Functieleer d1 2.4. Ambiguïteiten door het probleem v. onderdeterminatie

“Prägnanz” principe

=”goodness”

=de perceptuele organisatie zal steeds zo eenvoudig of zo goed mogelijk zijn, gegeven de beschikbare prikkels  (=streven nr een goede, eenvoudige figuur)
->minimumsprincipe/eenvoudigheidsbeginsel: simplicity

Veridicaliteit

=de waarneming wil de realiteit zo waarheidsgetrouw mogelijk vatten (=streven naar e. waarneming, overeenkomst realiteit)
->waarschijnlijkheidsbeginsel (likelihood)

Probleem v. onderdeterminatie

=waarneming niet genoeg gespecifieerd door stimulus

Probleem v. grootteconstantie

=iets met dezelfde fysische grootte kan wisselende groottes i.h. netvliesbeeld hebben

Recovery problem

=de 3^e dimensie afleiden uit 2D beelden

Probleem v. vormconstantie

=voorwerp m. eenzelfde fysische vorm heeft steeds wisselende vormen i.h. netvliesbeeld (door verschillende hoeken bekeken enz)

Transactionalisme

=probleem v. onderdeterminatie opgelost door jarenlange transacties (ervaringen) m.d. omgeving (Adelbert Ames 19^e-20^e E)

Recovery probleem

=eenzelfde hoek in 3D maar met verschillende oriëntaties kan in 2D verschillend hoeken opleveren