1/106
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
lente
spring
herfst
autumn
gemmiddalde
average
krijgen
to get, receive
veel
a lot of
worden
to become
vallen
to fall
het voedsel
the food
het ijs
ice
heel
all
sneeuwen
to snow
vriezen
to freeze
te
too
liggen
to lie
aan de zee
on the coast
sommige
some
snel
fast
langzaam
slow
seizoen
season
trek in
to fancy
boodschappen
groceries
halen
to get
opvang
daycare
in plaats van
instead of
weg
away
trui
sweater
kennen
to know
kunnen
can
slaan af
to turn to
leerling
student
leraar
teacher
naast
next to
rennen
to run
uitleggen
to explain
zwakke
weak
zware
heavy
lichte
light
vieren
to celebrate
druk
busy, energetic
tuin
garden
lenen
to borrow
gevoelens
feelings
huwelijk
wedding
huilen
to cry
uiterlijk
apperance
snor
mustache
kaal
bald
aardig
kind
grappig
funny
stil
slow, quiet
netjes
neat
slordig
messy
eruitzien
to look like
best wel
quite
niet zo
not much
helemaal niet
not at all
harstikke
very
helemaal
absolutely
mooi
pretty
lief
adorable
paraplu
umbrella
onregelmatig
irregular
strafwerk
punishment
ram
window
beschermen
to protect
folder
flyer
afsteken
to fire
vuurwerk
firework
tussen
between
boete
fine
vuurwerkverbod
firework prohibition
bepaallde
certain
plekken
areas
kinderboerderijen
kids farm
boerderij
farm
veilig
safe
jaarwisseling
year change
wisseling
change, exchange
tijdens
during
verplicht
obligatory
hadden
past form of hebben
afgesproken
agreed, arranged
afspreken
to make an appointment
ochtend
morning
zaterdagochtend
saturday morning
trakteren
to treat
redden
to save, rescue
redden we niet
we will not make it
het word
it becomes
worden
to become
mee
me
daarmee
with that
zoals afgesproken
as agreed
we hebben er zin in
we look forward to
aan komen
to arrive
staan
stand up
vroeg
early
blijven
to stay
eigen
own
eigen risico
own risk