Na Klar woordenlijst Duits-Nederlands A-Z 4/5/6 havo/vwo/gym | Quizlet

der Abgeordnete

de afgevaardigde

abhauen

ervandoor gaan

das Abitur

het eindexamen (vwo)

die Ablenkung

de afleiding

absichtlich

opzettelijk

absperren

afsluiten

achten auf

letten op

allerhand

allerlei

allmählich

langzamerhand

der Alltag

het dagelijks leven

das Alter

de leeftijd

die Anforderung

de eis

angeblich

naar het schijnt

der Angehörige

het familielid

angesagt

populair

angesichts

gezien, ten aanzien van

die Anlage

de installatie

anprobieren

passen

anregen

stimuleren

anschaulich

verhelderend

Anspruch haben auf

recht hebben op

anspruchsvoll

veeleisend

anständig

fatsoenlijk

anstrengend

inspannend

anziehend

aantrekkelijk

der Anzug

het kostuum, het pak

der Appetit

de eetlust

die Art

de soort

die Arznei

het geneesmiddel

das Attentat

de aanslag

der Aufenthalt

het verblijf

auffordern

eisen van

die Aufgabe

de taak

aufklären

informeren, ophelderen

die Aufmerksamkeit

de aandacht

aufregend

opwindend

ausbilden

opleiden

sich ausdenken

bedenken

sich auseinandersetzen mit

zich bezighouden met

die Auseinandersetzung

het conflict

ausfüllen

invullen

ausgeprägt

uitgesproken

ausgezeichnet

uitstekend

auslösen

teweegbrengen, in werking stellen, veroorzaken

die Ausrede

het smoesje

ausschalten

uitschakelen

das Aussehen

het uiterlijk

ausstatten

inrichten

austauschen

uitwisselen, ruilen

die Auswahl

de keuze, de selectie

der Ausweis

het legitimatiebewijs

auswendig

uit het hoofd

die Auswirkung

het effect

die Auszeichnung

de onderscheiding

bald

gauw, binnenkort

bar

contant

barfuß

op blote voeten

der Bedarf

de behoefte

bedeuten

betekenen

sich begegnen

elkaar ontmoeten

behindert

gehandicapt

die Behörde

de instantie

belebt

levendig

belegen

bewijzen

nach Belieben

naar wens

beliebt

populair

sich bemühen

zich inspannen, zijn best doen

sich benehmen

zich gedragen

benutzen

gebruiken

bequem

comfortabel

beraten

adviseren

der Bereich

het gebied

bereits

al, reeds

berücksichtigen

rekening houden met

berühren

aanraken

berufstätig

werkzaam

sich beschäftigen mit

zich bezighouden met

Bescheid wissen

op de hoogte zijn

bescheuert

gestoord, gek

die Beschwerde

de klacht

bestimmen

bepalen

bestimmt

zeker

betrachten

bekijken

betreuen

begeleiden

bevorzugen

de voorkeur geven aan

bewältigen

verwerken

sich bewerben um

solliciteren naar

bewerten

beoordelen

bezeichnen

aanduiden

das Bild

de afbeelding, de foto

die Bildung

de vorming

bitten

vragen, verzoeken

blöd

dom

brauchen

nodig hebben

bremsen

remmen

bügeln

strijken

der Bundestag

de Bondsdag, de Duitse Tweede Kamer

bundesweit

in heel Duitsland

das Dachgeschoss

de zolder

daheim

thuis