Huisvestingsvraagstukken in Historisch Perspectief

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/23

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards in het Nederlands over huisvestingsvraagstukken in historisch perspectief, met vragen en antwoorden gebaseerd op collegeaantekeningen.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

24 Terms

1
New cards

Wat zijn de basisvoorwaarden voor industrialisatie en competitief liberaal kapitalisme rond 1800?

Transformatie van land en arbeid in goederen, opkomst van loonarbeid, legitimatie van economisch belang en innovatie, fabrieksysteem en nieuwe arbeidsorganisatie, globale handel en imperiale dominantie, technologische innovatie en industrieel bouwen.

2
New cards

Hoe transformeerde de industrialisatie de stad Gent?

Gent werd een textielindustrie hub, trok landelijke migranten aan, promootte fabriek-achtige instituties, commodificeerde land en arbeid, en zag de opkomst van de 'Beluik' typologie: dicht opeengepakte arbeiderswoningen gebouwd in achtertuinen voor winst.

3
New cards

Wat kenmerkt het disciplinaire huisvestingsmodel ontwikkeld door utilitaire denkers tussen 1780-1830?

Surveillance en controle door architectuur, ventilatie, licht en transparantie gebruikt om gedrag te reguleren, architectuur als een instrument van biopolitiek: het beheren van gezondheid en bevolking.

4
New cards

Wat is een Tuinstad?

Een zelfvoorzienend stedelijk gebied waar alle belangrijke functies (wonen, scholen, banen) op loopafstand liggen, ontworpen om landwaarde te vangen voor publiek voordeel en landgebruik te reguleren, met laagbouw woningen met tuinen en een ontwerp dat zich aanpast aan de natuurlijke geografie.

5
New cards

Wat is een Woonwijk?

Grootschalige woningbouwprojecten, meestal gebouwd in de 20e eeuw, met behulp van gerationaliseerde of industriële productiemethoden, gelegen aan de rand van steden, primair ontworpen voor huisvesting met een serieel, gestandaardiseerd ontwerp.

6
New cards

Wat is een Modernistische Woonwijk & Siedlung?

Modernistische woningbouwprojecten die ontstonden tijdens het Interbellum, vaak staatsgefinancierd (specifiek Siedlung), met een focus op industriële productiemethoden en bescheiden woningbouw.

7
New cards

Wat is een Siedlung?

Laagbouw strokenbouw (residentiële architectuur - woonruimtes gerangschikt in lange horizontale structuren of 'platen') ontwerp, vaak gevonden in Duitsland en Nederland, met een lineaire of rechthoekige lay-out op basis van geïndustrialiseerde productie, gericht op ideale lichtomstandigheden en rationeel landgebruik.

8
New cards

Wat is Sociale Huisvesting?

Huisvesting gebouwd met staatssubsidies om lage-inkomensgroepen te dienen, ontstaan in reactie op de woningnood na de Eerste Wereldoorlog, met definities die per land verschillen.

9
New cards

Wat is Coöperatieve Huisvesting?

Vaak ontwikkeld door private bedrijven maar gereguleerd door de publieke sector, dient vergelijkbare functies als sociale huisvesting, met een private en onafhankelijke tenuur waarbij ontwikkelaars de huurders selecteren en huisvesting vaak collectief wordt beheerd.

10
New cards

Welke drie hoofd tenuur vormen waren er in de 19e eeuw?

Private huur, eigen bewoning, en coöperatieve huisvesting.

11
New cards

Wat is het doel van het concept 'tenuur'?

Verwijst naar de contractuele relatie tussen een persoon of huishouden en een onroerend goed dat hen het recht geeft om in een specifieke ruimte te wonen, zoals een kamer, appartement of huis.

12
New cards

Wat is particulier huur?

Een systeem waarin bewoners periodiek huur betalen aan de eigenaar van het onroerend goed in ruil voor het recht om de woning te bewonen en te gebruiken.

13
New cards

Wat waren de basisprincipes van de vroege architecturale politiek?

Vroege interventies in huisvesting waren vaak gerelateerd aan de volksgezondheid en sanitatie. Ziekenhuizen en gevangenissen dienden als vroege voorbeelden van de betrokkenheid van de staat bij het vormgeven van de gebouwde omgeving om populaties te beheren en betere levensomstandigheden te garanderen.

14
New cards

Wat waren de belangrijkste kwesties van het rapport van Chadwick over sanitaire omstandigheden uit 1842?

Arme huisvestingsomstandigheden en ziekte-uitbraken als gevolg van ontoereikende sanitatie. De noodzaak van segmentatie in woningontwerp om betere gezondheidsresultaten te bevorderen.

15
New cards

Wat waren de belangrijkste punten van Friedrich Engels' analyse van huisvesting?

Het huisvestingsprobleem in kapitalistische samenlevingen is systematisch en gebonden aan de structuur van de economie. Arbeiders werden gedwongen hun arbeid te verkopen en in ongezonde omstandigheden te leven, ten gunste van fabriekseigenaren.

16
New cards

Wat waren de belangrijkste punten van Modelwoningen in Londen 1851?

Het was geen filantropische poging, maar een strategisch instrument om onrust onder arbeiders of opstand te voorkomen. Het verbeteren van huisvesting werd ook gezien als een zakelijk belang voor fabriekseigenaren, omdat het kon helpen de orde te handhaven.

17
New cards

Wat zijn de algemene kenmerken van coöperatieve huurbouw?

Coöperaties richten zich op doelen zonder winstoogmerk, zoals het bieden van kwaliteitswoningen aan haar leden.

18
New cards

Wat is Fourierisme en de Phalanstère?

Fourierisme voorzag een kolonie voor ongeveer 5.000 mensen die middelen delen, met gelijke genderrollen en collectivisering van kinderopvang en onderwijs, met een mix van industrie en landbouw.

19
New cards

Waarom was Friedrich Engels tegen eigenwoningbezit voor de arbeidersklasse?

Engels was van mening dat tegen de tijd dat de hypotheek is afbetaald, het huis minder waarde heeft, het isoleert arbeiders, maakt het minder mobiel, maakt het winstgevend voor werkgevers en erodeert revolutionair potentieel

20
New cards

Wat waren de voorwaarden voor de Brusselse uitbreiding?

Een dicht spoorwegnet, de huisvestingswet van 1889 en een gebrek aan ruimtelijke ordening.

21
New cards

Wat waren de voorwaarden van de moderne metropool?

Nieuwe kennisformaties, waterinfrastructuur, waterinfrastructuur en nieuw straatprofiel, nieuwe planning professionals, nieuwe manieren van vertegenwoordigen van de bevolking.

22
New cards

Wat zijn de sleutelfiguren van de landhervormingsbeweging?

Henri George, Silvio Gesell en Hans Bernoulli.

23
New cards

Wat zijn de 4 gebiedsbeperkingen die zijn aangedreven door Fordist?

Grootschalige, gestandaardiseerde constructie,
Publieke steun voor lagere inkomensgroepen,
Staatsmacht in verstedelijking,
Strategische stedelijke reorganisatie

24
New cards