Aardrijkskunde - globalisering (wereld) - 6VWO

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/16

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

17 Terms

1
New cards

Democratie-index kenmerken

  • vrije verkiezingen

  • functioneren van regering

  • mate waarin bevolking deelneemt aan politieke besluitvorming

  • politieke cultuur

  • omgaan met mensenrechten

2
New cards

Nadelen bbp als maatstaf

  • niet altijd even betrouwbaar, door ontbreken gegevens

  • informele en zelfvoorzienende sector is niet geregistreerd

  • er wordt geen rekening gehouden met prijsverschillen

  • binnenlandse welvaartsverschillen niet meegenomen (regionale ongelijkheid)

3
New cards

Wat is het gevolg van geen duidelijke scheidingslijn tussen Europa en Azië

Door veel contact tussen volken, en dus veel diffusie. Hierbij verspreiden bijv ook talen.

4
New cards

Oorzaken staatkundige verdeling

  • geopolitiek: de politieke machtsverhoudingen kunnen veranderen en zorgen voor samenkomst/uiteenvallen

  • culturele verscheidenheid: instabiliteit door culturele verschillen (kan leiden tot separatisme)

  • economische factoren → grote verschillen in inkomen, waardoor rijke gebieden andere behoeften hebben

5
New cards

Islamitische wereld kenmerken (4)

  • Noord-Afrika en Midden-Oosten

  • Arabisch

  • grote bevolkingsdichtheid langs de kust

  • sjiieten & soennieten (meerderheid)

6
New cards

Arabische Lente

Protesten vanwege:

  • sociale ongelijkheid en armoede in Arabische wereld

  • onvrede over dictators, corruptie, machtsmisbruik, schending mensenrechten en slechte omstandigheden

7
New cards

Sub-Sahara kenmerken

  • Afrika behalve Noord-Afrika

  • hoge bevolkingsgroei

  • veel etnische groepen, veel talen, veel godsdiensten (kan zorgen voor conflict)

  • politiek vaak per etnische groep

  • steeds meer economische groei (investeringen uit China)

8
New cards

Oost-Azië

  • China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Zuid-Korea, Taiwan

  • Veel boeddhisme

  • Japan, Zuid-Korea en Taiwan economisch beter (NIC’s)

  • China, Noord-Korea en Mongolië lopen achter (planeconomie)

  • Veel conflict (ook nog vanuit Koude Oorlog)

9
New cards

Zuidoost-Azië

  • diversiteit, veel etnische groepen etc

  • veel westerse invloed (ook door kolonialisme)

  • Singapore meest welvarend → ook nieuwe NIC’s → die shiften steeds door lage loonkosten

10
New cards

Sociaaleconomische vraagstukken en milieuproblemen Zuidoost-Azië

  • arbeidsomstandigheden en beloning arbeidskrachten

  • regionale ongelijkheid → veel migratie en overurbanisatie

  • milieuproblemen in steden en uitputting land

11
New cards

Belangrijke factoren succes West-Europa

  • Kracht van kapitalistische markteconomie

  • Stimulerende rol van overheid

12
New cards

Europeanisering

Overnmen van Europese normen en waarden in andere cultuurgebieden → bijv. taal en religie (christendom)

13
New cards

Global shift

Het economische zwaartepunt verschuift van Europa en Noord-Amerika naar Azië (BRICS-landen). Dit gebeurt door uitschuiving (verplaatsen productie naar landen met lagere lonen)

14
New cards

Vestigingsplaats multinationals (MNO’s)

  • Hoofdkantoren in centrumland (belangrijke steden), hierbij veel kapitaalstromen en ondersteuning dmv kennis.

  • Aanleveren grondstoffen en productie vaak in (semi)periferie → lage arbeidskosten en lage belasting

15
New cards

Tijd-ruimtecompressie

Proces waarbij er steeds minder moeite, tijd en geld nodig is voor overbruggen afstand. De relatieve afstand/ligging wordt kleiner. Door betere bereikbaarheid, communicatie etc.

16
New cards

Vestigingsvoordelen van steden

  • hoogwaardige vormen dienstverlening met hoogopgeleid personeel

  • veel potentiële consumenten

  • in semi-periferie vooral fabrieken door betere bereikbaarheid

17
New cards

3 factoren die aantrekkelijkheid land bepalen

  • politieke stabiliteit in een land

  • mate waarin overheid met het bedrijfsleven bemoeit

  • het vestigingsklimaat → investeringen in infrastructuur bijv.