le journal
de krant
le sujet
het onderwerp
réfléchir
nadenken
raconte!
vertel!
j'avais
ik had
je voulais
ik wilde
je dois
ik moet
comme tu veux
zoals je wilt
le lendemain
de volgende dag
je me lève
ik sta op
en retard
te laat
plus tard
later
tôt
vroeg
les horaires m mv
de tijden
au lieu de
in plaats van
faire la grasse matinée
uitslapen
se relaxer
zich ontspannen
dessiner
tekenen
lire
lezen
faire du théâtre
toneelspelen
jouer de la guitare
gitaar spelen
jouer du piano
piano spelen
faire des photos
fotograferen
bête
dom
embêtant
vervelend
j'ai horreur de
ik vind ... vervelend
je me suis trompé(e)
ik heb me vergist
oublier
vergeten
avoir envie de
zin hebben om te
venir chez moi
bij mij komen
le but
het doel
le jeu
het spel
le début
het begin
avoir peur de
bang zijn voor
sans
zonder
quand
wanneer, toen
apprendre
leren
commencer
beginnen
fort(e)
sterk
faible
zwak, slap
facile
makkelijk
difficile
moeilijk
faire du cyclisme
wielrennen
faire des randonnées
wandelen
faire de la voile
zeilen
faire de l'escalade v
klimmen
le sport de combat
de vechtsport
toucher
aanraken
sauter
springen
l'adversaire m
de tegenstander
progresser
vooruitgaan
grâce à
dankzij
la confiance
het vertrouwen
courir
rennen
relaxant(e)
ontspannend
passionnant(e)
boeiend
amusant(e)
vermakelijk
ça me plait
dat bevalt me
ça me rend fou
dat maakt me gek
énervant(e)
irritant
nul(le)
waardeloos
affreux/ -se
afgrijselijk
garder (quelqu'un)
op (iemand) passen
sortir le chien
de hond uitlaten
ranger ma chambre
mijn kamer opruimen
chanter
zingen
être actif/ -ve
actief zijn
être sportif/ -ve
sportief zijn
être créatif/ -ve
creatief zijn
avoir l'oreille musicale
muzikaal zijn
au nord
in het noorden
à l'est
in het oosten
au sud
in het zuiden
à l'ouest
in het westen
lourd(e)
zwaar
léger/ -ère
licht (van gewicht)
pauvre
arm
riche
rijk
chaud
warm
froid
koud
au printemps
in de lente
en été
in de zomer
en automne
in de herfst
en hiver
in de winter
il pèse
hij weegt
ça marche
dat werkt
la différence
het verschil
timide
verlegen
l'enfant m
het kind
l'adulte m
de volwassene
l'arbitre m
de scheidsrechter
la source
de bron
le concours
de wedstrijd
accrocher
(iets) ophangen
il est assis
hij zit
s'asseoir
zitten
être prêt(e) à
bereid zijn om te
chercher (quelqu'un)
(iemand) ophalen