel in de kamer zou zitten. Vraag aan de client om een bepaalde modus aan te nemen, zoals de strenge ouder.
Client wordt meer bewust vd verschillende kanten van zichzelf en hoe deze niet helpend zijn.
Tegelijkertijd wordt duidelijk dat het kanten zijn van jezelf, en dus niet wie je als persoon helemaal bent.
ACT
Gaat om aandacht en acceptatie (minder over veranderen van gedrag of gedachten).
Gaat over cognitieve processen en de verbanden die je hierbij legt tussen denken, voelen en gedrag.
Waar slaat ACT op terug?
Functioneel contextualisme: Gedrag in contextl en de relational frame theory (RFT).
RFT
Hoe verloopt het denken en de invloed van taal en denken op gedrag?
We leggen continu verbanden tussen situaities en we nemen onze gedachten snel voor waar aan.
Uitgangspunt ACT
Emotionele pijn (zoals onzekerheid, verdriet, angst) is onlosmakelijk verbonden met het leven en moet daarom niet uit de weg gaan.
Het gaat om het aanleren van acceptatie van wat er op een bepaald moment is (incl. negatieve gevoelens) zodat actie kan worden ondernomen richting vastgestelde doelen, ipv. proberen de neg. gevoelens of gedachten zelf te beheersen en/of vermijden.
Psychologische inflexibiliteit
Wanneer je je heel erg verzet tegen emotionele pijn → Te veel verzet kan ervoor zorgen dat je vast komt te zitten in beperkt gedragsrepertoire.
Bij ACT probeer je een persoon weer psychologisch flexibel te maken.
Hexaflex
Model binnen ACT → Psychologische flexibiliteit staat in het midden, wat de manier van leven is en bereikt kan worden door samenwerking vd zes zuilen:
Acceptatie
ruimte maken voor vervelende ervaringen, pijn durven te voelen en bereid zijn om hier niet tegen te vechten.
Defusie
afstand nemen van je gedachten, en andere verhoudingen nemen tot de gedachten in je hoofd (ex. je hoofd zien als figuurtje dat tegen je praat, bedankt voor advies en niks mee doen).
Zelf als context
flexibel omgaan met je zelfbeeld → je bent niet wat je doet, voelt en denkt (over jezelf), je bent ‘gewoon’.
Toewijding aan waarden
investeren in waar je naartoe wil en hier echt voor gaan, ook bij tegenslagen.
Waarden
dat wat je echt belangrijk vindt (ipv wat je kwijt wil en waar je tegen vecht).
Contact met hier en nu
‘mindful’ leven, aandacht voor wat je zintuigen op dit moment merken (ipv nadenken over gisteren of morgen).
Afstand nemen van je gedachten, en andere verhoudingen nemen tot de gedachten in je hoofd (ex. je hoofd zien als figuurtje dat tegen je praat, bedankt voor advies en niks mee doen).
Welke zuil uit Hexaflex?
Defusie
investeren in waar je naartoe wil en hier echt voor gaan, ook bij tegenslagen.
Welke zuil in Hexaflex?
Toewijding aan waarden
dat wat je echt belangrijk vindt (ipv wat je kwijt wil en waar je tegen vecht).
Welke zuil uit Hexaflex?
Waarden
Verschil tussen pijn en lijden
Pijn = emotie die ontstaat vanuit een directe ervaring buiten jezelf.
Lijden = wat je hoofd ervan maakt, hoe je hoofd omgaat met de situatie.
denkfouten, ‘altijd en nooit’
Creatieve hopeloosheid
Het diepe besef dat pijn bij het leven hoort en dat je dit niet kan voorkomen.
Hier vanaf willen impliceert dat iemand hier tegen vecht.
Ontstaat na het besef dat dit niet kan, wat samengaat met creativiteit over wat iemand dan wel kan doen.
Compassie
Men mag liever voor zichzelf zijn en minder streng.
Belangrijk in ACT.
ACT-4-kids
Hexaflex model voor kinderen.
Contact met hier en nu → Boom
staat stevig in de aarde, speelt in op zintuigen, staat voor hier en nu.
Waarden → Hart
waar gaat je hart sneller van kloppen?
doel in therapie.
Toegewijde actie → Kat
doen wat ze willen, om te krijgen wat ze willen.
Zelf als context → Poppetje
dat ben jij en daar blijft het bij.
Acceptatie → Olifant
heel sterk, kan veel dragen.
Defusie → Uil
is vaak erg wijs, maar heeft ook wat kletspraat.
staat voor fijne gedachten, maar kan ook te veel om je hoofd vliegen waardoor je alleen nog de uil ziet.
Oefeningen met ‘jouw uil’
Nadenken over een doel en nagaan over wat jouw uil hierover zegt: wat heb je eerder meegemaakt, wat hebben anderen je vertelt, wat kan er allemaal gebeuren, etc.
Achterhalen of de client een uil heeft die heel erg waarschuwt of juist aanmoedigt.
We hebben allemaal onderliggende gedachten en gevoelens die op je inspelen, bv. wat anderen wel of niet over je zouden denken in bepaalde situaties.
Het eiland van gedoe
Vergelijkbaar met G-schema van CGT → Gebruiken bij lastige situaties en wat er op dat moment allemaal met een persoon gebeurt.
Elementen van ACT-4-kids komen in eiland terug.
Wanneer hele afbeelding is ingevuld, kan afhankelijk vd elementen bepaald worden waar meer op moet worden ingezet.
Oefening met ‘je olifant’
Acceptatie → exposure therapy (kan je ongemak verdragen?)
ACT vs. CGT
Voordelen EMDR tegenover TF CBT (Trauma focused CGT)
Het werkt snel
het is makkelijk uit te voeren
het is grotendeels non-verbaal
het wordt door patienten en therapeuten als relatief weinig emotioneel belastend ervaren
Veklaring EMDR
Belasting vh werkgeheugen
→ Het ophalen van een nare ervaring betekent dat het in het werkgeheugen zit
→ Door tegelijkertijd een andere taak uit te voeren, ontstaat er concurrentie in het werkgeheugen
→ Zorgt ervoor dat de levendigheid en naarheid vd herinnering wnders worden
→ Geeft ruimte om een andere betekenis te geven aan het plaatje.
3 elementen binnen EMDR
Oogbewegingen (EM)/werkgeheugenbelasting
iets met je ogen volgen, tetris spelen, sommen maken, woorden achteruit spellen, etc.
Desensitisatie (D)
angstreductie
Informatieverwerking (R)
verandering in de cognitieve processen waardoor de herinnering een andere betekenis krijgt.
Stappen EMDR
Indicatie stellen
kan bij een bepaalde situatie/persoon EMDR worden uitgevoerd of niet?
‘Targets’ identificeren
wat zijn de nare herinneringen die aangepakt moeten worden?
Client voorbereiden → Psycho-educatie
wat is EMDR, hoe werkt het, waarom ga je het doen, etc.
kan ook copingvaardigheden aanleren.
Begin EMDR → Selecteer per keer een ‘target’
negatieve cognitie (NC) en positieve cognitie (PC) identificeren en formuleren, waarbij je de geloofwaardigheid volgens de validity of cognitions (VOC) bepaalt.
Desensitisatie
vraag client zich te concentreren op het targetbeeld, NC en lichamelijke sensaties.
daarna direct werkgejeugen belasten.
Met enige regelmaat stilstaan bij subjective units of disturbance (SUD)
hoeveel spanning voel je nog bij het plaatje?
Target beeld koppelen aan PC met sets, tot VOC maximaal is (geloofwaardig).
Bodyscan
zit er nog spanning ergens in het lijf?
Future template
een toekomstige situatie (gelinkt aan het trauma) koppelen aan PC (ik kan het aan).
Bij afsluiting sessie de Resultaten nog consolideren
bespreek wat is behaald
geef info. over wat je kan merken/verwachten na de EMDR sessie.
volgende keer SUD nog een keer checken of die 0 is.
Verhalenmethode
Voor preverbaal trauma, zoals prematuur geboren worden.
Lees verhaal geschreven door ouder over de traumatische ervaring voor aan de client terwijl je ondertussen EMDR uitvoert.
Je weet niet precies waar trauma bij het kind zit.