1/72
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
une entreprise
een bedrijf
une société
een onderneming
un entrepreneur, une entrepreneuse
een ondernemer, een onderneemster
L'entrepreneuriat (m)
Het ondernemen
entreprendre
ondernemen
monter une entreprise
een bedrijf oprichten
Se lancer dans le business
zich in de bedrijfswereld lanceren
une société innovante
een vernieuwend bedrijf
L'innovation
De innovatie / vernieuwing
une PME
een KMO (kleine en middelgrote onderneming)
une multinationale
een multinational
Le patron, le gérant
de baas, de zaakvoerder
le manager
de manager
le/la secrétaire
de secretaris, de secretaresse
le personnel
het personeel
les ouvriers
de arbeiders
les employés
de bedienden
les salariés
de werknemers
embaucher, recruter
in dienst nemen, aanwerven
licencier, renvoyer
ontslaan
travailler à temps plein
voltijds werken
travailler à temps partiel
deeltijds werken
travailler à mi-temps
Halftijds werken
les conditions de travail
de werkomstandigheden
le salaire
het salaris
les charges sociales
de sociale lasten
la formation professionnelle
de beroepsopleiding
se développer, le développement
zich ontwikkelen - de ontwikkeling
développer ses compétences
zijn vaardigheden ontwikkelen
L' espace de travail (m)
de werkomgeving
le bureau
het bureau, het werk
se rendre au bureau
naar het werk gaan
la salle de réunion
de vergaderzaal
la machine à café
de koffiemachine
discuter autour de la machine à café
babbelen aan de koffiemachine
la pause-café
de koffiepauze
L'espace de coworking
De coworkingplaats
le télétravail / le travail à distance
het telewerken
le travail à domicile
het thuiswerken
le télétravailleur
de telewerker
télétravailler
telewerken
la réunion à distance, la vidéoconférence/la visioconférence, la conf call
de online meeting (4)
le confinement
de lockdown
Être / rester confiné , se confiner
In lockdown zijn / blijven
veiller au bien-être des employés
Het welzijn van de werknemers bewaken
répondre aux besoins des employés
de noden van de werknemers beantwoorden
les affaires (f.pl)
de zaken
La compétitivité , compétitif, compétitive
De competitiviteit, competitief
la concurrence déloyale
de oneerlijke concurrentie
La productivité - produire
de productiviteit - produceren
une hausse/ un accroissement/ une croissance/ une augmentation de la productivité
een stijging/ een groei van de productiviteit
augmenter (de)
verhogen/stijgen (met)
Une diminution / baisse
Een daling
diminuer / baisser (de)
Dalen (met)
l' expansion (f)
De uitbreiding
les coûts de production
de productiekosten
les recettes et les dépenses
de inkomsten en de uitgaven
un produit d'importation / d'exportation
Een importproduct / exportproduct
l'import et l'export (m)
import en export
importer et exporter
importeren en exporteren
le commerce extérieur
de buitenlandse handel
le libre-échange
de vrije handel
Le marché (des biens et des services)
De markt (van goederen en diensten)
les consommateurs - la consommation
De consumenten - de consumptie
les bénéfices et les pertes (un bénéfice - une perte)
de winst en het verlies
les taxes/les impôts (une taxe - un impôt)
de belastingen
la TVA (taxe sur la valeur ajoutée)
de BTW
investir/investissement (un)
investeren - investering
une action
een aandeel
La bourse
de beurs
les négociations - négocier (une négociation)
De onderhandelingen - onderhandelen
L' offre et la demande (une offre - une demande
Vraag en aanbod
l'âge (m) de la retraite
de pensioenleeftijd