iteratief karakter
je gaat heen en weer tussen verschillende stappen in het onderzoeksproces, op grond van verdere stappen worden eerdere stappen in het proces vaak herzien en aangepast
emic perspectief
neemt het perspectief en de woorden van de participanten als standpunt, insider perspectief, typisch voor kwalitatief onderzoek
1/99
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
iteratief karakter
je gaat heen en weer tussen verschillende stappen in het onderzoeksproces, op grond van verdere stappen worden eerdere stappen in het proces vaak herzien en aangepast
emic perspectief
neemt het perspectief en de woorden van de participanten als standpunt, insider perspectief, typisch voor kwalitatief onderzoek
etic perspectief
veronderstelt dat de onderzoeker reeds bestaande theorieën, hypothesen en concepten als uitgangspunt neemt, outsider perspectief, typisch voor kwantitatief onderzoek
naturalistisch onderzoek
onderzoek naar alledaags gedrag in de leefwereld van de participanten
thick description
op een gedetailleerde manier worden conceptuele structuren en betekenissen beschreven, rijke beschrijving met oog voor biografische, historische, situationele, relationele en interactionele gegevens
reflexiviteit
proces waarbij we reflecteren op onze eigen en andermans persoonlijke en sociale kenmerken, hoe ze verschillen en samenkomen en vormgeven aan de sociale interactie tussen ons
mixed-method benadering
zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden kunnen binnen één onderzoek worden gecombineerd
narratieve methode
richt zich op verhalen die mensen vertellen over zichzelf en hun leven
erklären
verklaren en komen tot causale verbanden (kwantitatief onderzoek)
verstehen
begrijpen (kwalitatief onderzoek)
paradigmatisch/logisch-wetenschappelijke modaliteit
reflecteert over een objectieve deterministische wereld, affiniteit met positivistische natuurwetenschappen, gebruikt abstracte als-dan stellingen
narratieve modaliteit
reflecteert over een geconstrueerde wereld waarin menselijke agency dingen kan laten gebeuren, affiniteit met sociale/humane wetenschappen, gebruikt verhalen om zin te verlenen aan gebeurtenissen/ervaringen
ontologie
definieert de vorm en aard van de realiteit en wat er geweten kan worden over die realiteit
epistemologie
definieert de relatie tussen onderzoeker en onderzoeksparticipant
methodologie
refereert naar het proces en de procedures van het onderzoek
axiologie
betreft de rol van waarden van de onderzoeker in wetenschappelijk proces
retorische structuur
verwijst naar de taal die gebruikt wordt om procedures en resultaten van onderzoek te presenteren aan het beoogde publiek
realisme
één kenbare, identificeerbare en meetbare realiteit
naïef realisme
één ware werkelijkheid waar we rechtstreeks toegang tot hebben
kritisch realisme
één werkelijkheid, maar die valt slechts gedeeltelijk te bevatten
relativisme
meervoudige, geconstrueerde realiteiten
objectivisme/dualism
de onderzoeker en de participant zijn onafhankelijk dus objectief te bestuderen
subjectivisme/transactioneel
de interactie tussen participant en onderzoeker staat centraal, geco-construeerde bevindingen
kwantitatieve imperatief
tendens om kwantitatief onderzoek te prefereren in de psychologie
dialectisch proces
redeneervermogen die gebruikt maakt van tegenstellingen om naar waarheid te zoeken
wetenschapsfilosofie
conceptuele wortels die ten grondslag liggen aan de zoektocht naar kennis
paradigma
verzameling van verbonden aannames over de sociale wereld die een filosofisch en conceptueel kader biedt voor de georganiseerde studie van die wereld
ideografisch onderzoek
focust op het begrijpen van het individu als unieke, complexe entiteit, ideografische teksten zijn heel beschrijven en gedetailleerd
nomothetisch onderzoek
focust op het ontdekken van algemene gedragspatronen die een normatieve basis hebben, primair doel is voorspelling/verklaring van fenomenen
kwantitatieve methode
focust op strikte kwantificatie van waarnemingen en zorgvuldige controle van empirische variabelen
kwalitatieve methode
brede klasse van empirische procedures ontworpen om de ervaringen van participanten te beschrijven en interpreteren in een context-specifieke setting
positivisme
zoekt objectieve, universele waarheden door middel van empirische observatie en verificatie van feiten
post-psoitivisme
erken de rol van subjectiviteit en context in onderzoek, maar streeft nog steeds naar objectieve kennis door middel van systematische observatie en kritische analyse
constructivisme-interpretivisme
legt de nadruk op het begrijpen van sociale fenomenen door middel van de interpretatie van de betekenissen die mensen aan hun ervaringen geven, waarbij de realiteit subjectief wordt geconstrueerd
kritisch-ideologisch
ontdekt machtsstructuren en sociale ongelijkheden, met een focus op blootleggen van onderliggende machtsdynamieken en het streven naar sociale rechtvaardigheid en verandering
bricoleurs
onderzoekers die gebruik maken van eender welke strategieën, methoden en empirisch materiaal dat voorhanden is, typisch voor kwalitatief onderzoek
conceptualisatie
van een algemeen onderwerp naar een duidelijke probleemstelling
theorie
verklaring van geobserveerde regelmatigheden/patronen
grand theories
omvattende theorieën over het ruimere kader van onderzoek, vergelijkbaar met de wetenschapsparadigma's, abstract en niet volledig testbaar
middle-range theorieën
poging om beperkte fenomeen/concept te begrijpen en verklaren, theorie in de gebruikelijke invulling van het woord
publicatie-als-theorie
bestaande literatuur als theoretische context ipv uigewerkte theoretische modellen
deductieve benadering
vertrekken vanuit bestaande theorieën om daaruit een hypothese af te leiden en die via empirisch onderzoek te toetsen
inductieve benadering
vertrekken vanuit observaties/data om zo theorieën/concepten op te bouwen
sensitizing concepts
richtinggevende begrippen, begrippen die onderzoeker gevoelig maken voor bepaalde aspecten van een te onderzoeken werkelijkheid
onderzoekseenheid
diegene waarover je iets wil kunnen zeggen aan het einde van je onderzoek mbt een bepaald fenomeen
waarnemingseenheid
wie je gaat bevragen in je onderzoek
procesbenadering
begrijpen hoe bepaalde situatie, beslissing, gebeurtenis of ervaring tot stand komt adhv diepgaande analyse en rijke beschrijving van betekenis, contexten en mechanismen, complexe notie van causaliteit
variantiebenadering
kwantitatieve benadering met focus op het meten van variabelen en relatie tussen specifieke variabelen, hypothese toetsen
probabilistische/random steekproeftrekken
steekproeftrekken bij kwantitatief onderzoek met als doel representativiteit voor onderzoekspopulatie
doelgerichte/purposive steekproeftrekken
relevante steekproef voor conceptueel kader en de specifieke onderzoeksvraag, gebruikt bij kwalitatief onderzoek
analyse-eenheid
grootste entiteit die geanalyseerd wordt in de studie, het niveau
generalisatie
brede conclusie op basis van specifieke voorkomen, inferentie over het niet-geobserveerde op basis van het geobserveerde, relevantie onderzoeksbevindingen voor settings en mensen buiten de onderzoeksbevindingen voor settings en mensen buiten de onderzoekscontext
formele/statistische generalisatie
klassieke invulling kenmerkend voor kwantitatief onderzoek, extrapoleren van steekproef naar populatie, hiervoor is een representatieve steekproef van belang
analytische generalisatie
overtuigingskracht waarmee je op grond van je data en analyse aan theorie-opbouw kan doen, generaliseren naar concepten
transfereerbaarheid
mate waarin bevindingen overdraagbaar zijn naar een andere groep mensen of setting
homogeniteit
gemeenschappelijkheid
heterogeniteit
diversiteit
sequentiële steekproeven
stapsgewijze selectie van participanten op basis van bevindingen
niet-sequentiële steekproeven
selectiecriteria van de steekproef worden aan het begin van het onderzoek vastgelegd en hier wordt nauwelijks van afgeweken
datasaturatie
punt waarop geen nieuwe info meer naar voren komt, onderzoeker beschikt over het inzicht in de belangrijkste concepten en kan aangeven op welke manier deze concepten met elkaar verbonden zijn
theoretische saturatie
het punt waarop het concept zo goed ontwikkeld is dat er geen verdere dataverzameling nodig is
convenience sampling
mensen worden geslecteerd die relatief eenvoudig te bereiken zijn, is dus geen bewuste selectie en daarom minder betrouwbaar
algemeen doelgerichte sampling
doelgericht steekproeftrekken die niet direct gericht is op het ontwikkelen van een theorie, maar om een bepaalde criteria te voldoen die nodig zijn om de onderzoeksvragen te beantwoorden, meestal niet-sequentieel
theoretische sampling
doelgericht steekproeftrekken die typisch is voor grounded theory en expliciet gericht is op theorie-opbouw, op basis van gegenereerde inzichten in resultaten worden nieuwe participanten gezocht, is altijd sequentieel
sneeuwbal/chain referral sampling
doelgericht steekproeftrekken waarbij de onderzoeker op zoek gaat naar participanten, die op hun beurt mogelijke participanten kunnen bereiken, vaak gebruikt voor mensen die moeilijk te bereiken zijn
extreme/afwijkende case sampling
steekproeftrekken van onewone of extreme manifestatie van een fenomeen (outliers), je gaat naar het extreme kijken om te leren over het typische
typische case sampling
steekproeftrekken van wat typisch/gemiddeld is, gericht op het beschrijven/illustreren van het gewoonlijk proces/bevindingen
kritische case sampling
steekproeven van cases die kritische info genereren, gericht op de maximale toepasbaarheid van info op andere cases, transfereerbaarheid
maximale variatie sampling
steekproeftrekken van cases met een brede range aan variatie in relevante dimensies, voor het documenteren van gelijkenissen en verschillen
homogene sampling
steekproeftrekken van cases die gelijkaardig zijn
doelgerichte random sampling
steekproeftrekken van cases wanneer de potentiële doelgerichte steekproef te groot is, je maakt een random selectie
gestratificeerde doelgericht sampling
combinatie van verschillende strategieën, je bakent verschillende categorieën af om belangrijke variaties te vatten
intrinsic casework
de casus is vooraf gespecifieerd, niet gekozen, omdat een bepaalde casus de focus van de onderzoeksvraag is
instrumental/collective casework
één of meer casussen moeten worden gekozen van een aantal mogelijke alternatieven
gestructureerd interview
de vragen worden uitgewerkt en worden in die exacte bewoording gesteld, geen ruimte voor uitweiding
semigestructureerde interview
er wordt op voorhand een interviewleidraad uitgewerkt maar die wordt niet strikt gevolgd, ruimte voor uitweiding
open interview
je start met één open vraag of thema en voor de rest laat je de geïnterviewde het gesprek bepalen, veel ruimte voor uitweiding
interviewguide
hulpmiddel dat kort thema's weergeeft die aan bod komen tijdens het interview, dient als leidraad tijdens het interview
probing
gebruik maken van probes om mensen aan te moedigen om dieper op hun verhaal in te gaan, methoden om participanten uit te nodigen om verder te vertellen of verdiepen
focusgroepinterviews
meerdere participanten worden gezamenlijk geïnterviewd waarbij er interactie optreedt tussen de participanten
participerende observatie
mensen worden geobserveerd en er wordt geprobeerd om zo de wereld vanuit hun standpunt te benaderen, de onderzoeker wordt deel van de cultuur die hij of zij bestudeert
immersie
onderdompelen in de context/cultuur
etnografisch onderzoek
kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij de onderzoeker zicj onderdompelt in een gemeenschap/organisatie om gedragingen en interacties van dichtbij te bestuderen en in kaart te brengen
veldnota's
beschrijvingen van wat er tijdens een participerende observatie precies gebeurde, in welke context dat gebeurde, hoe en waarom
ecologische validiteit
de mate waarin de onderzoeksresultaten overeenkomen met de alledaagse praktijken
etnografie
systematische methode om, door bestudering van plaatselijke attitudes en niet het minst talige attitudes, verschillende bevolkingsgroepen te onderscheiden
IPA
focus op persoonlijke betekenisverlening in een specifieke context, voor mensen die een bepaalde ervaring delen
grounded theory
verklaringen zoeken voor complexe processen en dus naar algemeenheden zoeken binnen specifieke populatie of ervaring
thematische analyse
zoeken naar gemeenschappelijke thema's
symbolisch interactionisme
individu is geen passieve ontvanger van een objectieve realiteit, maar betekenisverlenend wezen dat zelf ook talige symbolen gebruikt om zichzelf uit te drukken
hermeneutiek
studie van de interpretatie van teksten
fenomenologie
gaat uit van de directe en intuïtieve ervaring van fenomenen en probeert hieruit de essentiële eigenschappen van ervaringen en de essentie van wat men ervaart af te leiden
anti-reductionistische benadering
we gaan complexe sociale/psychologische fenomenen niet herleiden tot een beperkt aantal variabelen
bracketing
het erkennen van de invloed van eigen achtergrond, interesses en aannames de onderzoeker bracket eerdere assumpties, verworven door ervaring of literatuur om het fenomeen met een open blik te benaderen
dubbele hermeneutiek
participant maakt een interpretatie van zijn of haar leefwereld, de onderzoeker maakt een interpretatie van de interpretatie van de participant
eidetische reductie
essentiële componenten van ervaringen en de kenmerken die ze uniek maken identificeren
line-by-line coding
proberen om elke regel/zin van je transcriptie een code te geven
concept
fenomeen benoemen, komt overeen met een code
categorie
uitgewerkt concept
memo's
tussentijdse bedenkingen en inzichten van de onderzoeker, brug tussen coderen en analyse uitschrijven