nederlands schrijven 3

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/16

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

17 Terms

1
New cards

Inleiding – wie of wat

De inleiding geeft antwoord op de vraag wie of wat.

2
New cards

Inleiding – onderwerp

De inleiding vertelt kort waar de tekst over gaat.

3
New cards

Inleiding – nieuwsgierigheid

De inleiding maakt de lezer nieuwsgierig.

4
New cards

Inleiding – geen oplossingen

In de inleiding staan geen oplossingen of conclusies.

5
New cards

Inleiding – belang

De inleiding eindigt met waarom het onderwerp belangrijk is of wat volgt.

6
New cards

Kern – deelonderwerpen

De kern behandelt de deelonderwerpen in logische volgorde.

7
New cards

Kern – uitleg

De kern legt uit waarom, hoe, wat er gebeurt of wat de gevolgen zijn.

8
New cards

Kern – ondersteuning

De kern bevat voorbeelden, argumenten, feiten en achtergrondinformatie.

9
New cards

Kern – oplossingen

Oplossingen, tips en uitleg horen in de kern.

10
New cards

Kern – alinea’s

Elke alinea in de kern gaat over één deelonderwerp.

11
New cards

Kern – signaalwoorden

Signaalwoorden maken de volgorde duidelijk.

12
New cards

Slot – samenvatting

Het slot vat kort samen wat het belangrijkste was.

13
New cards

Slot – geen nieuwe info

Het slot bevat geen nieuwe informatie.

14
New cards

Slot – afronding

Het slot eindigt met een conclusie, wens, oproep of eindgedachte.

15
New cards

Inleiding

1. Geeft antwoord op de vraag wie of wat.

2. Vertelt waar de tekst over gaat (het onderwerp kort introduceren).

3. Maakt de lezer nieuwsgierig.

X

4. Geen oplossingen of conclusies → die horen in de kern.

5. Eindigt met een zin die duidelijk maakt waarom dit onderwerp belangrijk is of wat er verder uitgelegd gaat worden.

16
New cards

Kern

1. Behandelt de deelonderwerpen van de tekst in een logische volgorde.

2. Legt uit waarom, hoe, wat er gebeurt, of wat de gevolgen zijn. 3.

Bevat achtergrondinformatie, voorbeelden, argumenten of feiten.

4. Oplossingen, tips of uitleg horen hier, niet in de inleiding of het slot.

5. ledere alinea gaat over één deelonderwerp.

6. Signaalwoorden helpen de volgorde duidelijk te maken.

17
New cards

Slot

7. Geeft een korte samenvatting van wat het belangrijkste was in de kern.

8. Bevat geen nieuwe informatie die nog niet eerder is genoemd.

X9. Bevat een afrondende of afsluitende zin (bijv. conclusie, wens, oproep of algemene eindgedachte).