Kaarten: Kwalitatieve data-analyse begrippenlijst | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Get a hint
Hint

iteratief karakter

Get a hint
Hint

je gaat heen en weer tussen verschillende stappen in het onderzoeksproces, op grond van verdere stappen worden eerdere stappen in het proces vaak herzien en aangepast

Get a hint
Hint

emic perspectief

Get a hint
Hint

neemt het perspectief en de woorden van de participanten als standpunt, insider perspectief, typisch voor kwalitatief onderzoek

Card Sorting

1/99

Anonymous user
Anonymous user
encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

iteratief karakter

je gaat heen en weer tussen verschillende stappen in het onderzoeksproces, op grond van verdere stappen worden eerdere stappen in het proces vaak herzien en aangepast

2
New cards

emic perspectief

neemt het perspectief en de woorden van de participanten als standpunt, insider perspectief, typisch voor kwalitatief onderzoek

3
New cards

etic perspectief

veronderstelt dat de onderzoeker reeds bestaande theorieën, hypothesen en concepten als uitgangspunt neemt, outsider perspectief, typisch voor kwantitatief onderzoek

4
New cards

naturalistisch onderzoek

onderzoek naar alledaags gedrag in de leefwereld van de participanten

5
New cards

thick description

op een gedetailleerde manier worden conceptuele structuren en betekenissen beschreven, rijke beschrijving met oog voor biografische, historische, situationele, relationele en interactionele gegevens

6
New cards

reflexiviteit

proces waarbij we reflecteren op onze eigen en andermans persoonlijke en sociale kenmerken, hoe ze verschillen en samenkomen en vormgeven aan de sociale interactie tussen ons

7
New cards

mixed-method benadering

zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden kunnen binnen één onderzoek worden gecombineerd

8
New cards

narratieve methode

richt zich op verhalen die mensen vertellen over zichzelf en hun leven

9
New cards

erklären

verklaren en komen tot causale verbanden (kwantitatief onderzoek)

10
New cards

verstehen

begrijpen (kwalitatief onderzoek)

11
New cards

paradigmatisch/logisch-wetenschappelijke modaliteit

reflecteert over een objectieve deterministische wereld, affiniteit met positivistische natuurwetenschappen, gebruikt abstracte als-dan stellingen

12
New cards

narratieve modaliteit

reflecteert over een geconstrueerde wereld waarin menselijke agency dingen kan laten gebeuren, affiniteit met sociale/humane wetenschappen, gebruikt verhalen om zin te verlenen aan gebeurtenissen/ervaringen

13
New cards

ontologie

definieert de vorm en aard van de realiteit en wat er geweten kan worden over die realiteit

14
New cards

epistemologie

definieert de relatie tussen onderzoeker en onderzoeksparticipant

15
New cards

methodologie

refereert naar het proces en de procedures van het onderzoek

16
New cards

axiologie

betreft de rol van waarden van de onderzoeker in wetenschappelijk proces

17
New cards

retorische structuur

verwijst naar de taal die gebruikt wordt om procedures en resultaten van onderzoek te presenteren aan het beoogde publiek

18
New cards

realisme

één kenbare, identificeerbare en meetbare realiteit

19
New cards

naïef realisme

één ware werkelijkheid waar we rechtstreeks toegang tot hebben

20
New cards

kritisch realisme

één werkelijkheid, maar die valt slechts gedeeltelijk te bevatten

21
New cards

relativisme

meervoudige, geconstrueerde realiteiten

22
New cards

objectivisme/dualism

de onderzoeker en de participant zijn onafhankelijk dus objectief te bestuderen

23
New cards

subjectivisme/transactioneel

de interactie tussen participant en onderzoeker staat centraal, geco-construeerde bevindingen

24
New cards

kwantitatieve imperatief

tendens om kwantitatief onderzoek te prefereren in de psychologie

25
New cards

dialectisch proces

redeneervermogen die gebruikt maakt van tegenstellingen om naar waarheid te zoeken

26
New cards

wetenschapsfilosofie

conceptuele wortels die ten grondslag liggen aan de zoektocht naar kennis

27
New cards

paradigma

verzameling van verbonden aannames over de sociale wereld die een filosofisch en conceptueel kader biedt voor de georganiseerde studie van die wereld

28
New cards

ideografisch onderzoek

focust op het begrijpen van het individu als unieke, complexe entiteit, ideografische teksten zijn heel beschrijven en gedetailleerd

29
New cards

nomothetisch onderzoek

focust op het ontdekken van algemene gedragspatronen die een normatieve basis hebben, primair doel is voorspelling/verklaring van fenomenen

30
New cards

kwantitatieve methode

focust op strikte kwantificatie van waarnemingen en zorgvuldige controle van empirische variabelen

31
New cards

kwalitatieve methode

brede klasse van empirische procedures ontworpen om de ervaringen van participanten te beschrijven en interpreteren in een context-specifieke setting

32
New cards

positivisme

zoekt objectieve, universele waarheden door middel van empirische observatie en verificatie van feiten

33
New cards

post-psoitivisme

erken de rol van subjectiviteit en context in onderzoek, maar streeft nog steeds naar objectieve kennis door middel van systematische observatie en kritische analyse

34
New cards

constructivisme-interpretivisme

legt de nadruk op het begrijpen van sociale fenomenen door middel van de interpretatie van de betekenissen die mensen aan hun ervaringen geven, waarbij de realiteit subjectief wordt geconstrueerd

35
New cards

kritisch-ideologisch

ontdekt machtsstructuren en sociale ongelijkheden, met een focus op blootleggen van onderliggende machtsdynamieken en het streven naar sociale rechtvaardigheid en verandering

36
New cards

bricoleurs

onderzoekers die gebruik maken van eender welke strategieën, methoden en empirisch materiaal dat voorhanden is, typisch voor kwalitatief onderzoek

37
New cards

conceptualisatie

van een algemeen onderwerp naar een duidelijke probleemstelling

38
New cards

theorie

verklaring van geobserveerde regelmatigheden/patronen

39
New cards

grand theories

omvattende theorieën over het ruimere kader van onderzoek, vergelijkbaar met de wetenschapsparadigma's, abstract en niet volledig testbaar

40
New cards

middle-range theorieën

poging om beperkte fenomeen/concept te begrijpen en verklaren, theorie in de gebruikelijke invulling van het woord

41
New cards

publicatie-als-theorie

bestaande literatuur als theoretische context ipv uigewerkte theoretische modellen

42
New cards

deductieve benadering

vertrekken vanuit bestaande theorieën om daaruit een hypothese af te leiden en die via empirisch onderzoek te toetsen

43
New cards

inductieve benadering

vertrekken vanuit observaties/data om zo theorieën/concepten op te bouwen

44
New cards

sensitizing concepts

richtinggevende begrippen, begrippen die onderzoeker gevoelig maken voor bepaalde aspecten van een te onderzoeken werkelijkheid

45
New cards

onderzoekseenheid

diegene waarover je iets wil kunnen zeggen aan het einde van je onderzoek mbt een bepaald fenomeen

46
New cards

waarnemingseenheid

wie je gaat bevragen in je onderzoek

47
New cards

procesbenadering

begrijpen hoe bepaalde situatie, beslissing, gebeurtenis of ervaring tot stand komt adhv diepgaande analyse en rijke beschrijving van betekenis, contexten en mechanismen, complexe notie van causaliteit

48
New cards

variantiebenadering

kwantitatieve benadering met focus op het meten van variabelen en relatie tussen specifieke variabelen, hypothese toetsen

49
New cards

probabilistische/random steekproeftrekken

steekproeftrekken bij kwantitatief onderzoek met als doel representativiteit voor onderzoekspopulatie

50
New cards

doelgerichte/purposive steekproeftrekken

relevante steekproef voor conceptueel kader en de specifieke onderzoeksvraag, gebruikt bij kwalitatief onderzoek

51
New cards

analyse-eenheid

grootste entiteit die geanalyseerd wordt in de studie, het niveau

52
New cards

generalisatie

brede conclusie op basis van specifieke voorkomen, inferentie over het niet-geobserveerde op basis van het geobserveerde, relevantie onderzoeksbevindingen voor settings en mensen buiten de onderzoeksbevindingen voor settings en mensen buiten de onderzoekscontext

53
New cards

formele/statistische generalisatie

klassieke invulling kenmerkend voor kwantitatief onderzoek, extrapoleren van steekproef naar populatie, hiervoor is een representatieve steekproef van belang

54
New cards

analytische generalisatie

overtuigingskracht waarmee je op grond van je data en analyse aan theorie-opbouw kan doen, generaliseren naar concepten

55
New cards

transfereerbaarheid

mate waarin bevindingen overdraagbaar zijn naar een andere groep mensen of setting

56
New cards

homogeniteit

gemeenschappelijkheid

57
New cards

heterogeniteit

diversiteit

58
New cards

sequentiële steekproeven

stapsgewijze selectie van participanten op basis van bevindingen

59
New cards

niet-sequentiële steekproeven

selectiecriteria van de steekproef worden aan het begin van het onderzoek vastgelegd en hier wordt nauwelijks van afgeweken

60
New cards

datasaturatie

punt waarop geen nieuwe info meer naar voren komt, onderzoeker beschikt over het inzicht in de belangrijkste concepten en kan aangeven op welke manier deze concepten met elkaar verbonden zijn

61
New cards

theoretische saturatie

het punt waarop het concept zo goed ontwikkeld is dat er geen verdere dataverzameling nodig is

62
New cards

convenience sampling

mensen worden geslecteerd die relatief eenvoudig te bereiken zijn, is dus geen bewuste selectie en daarom minder betrouwbaar

63
New cards

algemeen doelgerichte sampling

doelgericht steekproeftrekken die niet direct gericht is op het ontwikkelen van een theorie, maar om een bepaalde criteria te voldoen die nodig zijn om de onderzoeksvragen te beantwoorden, meestal niet-sequentieel

64
New cards

theoretische sampling

doelgericht steekproeftrekken die typisch is voor grounded theory en expliciet gericht is op theorie-opbouw, op basis van gegenereerde inzichten in resultaten worden nieuwe participanten gezocht, is altijd sequentieel

65
New cards

sneeuwbal/chain referral sampling

doelgericht steekproeftrekken waarbij de onderzoeker op zoek gaat naar participanten, die op hun beurt mogelijke participanten kunnen bereiken, vaak gebruikt voor mensen die moeilijk te bereiken zijn

66
New cards

extreme/afwijkende case sampling

steekproeftrekken van onewone of extreme manifestatie van een fenomeen (outliers), je gaat naar het extreme kijken om te leren over het typische

67
New cards

typische case sampling

steekproeftrekken van wat typisch/gemiddeld is, gericht op het beschrijven/illustreren van het gewoonlijk proces/bevindingen

68
New cards

kritische case sampling

steekproeven van cases die kritische info genereren, gericht op de maximale toepasbaarheid van info op andere cases, transfereerbaarheid

69
New cards

maximale variatie sampling

steekproeftrekken van cases met een brede range aan variatie in relevante dimensies, voor het documenteren van gelijkenissen en verschillen

70
New cards

homogene sampling

steekproeftrekken van cases die gelijkaardig zijn

71
New cards

doelgerichte random sampling

steekproeftrekken van cases wanneer de potentiële doelgerichte steekproef te groot is, je maakt een random selectie

72
New cards

gestratificeerde doelgericht sampling

combinatie van verschillende strategieën, je bakent verschillende categorieën af om belangrijke variaties te vatten

73
New cards

intrinsic casework

de casus is vooraf gespecifieerd, niet gekozen, omdat een bepaalde casus de focus van de onderzoeksvraag is

74
New cards

instrumental/collective casework

één of meer casussen moeten worden gekozen van een aantal mogelijke alternatieven

75
New cards

gestructureerd interview

de vragen worden uitgewerkt en worden in die exacte bewoording gesteld, geen ruimte voor uitweiding

76
New cards

semigestructureerde interview

er wordt op voorhand een interviewleidraad uitgewerkt maar die wordt niet strikt gevolgd, ruimte voor uitweiding

77
New cards

open interview

je start met één open vraag of thema en voor de rest laat je de geïnterviewde het gesprek bepalen, veel ruimte voor uitweiding

78
New cards

interviewguide

hulpmiddel dat kort thema's weergeeft die aan bod komen tijdens het interview, dient als leidraad tijdens het interview

79
New cards

probing

gebruik maken van probes om mensen aan te moedigen om dieper op hun verhaal in te gaan, methoden om participanten uit te nodigen om verder te vertellen of verdiepen

80
New cards

focusgroepinterviews

meerdere participanten worden gezamenlijk geïnterviewd waarbij er interactie optreedt tussen de participanten

81
New cards

participerende observatie

mensen worden geobserveerd en er wordt geprobeerd om zo de wereld vanuit hun standpunt te benaderen, de onderzoeker wordt deel van de cultuur die hij of zij bestudeert

82
New cards

immersie

onderdompelen in de context/cultuur

83
New cards

etnografisch onderzoek

kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij de onderzoeker zicj onderdompelt in een gemeenschap/organisatie om gedragingen en interacties van dichtbij te bestuderen en in kaart te brengen

84
New cards

veldnota's

beschrijvingen van wat er tijdens een participerende observatie precies gebeurde, in welke context dat gebeurde, hoe en waarom

85
New cards

ecologische validiteit

de mate waarin de onderzoeksresultaten overeenkomen met de alledaagse praktijken

86
New cards

etnografie

systematische methode om, door bestudering van plaatselijke attitudes en niet het minst talige attitudes, verschillende bevolkingsgroepen te onderscheiden

87
New cards

IPA

focus op persoonlijke betekenisverlening in een specifieke context, voor mensen die een bepaalde ervaring delen

88
New cards

grounded theory

verklaringen zoeken voor complexe processen en dus naar algemeenheden zoeken binnen specifieke populatie of ervaring

89
New cards

thematische analyse

zoeken naar gemeenschappelijke thema's

90
New cards

symbolisch interactionisme

individu is geen passieve ontvanger van een objectieve realiteit, maar betekenisverlenend wezen dat zelf ook talige symbolen gebruikt om zichzelf uit te drukken

91
New cards

hermeneutiek

studie van de interpretatie van teksten

92
New cards

fenomenologie

gaat uit van de directe en intuïtieve ervaring van fenomenen en probeert hieruit de essentiële eigenschappen van ervaringen en de essentie van wat men ervaart af te leiden

93
New cards

anti-reductionistische benadering

we gaan complexe sociale/psychologische fenomenen niet herleiden tot een beperkt aantal variabelen

94
New cards

bracketing

het erkennen van de invloed van eigen achtergrond, interesses en aannames de onderzoeker bracket eerdere assumpties, verworven door ervaring of literatuur om het fenomeen met een open blik te benaderen

95
New cards

dubbele hermeneutiek

participant maakt een interpretatie van zijn of haar leefwereld, de onderzoeker maakt een interpretatie van de interpretatie van de participant

96
New cards

eidetische reductie

essentiële componenten van ervaringen en de kenmerken die ze uniek maken identificeren

97
New cards

line-by-line coding

proberen om elke regel/zin van je transcriptie een code te geven

98
New cards

concept

fenomeen benoemen, komt overeen met een code

99
New cards

categorie

uitgewerkt concept

100
New cards

memo's

tussentijdse bedenkingen en inzichten van de onderzoeker, brug tussen coderen en analyse uitschrijven