irregular imperfectum?

0.0(0)
studied byStudied by 7 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/51

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

52 Terms

1
New cards

Beginnen

Begon, Begonnen

2
New cards

Begrijpen

begreep, begrepen

3
New cards

binden

bond,bonden

4
New cards

blijven

bleef,bleven

5
New cards

brengen,

bracht,brachten

6
New cards

denken

dacht,dachten

7
New cards

doen

deed,deden

8
New cards

dragen

droeg,droegen

9
New cards

drijven

dreef,dreven

10
New cards

drinken

dronk,dronken

11
New cards

eten

at,aten

12
New cards

gaan,

ging,gingen

13
New cards

geven

gaf,gaven

14
New cards

hebben

had,hadden

15
New cards

helpen

hielp,hielpen

16
New cards

kiezen

koos,kozen

17
New cards

kijken

keek,keken

18
New cards

komen

kwam,kwamen

19
New cards

kopen

kocht,kochten

20
New cards

krijgen

kreeg,kregen

21
New cards

kunnen

kon,konden

22
New cards

lachen

lachte,lachten

23
New cards

laten

liet,lieten

24
New cards

lezen

las,lazen

25
New cards

liegen

loog,logen

26
New cards

liggen

lag,lagen

27
New cards

lopen

liep, liepen

28
New cards

moeten

moest,moesten

29
New cards

nemen

nam,namen

30
New cards

rijden

reed,reden

31
New cards

schrijven

schreef,schreven

32
New cards

slaan

sloeg,sloegen

33
New cards

slapen

sliep,sliepen

34
New cards

sluiten

sloot,sloten

35
New cards

spreken

sprak,spraken

36
New cards

staan

stond,stonden

37
New cards

treffen

trof,troffen

38
New cards

trekken

trok,trokken

39
New cards

vallen

viel,vielen

40
New cards

vechten

vocht,vochten

41
New cards

vergeten

vergat,vergaten

42
New cards

verliezen

verloor,verloren

43
New cards

vinden

vond,vonden

44
New cards

vragen

vroeg,vroegen

45
New cards

weten

wist,wisten

46
New cards

willen

wilde ,wilden

47
New cards

worden

werd,werden

48
New cards

zeggen

zei,zeiden

49
New cards

zien

zag,zagen

50
New cards

zijn

was,waren

51
New cards

zoeken

zocht,zochten

52
New cards

zoeken

zocht,zochten