Kaarten: Trajet 3 vocabulaire 4de middelbaar | Quizlet

la canapé

de sofa, de zitbank

les cheveux

het haar (m)

le fer à repasser

het srijkijzer

le jouet

het speeltje

les patins à roulettes

de rolschaatsen

le piercing

de piercing

le radio-réveil

de wekkerradio

le tatouage

de tatoeage

le truc

het ding

le vide-grenier

de rommelmarkt

les yeux

ogen

la barbe

de baard

la caractéristique

het kenmerk

la console de jeux

de spelconsole

la couleur

de kleur

la décoration

de versiering

la forme

de vorm

l'impression

de indruk

la matière

het materiaal

la moustache

de snor

aventureux, aventureuse

avontuurlijk

autoritaire

autoritair

beau, belle

mooi

bizarre

vreemd

branché(e)

hip

calme

kalm

chaleureux, chaleureuse

warm, hartelijk

costaud(e)

sterk

créatif, créative

creatief

débrouillard(e)

pienter, slim

distant(e)

afstandelijk

doux, douce

zacht

énergique

energiek

fâché(e)

kwaad, boos

fatigué(e)

moe, vermoeid

froid(e)

kil

intelligent(e)

intelligent, verstandig, slim

jovial(e)

joviaal, hartelijk

macho

macho

mignon, mignonne

schattig

nouveau, nouvelle

nieuw

original(e)

origineel

populaire

populair

pratique

praktisch

prétentieux, prétentieuse

ijdel, pretensieus

serviable

behulpzaam

solide

stevig, sterk

stressé(e)

gestrest, zenuwachtig

souriant(e)

lachend, met een glimlach

utilisé

gebruikt

vintage

retro

appartenir à

toebehoren aan

attirer

aantrekken

convenir

passen, schikken

servir à

dienen om

en colère

woedend

en bon état

in goede staat

en mauvais état

in slechte staat

il s'agit de

het betreft, het gaat over

mal à l'aise

niet op zijn/haar gemak