Nederlands - spreekwoorden en uitdrukkingen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/34

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

35 Terms

1
New cards
Hoge bomen vangen veel wind.
Iemand die verantwoordelijkheid neemt, krijgt ook veel kritiek te horen.
2
New cards
Na regen komt zonneschijn.
Na een tegenslag komt er ook een betere tijd.
3
New cards
Hoog van de toren blazen.
Opscheppen.
4
New cards

Elke vogel zingt zoals hij gebekt is.

Iedereen zegt en doet dingen op de manier die bij hem past.

5
New cards
Een oogje in het zeil houden.
Iets in de gaten houden.
6
New cards

Van dik hout zaagt men planken.

Niet te nauwkeurig of zorgvuldig werken.

7
New cards
Emmers water naar de zee dragen.
Iets nutteloos doen.
8
New cards
Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.
Op onverwachte wijze kan er toch nog een oplossing komen.
9
New cards
Door de mand vallen.
Betrapt worden, ontmaskerd worden.
10
New cards
De kat op het spek binden.
Iemand in verleiding brengen.
11
New cards
De appel valt niet ver van de boom.
Kinderen lijken op hun ouders.
12
New cards
Dat is doorgestoken kaart.
Het is opgezet spel, het is vooraf afgesproken/bedacht.
13
New cards
Het zwarte schaap van de familie.
Iemand die buiten de familie staat qua gedrag.
14
New cards
Wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in.
Wie een ander iets wil misdoen, kan zelf het slachtoffer worden.
15
New cards
In de put zitten.
Verdrietig zijn.
16
New cards
Wanneer de kat van huis is, dansen de muizen.
Als er geen toezicht is, doet men waarin ze zin hebben.
17
New cards
Met de deur in huis vallen.
Meteen ter zaken komen.
18
New cards
De bloemetjes buiten zetten.
Uitbundig vieren.
19
New cards
Die de pot breekt, betaalt de scherven.
Wie de schade veroorzaakt, moet ervoor betalen.
20
New cards
De hond in de pot vinden.
Te laat zijn voor het eten, alles is op.
21
New cards
Ieder huisje heeft zijn kruisje.
Elk gezin of elke familie heeft wel zijn problemen.
22
New cards
De ketel verwijt de pot dat hij zwart ziet.
Een ander aanwijzen als schuldige, terwijl je zelf iets gelijkaardig gedaan hebt.
23
New cards
Een stok achter de deur hebben.
Een dreigement, een motivatie om toch aan iets te beginnen.
24
New cards
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Het is nergens beter dan thuis.
25
New cards
Tegen de lamp lopen.
Betrapt worden.
26
New cards
De vuile was buiten hangen.
Onaangename zaken vertellen aan buitenstaanders.
27
New cards
Van een leien dakje gaan.
Het gaat heel vlot.
28
New cards
Het van de daken schreeuwen.
Aan iedereen het kenbaar maken.
29
New cards
Het regent bakstenen./Het regent pijpenstelen.
Het hagelt heel hard./ Het regent hard.
30
New cards
De kat uit de boom kijken.
Afwachten.
31
New cards
Een gegeven paard kijk je niet in de bek.
Je geeft geen kritiek op een cadeau.
32
New cards
Een zwaluw maakt de lente niet.
Je mag niet te snel conclusies maken.
33
New cards
Met de kop/het hoofd door de muur willen.
Het onmogelijke willen.
34
New cards
Ergens (of nergens) oren naar hebben.
Er iets in zien.
35
New cards
Geen slapende honden wakker maken.
Over een bepaald onderwerp zwijg je beter.