Menselijke biologie H6 – Bloed

Dutch vocabulary flashcards about human biology and blood, extracted from lecture notes.

Bloed

Neemt voedingsstoffen op en vervoert afvalstoffen.

Bloed

Gespecialiseerde cellen en celfragmenten in een waterige oplossing.

Bloedcellen

Komen voort uit stamcellen in beenmerg.

Stamcellen

Cellen die zich herhaaldelijk delen en bloedcellen produceren.

RBC

Rode bloedcellen.

WBC

Witte bloedcellen.

Bloedplasma

Waterige component van bloed.

Plasma

Transportmedium voor bloedcellen en bloedplaatjes.

Albuminen

Zorgen voor waterbalans en transport in bloed.

Globulinen

Transporteren stoffen in het bloed (alfa, betha, gamma).

Hormonen

Chemische boodschappers van het endocrien systeem.

Gassen

Zuurstof.

Rode bloedcellen (erythrocyten)

Transporteren zuurstof en koolstofdioxide, geven bloed rode kleur.

Hemoglobine

Zuurstofbindend eiwit in rode bloedcellen.

Oxyhemoglobine

Hemoglobine met 4 zuurstofmoleculen, felrode kleur.

Deoxyhemoglobine

Hemoglobine dat zuurstof heeft afgegeven, donkerpaarse kleur.

Hematocriet

Percentage van RBC in het bloed.

Bloedarmoede

Onvoldoende aanmaak van rode bloedcellen.

Polycytemie

Overproductie van rode bloedcellen.

Erythroblasten

Gevormd vanuit stamcellen, worden gevuld met hemoglobine.

Macrofagen

Verwijdert oude bloedcellen en zetten heemgroepen om in bilirubine.

Bilirubine

Gelig pigment, draagt bij aan de kleur van ontlasting.

Geelzucht

Niet op de juiste manier afscheiden van bilirubine .

Erythropoietin

Hormoon dat RBC productie reguleert.

Erythropoietin

Stimuleert stamcellen om RBC te produceren.

Misbruik van erythropoietin

Bloeddoping.

Witte bloedcellen (leukocyten)

Cruciale rol bij verdediging tegen ziektes en letsels.

Granulocyten

Granulaire leukocyten.

Agranulocyten

Agranulaire leukocyten.

WBC

Produceren koloniestimulerende factoren.

Neutrofielen

Bestrijden infecties, omringen en verzwelgen vreemde cellen.

Eosinofielen

Verdedigen tegen parasieten en matigen allergische reacties.

Basofielen

Bevatten histamine, brengen ontstekingsreactie op gang.

Monocyten

Differentiëren tot macrofagen, verzwelgen indringers.

Lymfocyten

Produceren antilichamen en vernietigen bedreigingen.

B-lymfocyten

Geven aanleiding aan plasmacellen, produceren antilichamen.

T-lymfocyten

Vernietigen bacteriën, virussen en kankercellen.

Bloedplaatjes

Nemen deel aan het stollingsproces en herstel van bloedvaten.

Megakaryocyten

Grote cellen afgeleid van stamcellen uit beenmerg.

Homeostase

Stopper van bloedverlies.

Vasculaire spasmen

Intense samentrekking van bloedvaten.

Vorming van een bloedplaatjesprop

Bloedplaatjes klonteren en hechten zich aan de wanden van het vat.

Bloedstolling (coagulatie)

Netwerk van eiwitvezels in het bloed, fibrinogeen, fibrine.

Hemofilie A

Missen stollingsfactor VIII.

Antigen

Een ‘niet-zelf’ celeiwit dat het immuunsysteem stimuleert.

Antilichaam

Wordt geproduceerd door lymfocyten en deel van plasma-eiwitten.

Type A-bloed

A antigenen en B antilichamen.

Type B-bloed

B antigenen en A antilichamen.

Type AB-bloed

A en B antigenen en geen antilichamen.

Type O-bloed

Geen antigenen en A en B antilichamen.

Rh-factor

Ander antigen op het oppervlak van RBC.

Hemolytische ziekte bij pasgeboren baby

Ontstaat bij Rh-negatieve mama met Rh + baby.

Cross-machting

Mengen van donorbloed met plasma van de ontvanger.

Bloedtransfusie problemen door overdraagbare aandoeningen

Testen voor HIV- en hepatitis C-virussen.

Bloedvervangers

Vervanging van volbloed; gebaseerd op zuurstoftransport.

Mononucleosis

Besmettelijke infectie van lymfocyten veroorzaakt door het Epstein-Barr-virus.

Bloedvergiftiging

Bacteriële infectie van bloed.

Bloedarmoede

Vermindering van zuurstoftransporterend vermogen van bloed.

Bloedarmoede door ijzertekort

Bloedarmoede door ijzertekort.

Hemorragische anemie

Bloedarmoede door bloedverlies.

Pernicieuze anemie

Wordt veroorzaakt door te lage inname van B12.

Hermolytische anemie

Scheuren of vroege vernietiging van RBC.

Bloedarmoede door nierfalen

Niet voldoende erytropoëtine om productie van RBC in stand te houden.

Leukemie

Ongecontroleerde profileratie van abnormale of onrijpe witte bloedcellen.

Acute leukemie

Bloedkanker die zich snel ontwikkelt.

Chronische leukemie

Bloedkanker die zich langzaam ontwikkelt.

Multipel myeloom

Abnormale plasmacellen ondergaan ongecontroleerde deling.

Trombocytopenie

Vermindering van aantal bloedplaatjes in bloed.