Kaarten: Sops H8 - sociale ongelijkheid en armoede | Quizlet

sociale ongelijkheid

rangschikking van sociale positie van hoog naar laag.

2 delen sociale ongelijkheid:

- ongelijke verdeling

- ongelijke waardering en behandeling

ongelijke waardering

schaarse, algemene gewaardeerde zaken

Ongelijke waardering en behandeling

discriminatie

inkomensongelijkheid

ongelijke verdeling nationale inkomen (geld dat binnenkomt)

vermogensongelijkheid

totaal bezit aan geld en goederen

Gini-coefficiënt

- wordt gebruikt om inkomens- en vermogensongelijkheid in de kaart te brengen

- getal tussen 0&1

- 0 = perfecte gelijkheid

- 1 = één persoon volledig inkomen

- ideale situatie: tussen 0 en 0,5

Gini-index

Gini coëfficiënt in percentage

Kansenongelijkheid

leid tot meer inkomens- en vermogensongelijkheid en omgekeerd

armoede

Netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan.

buitenkant armoede

materiële --> meestal zichtbaar

binnenkant armoed

menselijke gevolgen --> minder zichtbaar

generatie armoede

armoede die doorgegeven word van ouders op kinderen

nieuwe armoede

als mensen die nog niet arm waren in armoede verzeilen

Aspecten van armoede

-inkomen en schulden

-voeding

-huisvesting

-gezondheidszorg

-onderwijs

-werk

klovenmodel

5 kloven tussen armen en rijken

5 kloven van armoede

- gevoelskloof

- kenniskloof

- vaardigheidskloof

- positieve krachtenkloof

- structurele kloof

gevolgen:

onderwijs, levensverwachting en economische groei

gevolg onderwijs:

Hoe rijker, hoe groter de kans is dat je in aso zit en dat je niet blijft zitten tegenover armere mensen.

gevolg levensverwachting:

Hoe rijker je bent hoe langer je leeft dan armere mensen

gevolg economische groei :

Hoge inkomensongelijkheid weegt op de economische welvaart