Duits woordenschat deel 2
0.0(0)
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/95
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
96 Terms
1
New cards
besuchen
bezoeken
2
New cards
bieten
bieden
3
New cards
bleiben
blijven
4
New cards
buchen
boeken
5
New cards
faulenzen
luieren
6
New cards
genießen
genieten (van)
7
New cards
klettern
(be)klimmen
8
New cards
lieben
houden (van)
9
New cards
meinen
bedoelen
10
New cards
mieten
huren
11
New cards
regnen
regenen
12
New cards
reiten
paardrijden
13
New cards
rudern
roeien
14
New cards
sich langweilen
zich vervelen
15
New cards
träumen
dromen
16
New cards
treiben
hier: doen (aan)
17
New cards
wandern
wandelen
18
New cards
werden
zullen
19
New cards
wissen
weten
20
New cards
abfahren
vertrekken
21
New cards
aufstehen
opstaan
22
New cards
ausprobieren
proberen
23
New cards
beginnen
beginnen
24
New cards
besichtigen
bezichtigen
25
New cards
finden
vinden
26
New cards
fotografieren
fotograferen
27
New cards
reisen
reizen
28
New cards
schmecken
smaken
29
New cards
schwimmen
zwemmen
30
New cards
treffen
ontmoeten
31
New cards
verpassen
missen
32
New cards
warten
wachten
33
New cards
zeigen
tonen
34
New cards
zelten
kamperen
35
New cards
ab
vanaf
36
New cards
abenteuerlich
avontuurlijk
37
New cards
erhältlich
verkrijgbaar
38
New cards
geführt
geleid
39
New cards
günstig
goedkoop, voordelig
40
New cards
jetzt
nu
41
New cards
übrigens
trouwens, overigens
42
New cards
vermutlich
vermoedelijk
43
New cards
vielleicht
misschien
44
New cards
wahrscheinlich
waarschijnlijk
45
New cards
wunderbar
wonderbaarlijk, fantastisch
46
New cards
beeindruckend
indrukwekkend
47
New cards
eigentlich
eigenlijk
48
New cards
ein bisschen
een beetje
49
New cards
fast
bijna
50
New cards
kühl
koel
51
New cards
lecker
lekker
52
New cards
üblich
gebruikelijk, gewoon
53
New cards
die Bewölkung
de bewolking
54
New cards
der Blitz
de bliksem
55
New cards
die Donner
de donder
56
New cards
das Gewitter
het onweer
57
New cards
der Grad
de graad
58
New cards
der Nebel
de mist
59
New cards
der Niederschlag
de neerslag
60
New cards
der Regen
de regen
61
New cards
der Schauer
de regenbui
62
New cards
der Sonnenschein
de zonneschijn
63
New cards
das Wetter
het weer
64
New cards
der Wetterbericht
het weerbericht
65
New cards
die Wettervorhersage
de weersvoorspelling
66
New cards
der Wind
de wind
67
New cards
blitzen
bliksemen
68
New cards
donnern
donderen
69
New cards
scheinen
schijnen
70
New cards
schneien
sneeuwen
71
New cards
wehen
waaien
72
New cards
bedeckt
bewolkt
73
New cards
bewölkt
licht bewolkt
74
New cards
heiter
helder, zonnig
75
New cards
nass
nat
76
New cards
nebelig
mistig
77
New cards
sonnig
zonnig
78
New cards
trocken
droog
79
New cards
windig
winderig
80
New cards
wolkig
halfbewolkt
81
New cards
Keine Ahnung!
Geen idee!
82
New cards
Darauf habe ich heute keinen Bock
Daar heb ik vandaag geen zin in.
83
New cards
Worauf hast du Bock?
Waar heb je zin in
84
New cards
Worauf hast du Lust
Waar heb je zin in? (formeel)
85
New cards
Einverstanden!
Akkoord.
86
New cards
Ich freue mich schon!
Ik zie er al naar uit.
87
New cards
Zum Glück
Gelukkig.
88
New cards
Guck mal
Kijk eens.
89
New cards
Nach Herzenslust
Naar hartenlust.
90
New cards
Tof idee
All goed idee
91
New cards
Stimmt!
Dat klopt.
92
New cards
Freiburg ist einen Besuch wert
Freiburg is een bezoek waard.
93
New cards
Die Sauna steht Ihnen zur Verfügung
De sauna staat tot uw beschikking.
94
New cards
Er geht immer spät ins Bett
Hij gaat altijd laat naar bed.
95
New cards
Alles hat gut geklappt
Alles is goed verlopen.
96
New cards
Ich habe mich nicht einmal gelangweilt
Ik heb me niet eens verveeld.
Note 
Flashcards (58)