Vocabulair Frans: Trajec 1 teksten

Le jour J

D-day

Briller

schijnen

Déposer

afzetten

Le point de départ

het startpunt

Un randonneur

wandelaar

Libre

vrij

Le courage

de moed

Une casquette

een pet

un casque

een helm/koptelefoon

rire

lachen

Rêver

dromen

Un sentier

een pad

Un écureuil

een eekhoorn

Un rapace

een roofvogel

Question de ne pas trop traîner

kwestie van niet te veel te treuzelen

Casse-croûte

snack, lunch

Interdit

verboden

Apercevoir

opmerken

Pourri

rot

Infaisable

ondoenbaar

Désespéré

wanhopig

Un radeau

een vlot

Le bois

het hout

Flotter

drijven

Se mouiller

nat worden

L’équilibre

het evenwicht

Être trempé

kletsnat zijn

Se tromper

zich vergissen

Être mort de rire

zich doodlachen

Une ferme

een boerderij

Sonner

bellen, aanbellen

éloigné

afgelegen

aboyer

blaffen

La salive

het speeksel

Un chien de garde

een waakhond

un défi

een uitdaging

hésister

twijfelen (=douter)

se coucher

gaan slapen

autrefois

vroeger

excité/e

heel enthousiast

babarder

babbelen

une canicule

hittegolf

une randonnée

een tocht

la chaleur

de warmte

transpirer

zweten

un ravin

een ravijn

faire la bise

kussen

un virage

een bocht

un point de vue

uitzichtpunt

avoir le vertige

hoogtevrees

un moustique

een mug

une mouche

een vlieg

trembler

bibberen

étre à bout de souffle

buiten adem zijn

inévitable

onvermijdelijk

une ampoule

een blaar

le talon

hiel/hak

s’appuyer contre

drukken, steunen tegen

un panneau

een bord (bv. reclamebord)

un pansement

een verband

la trousse de scours

EHBO-kit

sauter à l’ésastique

bungeejumpen

faute de …

bij gebrek aan …

une barrière de sécurité

een veiligheidshek

Vu

gezien

un autocollant

een sticker

la démangeaison

de jeuk

les piqûres de moustiques

muggenbeten

apercevoir

opmerken

se reposer

rusten

chouette

tof

le lendemain

de volgende dag

avoir envie de

zin hebben in

un texto

een SMS/bericht