Frans Module 1: Produits/Objets

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/39

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

een machine

une machine

2
New cards

een apparaat

un appareil

3
New cards

een huishoudelijk artikel

un ustensile

4
New cards

een werktuig

un outil

5
New cards

een systeem

un système

6
New cards

een nieuwigheid, iets nieuws

une nouveauté

7
New cards

een artikel

un article

8
New cards

een ding

une chose

9
New cards

een object

un objet

10
New cards

een uitvinding

une invention

11
New cards

een gadget

un gadger

12
New cards

een accessoire

un accessoire

13
New cards

Het is een object dat toelaat om je online aankopen af te rekenen.

C'est un objet qui permet de régler ses achats en ligne.

14
New cards

Het is een werktuig dat je gebruikt om rozen te snoeien.

C'est un outil qu'on utilise pour couper des roses.

15
New cards

Het is een machine die huisvrouwen bevalt.

C'est une machine qui plaît aux femmes de ménages.

16
New cards

toelaten/ mogelijk maken om + infinitief

permettre de + infinitif

17
New cards

iets toelaten/ mogelijk maken

permettre + article + substantif

18
New cards

dienen voor + infinitief

servir à + infinitif

19
New cards

iets toelaten/ mogelijk maken

servir à + article + substantif

20
New cards

nuttig zijn om

être pratique pour

21
New cards

met behulp van / aan de hand van

à l'aide de

22
New cards

dankzij

grâce à

23
New cards

een functie

une fonction

24
New cards

gebruiken

utiliser /employer / se servir de

25
New cards

een gebruik

une utilisation

26
New cards

een gebruiker

un utilisateur / une utilisatrice

27
New cards

een nut

une utilité

28
New cards

een gebruik

un usage / un emploi

29
New cards

een gebruiksaanwijzing

un mode d'emploi

30
New cards

Dit product dient om schoon te maken.

Ce produit sert à nettoyer.

Ce produit sert au nettoyage.

31
New cards

Dit apparaat laat toe om te communiceren.

Cet appareil permet de communiquer.

Cet appareil permet la communication.

32
New cards

Je gebruikt dit object om online aankopen af te rekenen.

On utilise cet objet pour régler des achats en ligne.

33
New cards

Het is een praktisch hulpmiddel voor tuinieren.

C'est un outil qui est pratique pour le jardinage.

34
New cards

Dankzij dit apparaat, kan u voor meer dan 40 mensen koken.

Grâce à cet ustensile, vous pouvez faire à manger pour plus de 40 personnes.

35
New cards

Met behulp van dit werktuig, kan u reparaties doen.

À l'aide de cet outil, vous pouvez effectuer des réparations.

36
New cards

Je gebruikt dit product om de afwas te doen.

On se sert de ce produit pour laver la vaisselle.

37
New cards

een consument

un consommateur/ une consommatrice

38
New cards

een doelgroep

une cible

39
New cards

gewaardeerd worden door

être apprécié par

40
New cards

bevallen

plaire à