Kaarten: Nederlands- schooltaalwoorden (1-4) | Quizlet

de empathie

het meevoelen met, het zich in de gedachten/ gevoelens van iemand kunnen verplaatsen

het meevoelen met, het zich in de gedachten/ gevoelens van iemand kunnen verplaatsen

de empathie

ijken

juist instellen a.h.v. een standaardmaat

juist instellen a.h.v. een standaardmaat

ijken

de logica

juiste redenering, vanzelfsprekendheid

juiste redenering, vanzelfsprekendheid

de logica

motiveren

aansporen/ aanmoedigen

aansporen/ aanmoedigen

motiveren

primair

op de eerste plaats

op de eerste plaats

primair

analyseren

onderzoeken door het in stukjes te verdelen en die te bekijken

onderzoeken door het in stukjes te verdelen en die te bekijken

analyseren

de bibliografie

lijst van boeken, beschrijving van gebruikte bronnen

lijst van boeken, beschrijving van gebruikte bronnen

de bibliografie

omstandig

(te) uitgebreid

(te) uitgebreid

omstandig

cruciaal

absoluut noodzakelijk, noodzakelijk

absoluut noodzakelijk, noodzakelijk

cruciaal

de uitlating

uitspraak, wat je (ongecontroleerd) zegt

uitspraak, wat je (ongecontroleerd) zegt

de uitlating

evenredig

in dezelfde houding

in dezelfde houding

evenredig

weerleggen

zeggen/ aantonen dat iets niet klopt

zeggen/ aantonen dat iets niet klopt

weerleggen

gefundeerd

onderbouwd, met een goede basis

onderbouwd, met een goede basis

gefundeerd

relevant

van belang op dat moment/ in die context

van belang op dat moment/ in die context

relevant

betrekkelijk

tamelijk, nogal, relatief

tamelijk, nogal, relatief

betrekkelijk

ludiek

speels, niet ernstig

speels, niet ernstig

ludiek

uniek

enig, anders dan alle andere

enig, anders dan alle andere

uniek

optimaliseren

zo perfect mogelijk maken

zo perfect mogelijk maken

optimaliseren

de consequenties

(negatieve) gevolgen

(negatieve) gevolgen

de consequenties

courant

vaak voorkomend

vaak voorkomend

courant

doorgaans

meestal

meestal

doorgaans

de intentie

bedoeling, opzet

bedoeling, opzet

de intentie

citeren

letterlijk iemands woorden overnemen

letterlijk iemands woorden overnemen

citeren

efficiënt

als je met weinig middelen je doel behaalt

als je met weinig middelen je doel behaalt

efficiënt

de luance

leegte, waar iets belangrijks ontbreekt

leegte, waar iets belangrijks ontbreekt

de luance

het initiatief

ondernemingszin, dat je als eerst aan iets begint

ondernemingszin, dat je als eerst aan iets begint

het initiatief

niettemin

toch, desondanks

toch, desondanks

niettemin

het beleid

bestuur, visie

bestuur, visie

het beleid

het dilemma

moeilijke keuze

moeilijke keuze

het dilemma

expressief

waarbij je emoties duidelijk toont, met voldoende uitdrukking

waarbij je emoties duidelijk toont, met voldoende uitdrukking

expressief

effectief

doeltreffend

doeltreffend

effectief

parafraseren

in eigen woorden navertellen

in eigen woorden navertellen

parafraseren

fictief

verzonnen, niet echt

verzonnen, niet echt

fictief

het fenomeen

verschijnsel, iets speciaal is

verschijnsel, iets speciaal is

het fenomeen

rendabel

winstgevend

winstgevend

rendabel

manueel

handmatig, met de hand

handmatig, met de hand

manueel

in acht nemen

opvolgen, respecteren

opvolgen, respecteren

in acht nemen

zich verantwoorden

verklaren waarom je iets hebt gedaan

verklaren waarom je iets hebt gedaan

zich verantwoorden

op peil houden

zorgen dat iets op het juiste niveau blijft

zorgen dat iets op het juiste niveau blijft

op peil houden

aanleiding geven tot

veroorzaken, zorgen dat iets gebeurt

veroorzaken, zorgen dat iets gebeurt

aanleiding geven tot

de aanzet tot

oorzaak+begin

oorzaak+begin

de aanzet tot

te wijten aan

veroorzaakt door

veroorzaakt door

te wijten aan

aanstalten maken om

beginnen te

beginnen te

aanstalten maken om

de gemoederen beroeren

voor opschudding/ onrust zorgen

voor opschudding/ onrust zorgen

de gemoederen beroeren

opteren voor

kiezen

kiezen

opteren voor

de bedenkingen

bezwaren, reserves, opmerkingen

bezwaren, reserves, opmerkingen

de bedenkingen

gepaard gaan met

samen voorkomen

samen voorkomen

gepaard gaan met

geenszins

helemaal niet

helemaal niet

geenszins