College 2: Het dispositionele domein

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/14

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

15 Terms

1
New cards

wanneer is iets een persoonlijkheidskenmerk?

1. Alle psychologische kenmerken (gedachten, gedrag, emotie) waar mensen in verschillen kunnen in principe een trait zijn

2. Als ze consistentie over tijd vertonen

3. Als consistent zijn over situaties

2
New cards

Stabiliteit van persoonlijkheid

Persoonlijkheid toont vaak relatieve stabiliteit: mensen verschillen op een consistente manier van elkaar over de tijd. Absolute stabiliteit (geen verandering) is minder realistisch. We spreken daarom ook van persoonlijkheidscoherentie: dezelfde trait kan zich op verschillende leeftijden anders uiten.

3
New cards

Consistentie over situaties

Traits zijn zichtbaar in verschillende situaties, ook al uiten ze zich anders. Iemand kan op een feestje extravert zijn door te dansen, en in een collegezaal door veel vragen te stellen. Het patroon van verschil tussen mensen blijft consistent over situaties.

4
New cards

Mischel (1968) en kritiek op persoonlijkheidstheorie

hij betwijfelde de waarde van persoonlijkheidsleer, omdat studies maar zwakke verbanden lieten zien tussen traits en gedrag. Hij pleitte voor meer aandacht voor situaties: gedrag wordt sterk beïnvloed door context.

5
New cards

Modern situationisme (S = f(P × B))

Gedrag (S) is een functie van de interactie tussen Persoonlijkheid (P) en de Situatie (B). Sommige traits, zoals dapperheid, komen alleen tot uiting in specifieke situaties. Traits zijn vooral zichtbaar in zwakke situaties (met weinig regels).

6
New cards

Sterke vs. zwakke situaties

Sterke situaties (zoals een tentamen of begrafenis) hebben duidelijke regels → minder ruimte voor persoonlijkheid.
Zwakke situaties geven meer vrijheid → persoonlijkheid beïnvloedt gedrag meer.

7
New cards

Persoonlijkheid beïnvloedt situatie

Je kiestverandert, en lokt situaties uit op basis van je persoonlijkheid. Bijv. verlegen mensen vermijden drukte of wekken minder sociale interactie op. Er is een wederzijdse relatie tussen persoon en omgeving.

8
New cards

3 benaderingen om traits te verzamelen en ordenen

  1. Lexicale aanpak – Belangrijke traits krijgen veel woorden in een taal (bijv. ‘vriendelijk’, ‘gezellig’).

  2. Statistische aanpak – Met vragenlijsten patronen ontdekken via statistiek, welke bijvoeglijke woorden zitten dicht op elkaar, welke niet. → statistisch (bijv. factoranalyse).

  3. Theoretische aanpak – Start vanuit theorie over belangrijke verschillen tussen mensen en daar kunnen dan allerlei theorieën aan vast liggen, daarna toetsen.

9
New cards

Wat is een taxonomie?

een systematische indeling in categorieën op basis van gedeelde kenmerken. Het brengt orde aan in complexe informatie, zoals persoonlijkheidskenmerken.

10
New cards

Eysenck’s PEN-model

-Hiërarchisch model
-Als iets een belangrijk persoonlijkheidsmodel is, moeten we ook een idee hebben met welk biologisch systeem het samenhangt
-Dit maakt het anders dan andere modellen

Met drie hoofdkenmerken:
Psychoticisme, Extraversie, Neuroticisme.
Uniek: koppelt persoonlijkheidskenmerken aan biologische systemen.

11
New cards

Cattell’s 16-factorenmodel

Gebaseerd op een statistische aanpak (factoranalyse) van persoonsbeschrijvende woorden.
Hij vond 16 persoonlijkheidsfactoren.
Grondlegger van latere modellen; methode was vernieuwend maar foutgevoelig (handmatig gemaakt).

12
New cards

Wiggin’s circumplex model

Gebaseerd op lexicale aanpak, focust op interpersoonlijk gedrag.
Belangrijke dimensies: status (dominantie) en liefde (affiliatie).
Heeft een circulaire structuur, maar beperkt tot 2 dimensies.

<p><span>Gebaseerd op&nbsp;</span><strong>lexicale aanpak</strong><span>, focust op&nbsp;</span><strong>interpersoonlijk gedrag</strong><span>.</span><br><span>Belangrijke dimensies:&nbsp;</span><strong>status (dominantie)</strong><span>&nbsp;en&nbsp;</span><strong>liefde (affiliatie)</strong><span>.</span><br><span>Heeft een&nbsp;</span><strong>circulaire structuur</strong><span>, maar beperkt tot 2 dimensies.</span></p>
13
New cards

Big Five model (OCEAN)

  • Openheid/ intellect

  • Consciëntieusheid

  • Extraversie

  • Aangenaamheid (vriendelijkheid)

  • Neuroticisme (emotionele stabiliteit)

Het zijn dimensies: je kunt er hoog, laag of gemiddeld op scoren.

Het complexe en onhandige aan dit model is dat extraversie eigenlijk net zo goed introversie had kunnen heten. Het is onhandig hoe deze dimensies genoemd worden. Veel mensen zitten in het midden van een dimensie, het gaat over twee kenmerken.

14
New cards

HEXACO-model

Uitgebreide versie van de Big Five met een zesde dimensie:
Honesty-Humility (eerlijkheid, bescheidenheid).
Beter in het meten van ethisch en antisociaal gedrag, zoals integriteit en narcisme.

15
New cards

Aggregatie

Het combineren van gedragingen over tijd en situaties voor een betrouwbaarder beeld van iemands persoonlijkheid.
→ Eén observatie is onvoldoende, meerdere geven inzicht in onderliggende trait.