1/16
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Inleiding – wie of wat
De inleiding geeft antwoord op de vraag wie of wat.
Inleiding – onderwerp
De inleiding vertelt kort waar de tekst over gaat.
Inleiding – nieuwsgierigheid
De inleiding maakt de lezer nieuwsgierig.
Inleiding – geen oplossingen
In de inleiding staan geen oplossingen of conclusies.
Inleiding – belang
De inleiding eindigt met waarom het onderwerp belangrijk is of wat volgt.
Kern – deelonderwerpen
De kern behandelt de deelonderwerpen in logische volgorde.
Kern – uitleg
De kern legt uit waarom, hoe, wat er gebeurt of wat de gevolgen zijn.
Kern – ondersteuning
De kern bevat voorbeelden, argumenten, feiten en achtergrondinformatie.
Kern – oplossingen
Oplossingen, tips en uitleg horen in de kern.
Kern – alinea’s
Elke alinea in de kern gaat over één deelonderwerp.
Kern – signaalwoorden
Signaalwoorden maken de volgorde duidelijk.
Slot – samenvatting
Het slot vat kort samen wat het belangrijkste was.
Slot – geen nieuwe info
Het slot bevat geen nieuwe informatie.
Slot – afronding
Het slot eindigt met een conclusie, wens, oproep of eindgedachte.
Inleiding
✔1. Geeft antwoord op de vraag wie of wat.
2. Vertelt waar de tekst over gaat (het onderwerp kort introduceren).
3. Maakt de lezer nieuwsgierig.
X
4. Geen oplossingen of conclusies → die horen in de kern.
5. Eindigt met een zin die duidelijk maakt waarom dit onderwerp belangrijk is of wat er verder uitgelegd gaat worden.
Kern
1. Behandelt de deelonderwerpen van de tekst in een logische volgorde.
2. Legt uit waarom, hoe, wat er gebeurt, of wat de gevolgen zijn. 3.
Bevat achtergrondinformatie, voorbeelden, argumenten of feiten.
4. Oplossingen, tips of uitleg horen hier, niet in de inleiding of het slot.
5. ledere alinea gaat over één deelonderwerp.
6. Signaalwoorden helpen de volgorde duidelijk te maken.
Slot
7. Geeft een korte samenvatting van wat het belangrijkste was in de kern.
8. Bevat geen nieuwe informatie die nog niet eerder is genoemd.
X9. Bevat een afrondende of afsluitende zin (bijv. conclusie, wens, oproep of algemene eindgedachte).