4. Les cathédrales - vocabulaire

De huiver

Le frisson

Huiveren

Frissonner

Al rillende

En frémissant

Het schavot

L’échafaud

Een stormram

Un bélier

Onvermoeibaar

Infatigable

Gewiegd

Bercé

Een grafkist

Un cercueil

Inderhaast

En grande hâte

Bitter

Amer

Een haard

Un âtre

Een ondergaande zon

Un soleil couchant

Het graf

La tombe

Een bisschop

Un évêque

Iets ondernemen, beginnen aan

Entreprendre

Renovatiewerken ondernemen

Entreprendre des travaux de rénovation

Iets waard zijn

Digne de

De belangrijkste stad van het (konink)rijk verdient een dergelijke kathedraal

Une cathédrale digne de la première cité du royaume

Deze man is bewonderenswaardig

Cet homme est digne d’admiration

Een waardig iemand

Une personne digne

Een gebrek aan waardigheid

Manquer de dignité

Materiaal, levensmiddelen aanvoeren

Acheminer des matériaux, des vivres

Een (groot) plan, project

Un (grand) dessein

De tekening (van een plan)

Le dessin (d’un plan)

Afkomstig zijn uit

Provenir de

De stenen komen uit de steengroeven

Les pierres proviennent des carrières

Komend van/uit

En provenance de

De trein uit Lyon komt zo dadelijk aan

Le train en provenance de Lyon entre en gare

Het uiteinde van een voorwerp

L’extrémité d’un objet

De vingertop

L’extrémité du doigt

Handen en voeten

Les extrémités

Bevroren handen en voeten hebben

Avoir les extrémités glacées

Het regenwater, afvalwater afvoeren

Évavuer l’eau de pluie, les eaux usées

Een plaats ontruimen

Évacuer un lieu

De Duitsers hebben zich uit Frankrijk teruggetrokken in 1944

Les Allemands ont évacué la France en 1944

Een zinkend schip verlaten

Évacuer un navire qui sombre

Afwatering, lozing

L’évacuation (des eaux de pluie)

De ontruiming van een gebouw bij brand

L’évacuation d’un bâtiment en cas d’incendie

Een gebouw, een meubel, een boek beschadigen

Abîmer un bâtiment, un meuble, un livre

Zijn ronde doen

Faire sa tournée

Schemering

Le crépuscule

De dageraad

L’aube

De bomen staan in bloei/bloeien

Les arbres sont en fleurs

Een boomstam

Un tronc d’arbre

Een toren

Une tour

De Ronde van Frankrijk

Le tour de France

Een ommetje maken

Faire le tour du bloc

Een goocheltruc

Un tour de magie

Een mus

Un moineau

Een duif

Un pigeon

Een schop

Une pelle

Een emmer

Un seau

Wilde kastanjeboom

Un marronnier

Tamme kastanjeboom

Un châtaignier