Looks like no one added any tags here yet for you.
Wij maken gebruik ______ de lift.
van
Ik concludeer ______ jouw verhaal, dat hij de dader is.
uit
Ik moet dat eerst ______ hem bespreken.
met
Hij wordt beschuldigd ______ diefstal.
van
Onze sympathie gaat uit ______ zijn vrouw.
naar
Neem maar ______ mij aan dat hij vanavond komt.
van
______ dit verhaal blijkt dat hij de waarheid heeft gezegd.
uit
Dat is van belang ______ je verdere loopbaan.
voor
We nemen geen genoegen ______ zijn excuses.
met
Hij werd geconfronteerd ______ de realiteit.
met
We hebben onze handen vol ______ de voorbereidingen.
aan
Vraag het hem maar; hij heeft kijk ______ planten en bloemen.
op
Wie nemen er deel ______ de wedstrijden?
aan