english unit 3 let's go shopping

Can I help you?

Kan ik u helpen?

Are you looking for something?

Zoekt u iets?

I'm just looking/browsing.

Ik ben aan het rondkijken.

I'm looking for...

Ik zoek...

Where are the changing rooms?

Waar zijn de paskamers?

The changing rooms are here / over there.

De paskamers zijn hier / daar.

Can I try ... on?

Kan ik ... passen?

What size are you?

Welke maat hebt u?

Would you like another colour / size?

Wilt u deze graag in een andere kleur / maat?

I am a small / medium / large / a 38.

Ik heb een small / medium / large / maatje 38.

Do you sell this / these in another size / in a 40/ in a smaller size / in a bigger size?

Verkoopt u dit / deze ... in een andere maat / in een 40 / in een kleinere maat / in een grotere maat?

Do you have this in red / in another colour?

Hebt u dit in het rood / in een andere kleur?

Here you are.

Alsjeblieft.

I'm sorry, that's the last one.

Het spijt me, dat is de laatste.

How is it?

Hoe zit het?

It is too big / too loose / too short / too long / too small / too tight.

Het is te groot / te los / te kort / te lang / te klein / te spannend.

They're perfect. I'll take them.

Ze zijn perfect. Ik neem ze.

I like it. I don't like it.

Het bevalt me. Het bevalt me niet.

It looks good on me.

Het staat me goed.

How much is it? How much are they?

Hoeveel kost het? Hoeveel kosten ze?

How much is this one? / How much are these (ones)?

Hoeveel kost dit? Hoeveel kosten deze?

It is ... . They are ... .

Het kost ... . Ze kosten ... .

This one is only ...

Die kost slechts ...

These (ones) are ...

Deze kosten ...

That's cheap / too expensive.

Dat is goedkoop / te duur.

Is it in the sales? I'm afraid it isn't.

Is dit afgeprijsd? Ik vrees van niet.

Is there a discount? I'm sorry but there isn't.

Is er een korting? Sorry, die is er niet.

Cash or card?

Cash of met de kaart?

Can I have a receipt, please?

Kan ik een kassabon krijgen a.u.b. ?

Here is your change.

Hier is uw wisselgeld.

Would you like a bag? Yes please.

Hebt u graag een draagtas? Ja, graag.

Do you have a loyalty card? No, I don't. Yes, I do.

Hebt u een klantenkaart? Nee/ja.

to wear clothes

kleren dragen

to buy clothes

kleren kopen

fashion

mode

a label

een merk

to go shopping

gaan winkelen

to exchange

omruilen

to return

teruggeven

a salesperson

een verkoper

a shop assistant

een winkelbediende

a customer

een klant

the price

de prijs

to spend money on

geld besteden aan

to cost

kosten

second-hand

tweedehands

to forget

vergeten

to hear

horen

to need

nodig hebben

to remember

zich herinneren

to think

denken

to understand

begrijpen

ninety-nine pence

£ 0.99

one pound fifty

£ 1.50

sixteen pounds twenty-two

£ 16.22

seventy-five dollars

$ 75

one hundred euros

€ 100

on the first floor

op de eerste verdieping

on the ground floor

op de benedenverdieping

on the second floor

op de tweede verdieping

on the top floor

op de bovenste verdieping

on your left

aan je linkerkant

on your right

aan je rechterkant

downstairs

beneden

upstairs

boven

between

tussen

opposite

tegenover

in front of

voor

next to

naast

a beauty salon

een schoonheidssalon

a chemist's

een drogisterij

a supermarket

een supermarkt

a department store

een warenhuis

a bookshop

een boekenwinkel

a toy shop

een speelgoedwinkel

a stationery shop

een winkel met kantoorbenodigdheden

a thrift shop

een kringloopwinkel

a shoe shop

een schoenwinkel

a pet shop

een dierenwinkel

a DIY shop

een bouwmarkt

a grocery shop

een kruidenierswinkel

a florist's

een bloemist

a newsagent's

een uitbater van een krantenwinkel

a deli

een delicatessenwinkel

an optician's

een opticien

an ATM

een geldautomaat

a post box

een postbus

an escalator

een roltrap

an information desk

een infobalie

a lift

een lift

stairs

trappen

a taxi

een taxi

First Aid

EHBO, eerste hulp

toilets

toiletten

a second-hand shop

een kringloopwinkel

an elevator

een lift

green

groen

white

wit

black

zwart

pink

roze