de mens is een cultuurscheppendwezen, een wezen dat cultuur schept, cultuur omvat bijna alles wat door mensen is bedacht, gezegd, gedaan of gemaakt, alles wat op een of andere manier door mensen is voortgebracht of geschapen
New cards
2
Cultuur – Natuur
cultuur is het tegendeel van natuur cultuur is altijd kunstmatig en niet van nature gegeven
New cards
3
Cultuur
cultuur: term voor de algemene gebruiken, normen en waarden van een bepaalde groep mensen.
New cards
4
Civilisatie
civilisatie: groep mensen met zelfde manier van omgang met elkaar
New cards
5
Beschaving
beschaving: een groep mensen met dezelfde gebruiken, normen en waarden.
New cards
6
Etnologie en culturele antropologie
de studie naar een bepaalde cultuur
New cards
7
Cultuurfilosofie en de vragen van de cultuurfilosofie
filosoferen over cultuur en vragen dingen zoals: Wat zijn de voorwaarden die cultuur mogelijk maakt en wat beweegt on mensen ertoe om onszelf te cultiveren. (Meer voorbeelden van vragen pg 123)
New cards
8
Cultuurkritiek
een beargumenteerde afwijzing van een bepaalde cultuur of sommige aspecten daarvan, vanuit een opvatting over hoe het anders en beter zou moeten.
New cards
9
Milieufilosofie
het bestuderen van de houding van de mens tegenover de natuurlijke leefomgeving
New cards
10
Ecologie
de studie van natuurlijke leefmilieus, al dan niet in relatie met de mens
New cards
11
Instinct
angeboren/overgeërfde gedrag
New cards
12
Rede/ratio
menselijk denkvermogen
New cards
13
Animal rationale
rationeel dier, die dat zelf dingen kan bepalen, met deze term wordt de mens aangeduid
New cards
14
Nature – nurture
nature: aangeboren nurture: aangeleerd
New cards
15
Sociobiologie
doet onderzoek naar gedrag van dieren en mensen door te kijken naar evolutie
New cards
16
Drie domeinen van cultuurscheppende activiteit
1 ontwikkeling van technische vaardigheden om dingen te maken 2 het scheppen en gebruiken van taal en tekens om te communiceren en kennis op te doen 3 het scheppen van waarden om houvast en richting te geven aan het leven
New cards
17
Techniek
tot de producten van de techniek behoren alle materiële, tastbare dingen die niet kant-en-klaar door de natuur zijn voortgebracht, maar door mensen doelbewust zijn vervaardigd
New cards
18
Technologie
de leer van de techniek
New cards
19
Cultuurteken
teken dat door de mens ins bedacht en onderling een betekenis is afgesproken
New cards
20
Teken en betekenis
teken: iets dat je kan waarnemen met je zintuigen (bijv. zien horen voelen ruiken) dat een diepere betekenis heeft dan alleen de zintuigelijke waarneming. (betekenis kan per cultuur verschillen) Bijv. Iemand zwaait met zijn hand (zintuigelijk gaat een hand heen en weer) dat betekent dat je iemand groet/afscheid neemt van iemand.
New cards
21
Signalen
tekens die als tekens worden bedoeld. (als iemand zwaait met zijn hand omdat diegene zich verbrand heeft is het niet bedoeld als teken dus geen signaal)
New cards
22
Icoon
er is sprake tussen het teken en wat ermee wordt bedoeld.
New cards
23
Pictogram
iconen (mannetje/vrouwtje op wc deur)
New cards
24
Symbool
relatie tussen teken en wat ermee bedoeld wordt. Rood en groen op stoplichten zijn symbolen. Maar het poppetje erin is een icoon
New cards
25
Symbolisme
het gebruik van symbolen
New cards
26
Levens- en wereldbeschouwing
de ideeën over mens en wereld
New cards
27
Waarde
iets heeft waarde voor je als het een voorwerp is dat je wil hebben en/of behouden (vb: gezondheid, geluk, comfort en vrijheid)
New cards
28
Norm
middel om een bepaalde waarde te bereiken. Hierbij wordt met waarde levensdoel bedoeld bijv. Als je een goede gezondheid (levensdoel/waarde) wil dan eet je gezonder of ga je sporten (middel/norm)
New cards
29
Subcultuur
groep met eigen andere waarden dan de dominante cultuur
New cards
30
Europacentrisme
neiging om de hele mensheid te bekijken met de westerse cultuur als middelpunt (vb van etnocentrisme)
New cards
31
Etnocentrisme
de hele mensheid wordt beoordeeld vanuit de waarden van het eigen volk of de eigen natie
New cards
32
Antropocentrisme
het zodaning centraal stellen van de waardenvan de mensen
New cards
33
Fundamentalisme
fundamentalisme: berust op de vaste overtuiging van de waarheid van een bepaalde wereldbeschouwing en de ongevoeligheid voor tegenargumenten. Dit kan leiden tot fanatisme
New cards
34
fanatisme
hartstochtelijk geloof in de eigen waarden.
New cards
35
absolutisme
Absolutisme: de opvatting dat de eigen waarden absoluut en onwrikbaar zijn, omdat ze zijn verankerd in een onveranderlijke wereldorde.
New cards
36
Relativisme
de opvatting dat de waarden van alle (sub)culturen in het beginsel evenveel bestaansrecht hebben, omdat er geen universele maatstaf bestaat waarmee ze onderling kunnen worde vergeleken.
New cards
37
Universalisme
de opvatting dat bepaalde morele of politieke waarden boor alle mensen en culturen moeten gelden. (bijv mensenrechten)
New cards
38
Pluralisme
pluralisme: binnen een samenleving moeten meerdere (sub)culturen vrijelijk naast elkaar kunnen bestaan
New cards
39
uniformiteit
uniformiteit: iedereen moet zich aan 1 dominante cultuur aanpassen
New cards
40
Multiculturele samenleving
samenleving waarin meerdere (sub)culturen vrijelijk naast elkaar bestaan