Nederlands Spreekwoorden 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/91

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

92 Terms

1
New cards

Wie A zegt, moet ook B zeggen

Als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken.

2
New cards

De aanhouder wint

Wie blijft proberen zijn doel te bereiken, heeft uiteindelijk succes.

3
New cards

De aanval is de beste verdediging

Je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten.

4
New cards

De appel valt niet ver van de boom/stam

Kinderen lijken vaak op hun ouders, in gedrag of karakter.

5
New cards

Van A tot Z

Van het begin tot het einde; helemaal.

6
New cards

Met iemand in aanvaring komen

Ruzie of problemen krijgen met iemand.

7
New cards

Nu komt de aap uit de mouw

Nu blijkt wat werkelijk de bedoeling was.

8
New cards

Voor aap staan

In het openbaar voor schut staan of belachelijk gemaakt worden.

9
New cards

Dat is de aard van het beestje

Dat is typisch voor die persoon; zo zit hij of zij nu eenmaal in elkaar.

10
New cards

In goede aarde vallen

Goed ontvangen worden, bijvoorbeeld bij een voorstel of toespraak.

11
New cards

Iemand ter aarde bestellen

Iemand begraven.

12
New cards

Hij is niet op z’n achterhoofd gevallen

Hij is slim en doorziet dingen goed.

13
New cards

In adamskostuum

Naakt zijn, zonder kleren.

14
New cards

Er schuilt een addertje onder het gras

Er zit een verborgen gevaar of risico in.

15
New cards

Iets in één adem uitlezen

Een boek heel snel uitlezen omdat het zo spannend is.

16
New cards

Je laatste adem uitblazen

Sterven of doodgaan.

17
New cards

Een aflossing van de wacht

Een persoon wordt vervangen door een andere.

18
New cards

Schitteren door afwezigheid

Opvallend afwezig zijn, terwijl je wel verwacht werd.

19
New cards

Een verborgen agenda hebben

Een geheime bedoeling hebben die niet wordt gedeeld met anderen.

20
New cards

Het op een akkoordje gooien

Samen ergens afspraken over maken, meestal om er voordeel uit te halen.

21
New cards

Alles op alles zetten

Alles geven om iets te bereiken; je maximaal inzetten.

22
New cards

Het anker lichten

Vertrekken, meestal met een schip, maar ook figuurlijk.

23
New cards

Iemands oogappel(tje) zijn

Iemands favoriete of geliefde persoon zijn, vaak een kind.

24
New cards

Een appeltje voor de dorst

Een financiële reserve hebben voor moeilijke tijden.

25
New cards

Voor een appel en een ei

Iets heel goedkoop kopen of verkopen.

26
New cards

Appels met peren vergelijken

Twee totaal verschillende dingen met elkaar vergelijken, wat geen zin heeft.

27
New cards

Hij heeft een appeltje met hem te schillen

Hij heeft nog een rekening met hem te vereffenen; er is iets uit te praten.

28
New cards

Door de zure appel bijten

Een onaangename taak uitvoeren die toch gedaan moet worden.

29
New cards

Appelen voor citroenen verkopen

Mensen oplichten door iets als beter voor te stellen dan het is.

30
New cards

De sterke arm der wet

De politie of andere handhavers van de wet.

31
New cards

Iemand met open armen ontvangen

Iemand hartelijk en blij verwelkomen.

32
New cards

Het is daar armoe troef

Daar heerst grote armoede.

33
New cards

Armslag krijgen

Meer ruimte of mogelijkheden krijgen om iets te doen.

34
New cards

Averechts uitpakken

Helemaal verkeerd aflopen, tegenovergesteld aan wat bedoeld was.

35
New cards

Baat het niet, het schaadt ook niet

Ook als iets niet helpt, levert het in elk geval geen schade op.

36
New cards

Je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is

Je moet je niet rijk rekenen voordat je het succes daadwerkelijk hebt.

37
New cards

Een goed begin is het halve werk

Een goede start vergroot de kans op succes.

38
New cards

Belofte maakt schuld

Als je iets belooft, moet je dat ook nakomen.

39
New cards

In het land der blinden is eenoog koning

Iemand met een klein voordeel lijkt heel goed als anderen nog minder kunnen.

40
New cards

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan

Je kunt je ware aard of drang niet ontkennen; het komt toch naar boven.

41
New cards

Wie het breed heeft, laat het breed hangen

Wie veel geld heeft, geeft het ook makkelijk uit.

42
New cards

De een zijn dood is een ander zijn brood

Soms profiteert iemand van het ongeluk van een ander.

43
New cards

Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten

Wie fouten maakt, moet de gevolgen daarvan dragen.

44
New cards

Een goede buur is beter dan een verre vriend

Een behulpzame buurman is vaak waardevoller dan een vriend die ver weg woont.

45
New cards

Dat is van de baan

Dat plan gaat niet door.

46
New cards

Iets op de lange baan schuiven

Iets uitstellen, meestal voor lange tijd.

47
New cards

Iets in goede banen leiden

Zorgen dat iets goed en ordelijk verloopt.

48
New cards

De baard in de keel krijgen

Een lagere stem krijgen, meestal bij jongens in de puberteit.

49
New cards

Iemand of iets de baas zijn

Iets of iemand onder controle hebben of overmeesteren.

50
New cards

Ergens baat bij hebben

Ergens voordeel van hebben.

51
New cards

Aan de bak komen

Een kans krijgen, bijvoorbeeld een baan.

52
New cards

Het komt voor de bakker

Het komt goed, het wordt geregeld.

53
New cards

Met een baksteen in de maag geboren worden

Graag een eigen huis willen bezitten.

54
New cards

De bal aan het rollen brengen

Iets in gang zetten, bijvoorbeeld een onderzoek.

55
New cards

De bal terugkaatsen

Iemand van repliek dienen; reageren met een tegenopmerking.

56
New cards

De balans opmaken

Evalueren wat het resultaat was van iets.

57
New cards

In de ban zijn van iets

Zo gefascineerd zijn door iets dat je nergens anders aan denkt.

58
New cards

Uit de band springen

Hevig en uitbundig feestvieren, zonder je aan regels te houden.

59
New cards

Aan de lopende band

Steeds opnieuw; onafgebroken.

60
New cards

Iets aan banden leggen

Zorgen dat iets beperkt wordt of niet verder uitbreidt.

61
New cards

De barricades opgaan

Actievoeren voor of tegen iets.

62
New cards

Dat is ver van mijn bed

/ Dat is een ver-van-mijn-bedshow

63
New cards

Tussen de bedrijven door

Tussendoor, tussen andere bezigheden in.

64
New cards

Het been stijf houden

Niet toegeven; bij je standpunt blijven.

65
New cards

De benen nemen

Snel vertrekken, vaak om te ontsnappen.

66
New cards

Met de benenwagen gaan

Te voet gaan.

67
New cards

Tegen het zere been schoppen

Een opmerking maken over iets wat gevoelig ligt

68
New cards

Zijn beste beentje voorzetten

Je uiterste best doen.

69
New cards

Met het verkeerde been uit bed gestapt zijn

De dag slecht beginnen en daardoor prikkelbaar zijn.

70
New cards

Dat houdt me op de been

Dat geeft me kracht of motivatie om door te gaan.

71
New cards

Iemand op het verkeerde been zetten

Iemand misleiden of een verkeerde indruk geven.

72
New cards

Op de been blijven

Blijven doorgaan ondanks vermoeidheid of tegenslag.

73
New cards

Op eigen benen staan

Zelfstandig zijn, zonder hulp van anderen.

74
New cards

Op je laatste benen lopen

Heel moe zijn; bijna niet meer kunnen.

75
New cards

Alle beetjes helpen

Ook kleine bijdragen zijn nuttig.

76
New cards

Dat is het begin van het einde

Een ontwikkeling die leidt tot het mislukken of einde van iets.

77
New cards

Op je bek gaan

Een grote fout maken of volledig mislukken.

78
New cards

Aan de bel trekken

Waarschuwen dat er iets mis is.

79
New cards

Er gaat een belletje rinkelen

Je begint iets te begrijpen of te herinneren.

80
New cards

Bepakt en bezakt

Met veel bagage, klaar voor vertrek.

81
New cards

Bergen kunnen verzetten

Zeer veel aankunnen of verrichten.

82
New cards

Bergafwaarts gaan

Steeds slechter gaan, bijvoorbeeld met gezondheid of zaken.

83
New cards

Niet door de beugel kunnen

Onacceptabel zijn; te ver gaan.

84
New cards

Vechten tegen de bierkaai

Een gevecht aangaan dat je niet kunt winnen.

85
New cards

De biezen pakken

Vertrekken, meestal onder druk of uit noodzaak.

86
New cards

In een goed blaadje proberen te komen

Een goede indruk proberen te maken bij iemand met macht.

87
New cards

Geen blad voor de mond nemen

Zonder terughoudendheid je mening geven.

88
New cards

Het maar blauwblauw laten

Ergens niet meer over praten; het laten rusten.

89
New cards

Een blauwtje lopen

Afgewezen worden in de liefde.

90
New cards

Iemand het bloed onder de nagels vandaan halen

Iemand extreem irriteren of provoceren.

91
New cards

Iemands bloed wel kunnen drinken

Iemand intens haten.

92
New cards

De bloemetjes buiten zetten

Flink gaan feesten.