Examen juni Frans SPW Caputsteen woordenschat
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/219
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
220 Terms
le corps humain
het lichaam
la tête
het hoofd
la nuque
de nek
le dos
de rug
le derrière
het achterwerk
l'œil
het oog
le nez
de neus
la gorge
de keel
le bras
de arm
la jambe
het been
le genou
de knie
les cheveux
de haren
l'oreille
het oor
l'épaule
de schouder
la poitrine
de borstkas
le ventre
de buik
le nombril
de navel
la main
de hand
le doigt
de vinger
la cheville
de enkel
le pied
de voet
le sourcil
de wenkbrauw
le cil
de wimper
les lèvres
de lippen
le menton
de kin
la langue
de tong
le visage
het gezicht
le front
het voorhoofd
la joue
de wang
la bouche
de mond
la dent
de tand
l'auriculaire
de pink
l'annulaire
de ringvinger
le majeur
de middenvinger
l'index
de wijsvinger
le pouce
de duim
le poignet
de pols
un orteil
een teen
un ongle
een nagel
le talon
de hiel
partout
overal
des gens
mensen
se préparer au pire
zich voorbereiden op het ergste
tant pis
jammer
un bruit
een geluid
s'endormir
in slaap vallen
un câlin
een knuffel
se dépêcher
zich haasten
un attentat
een aanslag
courir
rennen
un cœur
een hart
voler
stelen, vliegen
un corps
een lichaam
chercher
zoeken
un incendie
een brand
Je suis coincé
ik zit vast
être coincé(e)
vastzitten
une voix
een stem
ajouter
toevoegen
un blessé
een gewonde
agir
handelen, iets doen
une ceinture
een gordel
je peux me tromper
ik kan me vergissen
le silence
de stilte
chuchoter
fluisteren
la télécommande
de afstandsbediening
avoir besoin de
nodig hebben
le banlieue
de buitenwijk
s'échapper, fuir
ontsnappen, vluchten
le périphérique
de ringweg
ne pas faire demi-tour
niet rechtsomkeer maken
le réveil
de wekker
tuer
vermoorden
le sommeil
de slaap
la sortie
de afslag
comme d'habitude
zoals gewoonlijk
doux, douce
zacht
vous êtes chez vous?
zijn jullie thuis?
chez moi, toi, elle, lui
thuis
éveillé (e)
wakker
avoir envie d'être dérangé
zin hebben om gestoord te worden
loin
ver
il y a autre chose
er is iets anders
prudent(e)
voorzichtig
même
zelfs
pas encore
nog niet
elle non plus
zij ook niet
soudain
plotseling
il est hors de danger
hij is buiten gevaar
il n'y a rien à dire
er is niets te zeggen
la ville autour
de stad rondom
dans une demi-heur
binnen een half uur
être en colère
boos zijn
sage
braaf
assez
voldoende
entendre
horen
avant
ervoor (tijd)
après
erna (tijd)
une promenade
een wandeling
se détendre
zich ontspannen