1/61
Alle paragrafen (begrippen)
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
alpenweide
hoogtegordel in de bergen met grassen, kruiden en lage struikjes (boven de boomgrens)
bereikbaarheid
de mogelijkheid om een plaats te bereiken
bevolkingsconcentratie
opeenhoping van mensen in een gebied
bevolkingsdichtheid
het gemiddelde aantal mensen per vierkante kilometer (inw/km2)
bevolkingsspreiding
de verdeling van mensen over een land of gebied
biodiversiteit
variatie aan levensvormen in de natuur
boomgrens
grens tussen een gebied waar nog wel bomen groeien en waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur (kouder dan 10ºC)
breedtecirkel
cirkel die plaatsen van gelijke breedteligging verbindt
breedteligging
de afstand van een plaats tot de evenaar
cultuurgrond
grond die gebruikt wordt voor akkerbouw of veeteeld
cultuurlandschap
Landschap waarin mensen huizen, wegen, akkers, weilanden en andere dingen hebben aangelegd
dubbelseizoen
twee keer per jaar een piek in het aantal toeristen
duurzaam
ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan
eeuwige sneeuw
gebied waar altijd sneeuw ligt
etage
boomkruinen op verschillende hoogten in een bos
evenaar
lijn die de evenaar in twee helften verdeeld: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond
extensieve veeteelt
veeteelt met weinig vee per hectare
gematigde zone
het gebied tussen de breedte cirkels 23½º en 66½º N.B en 23½º en 66½º Z.B. Gematigd wil zeggen: niet te warm en niet te koud
gemengd bos
bos waar loof- en naaldbomen door elkaar groeien. ligt tussen de taiga en de loofboomgordel
gletsjer
enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift
herbebossing
het opnieuw aanplanten van jonge bomen na een houtkap
hoge breedte
de ligging van een plaats ver van de evenaar (meer dan 60º)
hooggebergte
berggebied met toppen die hoger zijn dan 1500m
hoogtegordel
zone van plantengroei in een gebergte
ingericht landschap
Landschap waarin mensen huizen, wegen, akkers, weilanden en andere dingen hebben aangelegd
intensieve veeteelt
veeteelt met veel vee per hectare
irrigatie
het kunstmatig nathouden van landbouwgronden
isotherm
lijn die punten van een gelijke temperatuur met elkaar verbindt
keerkring
de breedtecirkel van 23½º N.B en 23½º Z.B.; grens van de tropen
klimaatdiagram
diagram met de gemiddelde temperatuur en neerslag van een gebied
lage breedte
de ligging van een plaats dicht bij de evenaar ( minder dan 30º)
landijs
laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst
loofboomgordel
zone in de gematigde luchtstreek waar loofbomen groeien zoals eiken en beuken
luchtstreek
temperatuurzone op aarde: tropen, gematigde zone en poolstreken
naaldboomgordel
zone in de gematigde luchtstreek waar naaldbomen groeien in de winter is het er gemiddeld kouder dan -3ºC
natuurlandschap
een landschap dat (bijna) niet door mensen is ingericht. Het is puur natuur
natuurlijke hulpbron
product uit de natuur dat mensen goed kunnen gebruiken
neerslag
water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerkomt
Noordpool
de noordelijkste plek op aarde
noordpoolcirkel
de breedtecirkel van 66½º N.B.
oase
plek in de woestijn waar water is
ontbossing
het kappen van bossen
oorspronkelijke plantengroei
de natuurlijke plantengroei die ergens voorkomt
permafrost
altijd bevroren ondergrond
poolcirkel
de breedtecirkel van 66½º N.B. (noordpoolcirkel) en de breedtecirkel van 66½º Z.B. (zuidpoolcirkel)
poolstreken
Gebied ten noorden van 66½º N.B. en ten zuiden van 66½º Z.B
regentijd
Jaarlijkse periode met veel neerslag in de tropen
relief
hoogteverscillen in het landschap
rotsgordel
hoogtegordel waar door de kou en de harde ondergrond bijna geen planten meer groeien
savanne
landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken
schaalniveau
de schaal waarop je naar de wereld kijkt: Lokaal, regionaal, nationaal en mondiaal
steppe
droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes
stijgingsregen
regen die ontstaat door opwarming van de lucht waardoor die lucht gaat stijgen en afkoelen
taiga
zone in de gematigde luchtstreek waar naaldbomen groeien. In de winter is het er gemiddeld kouder dan -3ºC Heet ook naaldboomgordel
toendra
Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen mossen en lage struikjes
tropen
warme luchtstreek bij de evenaar tussen 23½º N.B en 23½º Z.B
tropisch regenwoud
dicht ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen
vegetatie
plantengroei.
woestijn
een erg droog gebied waar bijna niets groeit.
zee-ijs
bevroren zeewater (pakijs en drijfijs)
zuidpool
de zuidelijkste plek op aarde
zwerflandbouw
het na een bepaalde periode verplaatsen van een akker naar een nabijgelegen stuk land, omdat de bodem niet vruchtbaar genoeg is voor een permanente akker