representatie

wat is representatie

using language to say something meaningful about or to represent the world meaningfully to other people

sense making practice

praktijk die een betekenis creeert: combinatie versch. tekens

ideologisch component representatie

selectie en constructie want van 1 werkelijkheid versch. representaties mogelijk

2 visies representatie

1) weerspiegeling werkelijkheid

2) constructie v werkelijkheid

—> bias/vertekening: niet objectief

objectiviteit volgens westersahl

1) feitelijkheid: ware feiten die gecontroleerd kunnen worden => 2aspecten: waarheid en relevantie

2) onpartijdigheid: evenwichtig waar alle standpunten komen + neutrale positie journalist

pluralisme

veelheid aan opinies en stemmen aan bod komen —> ideologisch discours

diversiteit

representatie van verscheidenheid in slv

2 soorten diversiteit

1) reflectieve: werkelijkheid = neutrale spiegel

2) open diversiteit: constructivisme, ideeen in slv representeren

stereotypen

simpele representatie which contains a lot of information, veralgemenend toekennen van kenmerken aan alle leden van een groep

homogeniteit

beschrijft alle leden van een groep

heterogeniteit

verschillen tussen groepen uitvergroot

typing

gericht op kennisverwerving, inclusie => om kennis te verwerven ga je zaken in categorieen zetten

stereotypering

niet gericht op kennisverwerving maar op exclusie van ‘zij’ groep => strategy of splitting

hall visie representatie

door representatie wordt onze blik op de wereld geconstrueerd (bv. klassieke visie man en vrouw)

=> beeldvorming v bevolkingsgroepen en maatsch. problemen heeft invloed op opinievorm

12 nieuwsfactoren die bepalen hoe selectie verloopt (gatekeeping)

1) frequentie: frequentie en periodiciteit van een gebeurtenis loopt gelijk

2) amplitude: schaal van gebeurtenis (bv. ramp)

3) duidelijkheid: niet ambigu

4) culturele nabijheid en releventie

5) consonantie: gebeurtenis in overeenstemming met wat men verwacht

6) onverwachtheid: onverwachte zaken trekken aandacht

7) continuiteit

8) compositie: evenwicht in nieuwsaanbod (bv. uitsmijter)

9) cultuurspecifiek

→ elitelanden: geopolitieke militaire, economische macht => meer aandacht

→ elitepersonen: belangrijke mensen => meer aandacht

personificatie en negativiteit

personificatie: nieuws wordt gebracht als persoonlijk verhaal => human interest

negativiteit: bad news

unwitting bias

deze selectieprocessen zijn niet zo intentioneel als propaganda

kritiek gatekeeping

1) te vluchtig en relativiteit: gatekeeping verandert doorheen de tijd

2) bestaat er een objectieve: bv. europa krijgt meer aandacht dan afrika terwijl kleiner

visies op selectieproces

1) rosngren: gebeurtenis —> selectiecriteria —> media-inhoud: realisme

selectiecriteria —> gebeurtenissen —> media-inhoud: constructivisme

genre (media inhoud)

herkenbare collectieve identiteit, vertrouwd karakter (maar ook vervaging grenzen)

multi platform storytelling

content mixen over versch. media

media logic

regels en normen bij productie media-inhoud

media format

routinematige scenarios voor bepaalde media-inhouden (bv. voice)

inhoudsanalyse

framingsanalyse: hoe worden gebeurtenissen in kader gebracht

-vooraf opgesteld referentiekader

-ideologische functie

-specifieke set van verwachtingen die betekenis geven aan bepaalde situatie op bepaald moment + gedrag bepalen

kwantitatief onderzoek

onderzoek voor objectieve systematische en kwantitatieve benaddering van inhoud communicatie

kwalitatief onderzoek

beeldvormingen, underlying meaning onderzoeken

wat is publiek

ontvangers die samengebracht kunnen worden op basis van gedeelde consumptie v mediaboodschappen in een bepaalde context (ruimte en tijd)

dynamisch concept publiek

fragmentatie: netwerk van individuele actoren + interactiviteit v actieve gebruiker

publieksonderzoek

analyse v rol publiek in toekennen betekenis aan mediaboodschap

1) media effect paradigma: macht media (injectienaaldtheorie, cultivatietheorie, positivistisch/mainstream paradigma, causaliteit)

2) culturalistische benadering: kritiek media effect-paradigma

(encoding decoding, kwalitatief/interpretatief onderzoek, wat diet het publiek met media) => receptieonderzoek: semiotisch, tekstuele analyse

=> consumptieonderzoek: sociologisch, media → objecten in alledaagse context

persuasieve communicatie

—> ontvanger overtuigen, doel: sociale verandering

altitude (persuasieve communicatie)

houding tegenover een bepaald object (pos, neg, neutraal)

3 aspecten: cognitief: kennisaspect

affectief: gevoelsaspect

conatief: hoe gedragen tegenover object

vormen macht

-reward power: beloning

-coercive power: sanctie

-referent power: identificatie

-legitimate power: autoriteit

-expert power: kennis en competentie

basismodellen publiek

1) hovland janis kelley

2) kelm

model v hovland, janis, helley

→ leertheorie: media beinvloed opinie en altitude

attitude: impliciet en affectief

opinies: expliciet en cognitief

—> bij nieuwe info veel herhalen

—> attention —> comprehension —> acceptance

-mcguire: model of persuasion —> verweven met 6 stappen (zender, ontvanger…) en versch bouwstenen

-kritiek: te lineair, procesmatig denken (media effect paradigma)

model v kelm

-conformiteit: mensen gaan groepsnormen volgen

-functionalistische theorie: wrm heeft iemand een bepaalde attitude

-3 fasen: 1) inschikkelijkheid, conformeren 2) identificatie: nieuwe attitude zowel openbaar als privaat aangenomen => men gaat bv. op basis v nieuwe attitudes sociale relaties maken
3) internalisering: doel v persuasieve communicatie, nieuwe attitude wordt aangomen om de attitude zelf

elaboration likehood model

1) hoge betrokkenheid in verwerken v mediaboodschap => centrale route

2) lage betrokkenheid => perifere route

limited capacity model (lang)

=> we gaan actief om met wat we consumeren

=> cofnitieve psychologie: encoding, processing, retrieval

aspecten mediawijsheid

-niet altijd kritisch en actief omgaan met media

-mediageletterdheid: vaardigheden, health literacy, advertising literacy

-wapenen v burgers tgn desinformatie en wijsheid

mediawijsheid definitie

-kennis, vaardigheden en mentaliteit of attitude dat nodig is om bewust kritisch en actief te participeren in een complexe veranderlijke en fundamenteel gemediatiseerde wereld