L'entreprise et les affaires

0.0(0)
studied byStudied by 3 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/72

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

73 Terms

1
New cards

une entreprise

een bedrijf

2
New cards

une société

een onderneming

3
New cards

un entrepreneur, une entrepreneuse

een ondernemer, een onderneemster

4
New cards

L'entrepreneuriat (m)

Het ondernemen

5
New cards

entreprendre

ondernemen

6
New cards

monter une entreprise

een bedrijf oprichten

7
New cards

Se lancer dans le business

zich in de bedrijfswereld lanceren

8
New cards

une société innovante

een vernieuwend bedrijf

9
New cards

L'innovation

De innovatie / vernieuwing

10
New cards

une PME

een KMO (kleine en middelgrote onderneming)

11
New cards

une multinationale

een multinational

12
New cards

Le patron, le gérant

de baas, de zaakvoerder

13
New cards

le manager

de manager

14
New cards

le/la secrétaire

de secretaris, de secretaresse

15
New cards

le personnel

het personeel

16
New cards

les ouvriers

de arbeiders

17
New cards

les employés

de bedienden

18
New cards

les salariés

de werknemers

19
New cards

embaucher, recruter

in dienst nemen, aanwerven

20
New cards

licencier, renvoyer

ontslaan

21
New cards

travailler à temps plein

voltijds werken

22
New cards

travailler à temps partiel

deeltijds werken

23
New cards

travailler à mi-temps

Halftijds werken

24
New cards

les conditions de travail

de werkomstandigheden

25
New cards

le salaire

het salaris

26
New cards

les charges sociales

de sociale lasten

27
New cards

la formation professionnelle

de beroepsopleiding

28
New cards

se développer, le développement

zich ontwikkelen - de ontwikkeling

29
New cards

développer ses compétences

zijn vaardigheden ontwikkelen

30
New cards

L' espace de travail (m)

de werkomgeving

31
New cards

le bureau

het bureau, het werk

32
New cards

se rendre au bureau

naar het werk gaan

33
New cards

la salle de réunion

de vergaderzaal

34
New cards

la machine à café

de koffiemachine

35
New cards

discuter autour de la machine à café

babbelen aan de koffiemachine

36
New cards

la pause-café

de koffiepauze

37
New cards

L'espace de coworking

De coworkingplaats

38
New cards

le télétravail / le travail à distance

het telewerken

39
New cards

le travail à domicile

het thuiswerken

40
New cards

le télétravailleur

de telewerker

41
New cards

télétravailler

telewerken

42
New cards

la réunion à distance, la vidéoconférence/la visioconférence, la conf call

de online meeting (4)

43
New cards

le confinement

de lockdown

44
New cards

Être / rester confiné , se confiner

In lockdown zijn / blijven

45
New cards

veiller au bien-être des employés

Het welzijn van de werknemers bewaken

46
New cards

répondre aux besoins des employés

de noden van de werknemers beantwoorden

47
New cards

les affaires (f.pl)

de zaken

48
New cards

La compétitivité , compétitif, compétitive

De competitiviteit, competitief

49
New cards

la concurrence déloyale

de oneerlijke concurrentie

50
New cards

La productivité - produire

de productiviteit - produceren

51
New cards

une hausse/ un accroissement/ une croissance/ une augmentation de la productivité

een stijging/ een groei van de productiviteit

52
New cards

augmenter (de)

verhogen/stijgen (met)

53
New cards

Une diminution / baisse

Een daling

54
New cards

diminuer / baisser (de)

Dalen (met)

55
New cards

l' expansion (f)

De uitbreiding

56
New cards

les coûts de production

de productiekosten

57
New cards

les recettes et les dépenses

de inkomsten en de uitgaven

58
New cards

un produit d'importation / d'exportation

Een importproduct / exportproduct

59
New cards

l'import et l'export (m)

import en export

60
New cards

importer et exporter

importeren en exporteren

61
New cards

le commerce extérieur

de buitenlandse handel

62
New cards

le libre-échange

de vrije handel

63
New cards

Le marché (des biens et des services)

De markt (van goederen en diensten)

64
New cards

les consommateurs - la consommation

De consumenten - de consumptie

65
New cards

les bénéfices et les pertes (un bénéfice - une perte)

de winst en het verlies

66
New cards

les taxes/les impôts (une taxe - un impôt)

de belastingen

67
New cards

la TVA (taxe sur la valeur ajoutée)

de BTW

68
New cards

investir/investissement (un)

investeren - investering

69
New cards

une action

een aandeel

70
New cards

La bourse

de beurs

71
New cards

les négociations - négocier (une négociation)

De onderhandelingen - onderhandelen

72
New cards

L' offre et la demande (une offre - une demande

Vraag en aanbod

73
New cards

l'âge (m) de la retraite

de pensioenleeftijd