Video: Mind-Brein, Vrije Wil en Bewustzijn - Flashcards (VOCABULARY)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/151

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

120 flashcards in VOCABULARY-stijl (term + definitie) gebaseerd op de gegeven notities.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

152 Terms

1
New cards

Mind-brain probleem

Het vraagstuk hoe de geest (mind) samenhangt met het brein (brain); drie hoofdvisies: dualisme, materialisme en functionalisme.

2
New cards

Dualisme

De opvatting dat de geest en het lichaam twee verschillende entiteiten zijn die elkaar kunnen beïnvloeden.

3
New cards

Cartesiaans dualisme

Een vorm van dualisme waarbij de geest radicaal verschilt van het lichaam en los staat van biologische processen.

4
New cards

Ziel

De immateriële kern van een persoon met persoonlijke ervaringen en waarden, vaak verbonden met religie en metafysics.

5
New cards

Demonologische visie op psychopathologie

Het idee dat mentale stoornissen kunnen voortkomen uit bezetting door een demonische geest.

6
New cards

Plato’s ziel

Klassieke opvatting dat zielen uit de kosmos komen en alle kennis bevatten.

7
New cards

Descartes’ ziel

De ziel is immaterieel, denkt, en bevat innerlijke kennis die via deductie kan worden afgeleid.

8
New cards

Zelf

Het gevoel van een uniek, cohererend individu met persoonlijke ervaringen en overtuigingen.

9
New cards

Bewustzijn

Het geheel van persoonlijke ervaringen en mentale staten waar iemand zich bewust van is.

10
New cards

Introspectie

Onderzoeksmethode waarbij men eigen mentale staten onderzoekt door naar binnen te kijken.

11
New cards

Vrije wil

Het vermogen om een keuze te maken; vereist condities zoals interne oorsprong en rationele deliberatie.

12
New cards

Walter (2001) drie condities vrije wil

  • Er moet een keuze zijn

  • de actie moet in het individu komen

  • het resultaat moet berusten op redelijke deliberatie.

13
New cards

Interactieprobleem

Hoe een immateriële geest het lichamelijk brein kan beïnvloeden (Descartes’ vraagstuk).

14
New cards

Onbewuste controleprocessen

Mentale functies die plaatsvinden zonder dat iemand zich ervan bewust is.

15
New cards

Locke (1690) op onbewuste processen

beargumenteerde vroegtijdig dat veel van onze mentale processen, zoals perceptie en geheugen, ook kunnen plaatsvinden zonder dat we ons er bewust van zijn. Hij gebruikte slaap als een voorbeeld waarin dergelijke onbewuste mentale activiteit duidelijk wordt.

16
New cards

Leibniz – monaden

Klassieke metafysische eenheden van het universum: simpele, gevoelige, rationale en superieure monaden.

17
New cards

Simpele monaden

Engelenstructuren met onbewuste en ongeorganiseerde percepties.

18
New cards

Gevoelige monaden

Monaden die genot en pijn kunnen voelen maar niet kunnen redeneren.

19
New cards

Rationale monaden

Monaden die het bewuste denken en reflectie bevatten.

20
New cards

Superieure monaden

Bepalen en motiveren alle andere monaden; in Leibniz’ visie ook goddelijke laag.

21
New cards

Kant – onbewuste representaties

beschouwde onbewuste representaties als ’donkere vorstellungen’ die ons denken beïnvloeden.

22
New cards

Duitse romantici en onbewuste

Zagen onbewuste processen niet als iets irrationeels of pathologisch, maar juist als de diepere kern van menselijk potentieel en creativiteit, in tegenstelling tot de nadruk op rationalisme van de Verlichting.

23
New cards

Goethe en onbewuste naïviteit

benadrukte 'onbewuste naïviteit': een intuïtieve en onbevooroordeelde denkwijze.

24
New cards

Flogiston

Historisch concept van brandbare substantie dat verdween bij chemische vooruitgang.

25
New cards

Vital force

Animistische kracht die verondersteld werd in alle levende materie te bestaan.

26
New cards

Wöhler (1828)

Aangetoond dat organisch materiaal uit anorganische verbindingen gemaakt kon worden; koolstof centraal.

27
New cards

DNA

Genetische stof die instructies bevat voor groei en werking van cellen.

28
New cards

Vier basen in DNA

A, T, C, G – de basen die qua sequentie genetische informatie dragen.

29
New cards

DNA–sequentie

Volgorde van DNA-basen die erfelijke informatie bepaalt.

30
New cards

Cellen uit DNA

DNA-instructies leiden tot de vorming en functie van cellen via biochemische processen.

31
New cards

Genen als dragers van evolutie

Evolutie wordt gestuurd door genen die overlevings- en reproductiepatronen bepalen.

32
New cards

Hume en materialisme

Hume zag geen stevige reden om in een ziel of God te geloven; leidde naar materialisme.

33
New cards

Materialisme

Visie dat geest en bewustzijn uiteindelijk uiteenvallen tot hersenprocessen; brein bepaalt geest.

34
New cards

Eliminativisme (eliminativ materialisme)

Stelling dat bepaalde mentale toestanden niet als echte lichaamsinhoud bestaan en vervangen moeten worden.

35
New cards

Churchland (1981)

Bewustzijn als een illusie en volkspsychologie als onbetrouwbaar; discussie over wat bewustzijn werkelijk is.

36
New cards

Volkspsychologie

Overtuigingen over psychologisch functioneren die niet empirisch getoetst zijn.

37
New cards

Milgram-experiment

Onderzoek uit 1963: 65% deelnemers gaven pijnlijke schokken onder autoriteitsdruk.

38
New cards

Dawkins en genen

Evolutie wordt gedomineerd door genen als overlevingsmoleculen; organismen als dragers.

39
New cards

Memes

Informatie-eenheden die zich volgens Darwinistische principes kunnen repliceren.

40
New cards

Identiteitsprobleem (materialisme)

Probleem hoe dezelfde gedachten ervaren kunnen worden door twee verschillende hersenen.

41
New cards

Dupuy (2009) cybernetische AI

Vroege pogingen tot AI gebaseerde op materialistische aannames en cybernetica.

42
New cards

Turing-machine

Idee van een wiskundige machine die informatie kan verwerken via algoritmes.

43
New cards

Hardware vs software

Fysieke machine versus de informatieverwerking die erin plaatsvindt.

44
New cards

Marr’s drie niveaus – computationeel

Computational: wat een systeem produceert op basis van input.

45
New cards

Marr’s drie niveaus – algoritmisch

Welke processen de berekening uitvoeren op een gegeven niveau.

46
New cards

Marr’s drie niveaus – implementatie

Welke fysieke mechanismen en algoritmen de uitvoering mogelijk maken.

47
New cards

Cognitieve neurowetenschappen

Bestudering van hersengebieden en hun rol in cognitieve functies.

48
New cards

Functionalisme

Mentale toestand wordt gedefinieerd door functie, niet door interne samenstelling.

49
New cards

Gedachtenexperiment teleportatie

Hypothetisch scenario (Star Trek) waarbij lichaam en geest mogelijk verplaatst worden.

50
New cards

Symbol grounding probleem

Representaties (symbolen) in computers hebben verwijzingen naar de externe wereld nodig.

51
New cards

Embodied cognition

Cognitie berust op interacties tussen lichaam, handelen en omgeving.

52
New cards

Anderson – vier bronnen embodied informatie

Fysiologie, evolutie, praktische handelingen en socio-culturele context vormen embodied informatie.

53
New cards

Fysiologie (embodied cognition)

Lichamelijke beperkingen bepalen wat mogelijk is voor acties.

54
New cards

Evolutionaire geschiedenis (embodied cognition)

Overleving en reproductie beïnvloeden welke acties effectief zijn.

55
New cards

Praktische activiteiten tijdens redeneren

Tijdens redeneren worden verschillende acties getest totdat een oplossing dichterbij komt.

56
New cards

Socio-culturele context (embodied cognition)

Omgeving en cultuur bepalen welke acties toegestaan zijn.

57
New cards

Toegangsbewustzijn

Informatie die beschikbaar is voor bewuste verwerking.

58
New cards

Fenomenologisch bewustzijn

Rijkdom van menselijke ervaringen en bewuste subjectieve kwaliteit.

59
New cards

Zelfcontrole (Block)

Cognitief systeem dat zijn eigen verwerking en informatieverwerking kan controleren.

60
New cards

Zelfcontrole en bewustzijn (orthogonaal)

Toegangsbewustzijn en fenomenologisch bewustzijn kunnen onafhankelijk bestaan van zelfcontrole.

61
New cards

Glasgow Coma Scale

Beoordeling van comateuze toestand op basis van ogen, taalreactie en motorische respons.

62
New cards

Coma

Een toestand waarin een patiënt niet reageert op pijnlijke stimuli, geluid of licht.

63
New cards

Locked-in syndroom

Volledige verlamming met behoud van spraak/verbaal contact door beperkte bewegingen zoals knipperen.

64
New cards

Bauby (2000s)

Bekend verhaal van een patiënt met locked-in syndroom die via knipperen communiceerde.

65
New cards

Vegetatieve staat

Wakker maar onbewust; ogen openen, geen taalbegrip of intentie tot communicatie.

66
New cards

Minimaal bewustzijn

Ernstig veranderde toestand met minimaal gedragssignaal van begrip of omgeving.

67
New cards

Hard problem (Chalmers)

Het probleem waarom en hoe subjectieve ervaring ontstaat uit fysieke processen.

68
New cards

Chalmers’ zombie gedachtenexperiment

Kopie die identiek gedrag vertoont maar geen bewustzijn heeft; illustreert het hard problem.

69
New cards

Qualia

Kwaliteiten van bewuste ervaringen die rijk en betekenisvol zijn vanwege interactie met de wereld.

70
New cards

Chalmers' zombie en qualia

Bewustzijn kan niet volledig worden verklaard door functionalisme of materialisme.

71
New cards

Embodied cognition als bron van qualia

Activatie in perceptie- en motorische systemen draagt bij aan rijkdom van bewuste ervaring.

72
New cards

Lakoff & Johnson

Cognitie is vaak metaforisch; kennis uit één domein wordt gemapt naar een ander.

73
New cards

Miles (2010) metaforisch tijdreizen

Toon aan dat subjectieve tijdbeschrijving metaforisch begrip is (leunen naar toekomst/ verleden).

74
New cards

Ostarek

Geen EEG-signaal gevonden dat het begrijpen van actiewoorden verschilt.

75
New cards

Humphries

Geen bewijs dat Parkinson-gerelateerde taalproblemen actiewoorden beïnvloeden bij zinnen.

76
New cards

Zinvolle herinneringen en actie

Acties kunnen automatisch verlopen zonder bewuste herinnering.

77
New cards

Impliciet geheugen

Onbewust leren en onthouden; presteert soms beter zonder bewuste herinnering.

78
New cards

Milner (1962) – HM

Amnesie-patiënt die nieuwe informatie niet bewust kon leren, maar motorische taken beter maakte.

79
New cards

Warrington & Weiskrantz

Onderzochten amnesie en geheugen zonder bewustzijn bij woordherkenning en -invulling.

80
New cards

Schacter

Oudere literatuur over onbewust geheugen; geheugen zonder bewustzijn is cruciaal.

81
New cards

Biran (1804)

Opmerkingen over gewoontes die automatisch en onbewust verlopen.

82
New cards

Gewoontes en automatisch handelen

Herhaalde gedragspatronen die zonder bewuste overweging verlopen.

83
New cards

Coma vs vegetatieve staat vergelijking

Verschillen in bewustzijnsniveau en communicatiemogelijkheden.

84
New cards

Locked-in en communicatie

Communicatie mogelijk door beperkte bewegingen zoals knipperen.

85
New cards

Voorspellingen over bewustzijn

Onderzoek naar welke processen leiden tot toegang tot bewustzijn.

86
New cards

Marr – niveaus en informatieverwerking

Computational, algorithmic en implementational niveaus voor informatieverwerking.

87
New cards

Begrip van informatie als probleemoplossing

Informatieverwerking is gericht op genereren van representaties uit input.

88
New cards

Computational niveau

Conceptuele verklaring van wat een systeem output stopt op basis van input.

89
New cards

Algorithmic niveau

Specificeert welke algoritmen of stappen nodig zijn.

90
New cards

Implementational niveau

Fysieke realisatie van de algoritmes in hardware.

91
New cards

Symbol grounding Probleem (extern referentie)

Symbolen in computers hebben betekenis only via verbinding met de echte wereld.

92
New cards

Embodied cognition – four bronnen, herhaling

Fysieke conditionering, evolutie, praktijkgedrag, socio-culturele context.

93
New cards

Toegangsbewustzijn vs fenomenologisch bewustzijn

Toegang: wat helder is voor bewustzijn; fenomenologisch: rijkdom van ervaring.

94
New cards

Theater metafoor (Baars)

Brein als theaterstuk met backstage processen die coördineren achter de schermen.

95
New cards

Global Workspace Model

Bewuste verwerking brengt informatie in een globale workspace zodat verschillende systemen samenwerken.

96
New cards

Dehaene et al. (2001) bevindingen

Breinfoto’s tonen wereldwijd netwerk wanneer stimuli bewust worden waargenomen.

97
New cards

Lamme (2006)

Bewustwording door continue uitwisseling tussen hersengebieden; bottom-up en top-down processen.

98
New cards

Bottom-up processen

Automatische reacties gestuurd door stimuli zonder bewuste waarneming.

99
New cards

Top-down processen

Bewuste verwachtingen en aandacht sturen verwerking.

100
New cards

Chinese kamer (Searle)

Gedachtenexperiment dat laat zien dat informatieverwerking door een systeem niet per se bewustzijn inhoudt.