microbiologie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/133

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

shit dat die vaak vraagt op het examen, zo van die invulwoordjes

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

134 Terms

1
New cards

6-fosfogluconaathydrolase

belangrijkste enzym bij Entner-Doudoroff, zorgt voor de omzet van 6-fosfogluconaat in 2-keto-3-deoxy-6-fosfogluconaat

2
New cards

nitrogenase complex

een enzymcomplex die N2 fixatie katalyseert want dit heeft veel E nodig. Bestaat uit dinitrigenase en dinitrogenase reductase. Enkel werkzaam in micro-aerofiele omstandigheden, wordt (bijvoorbeeld in Rhizobium) beschermd door een slijmlaag en leghemoglobine.

3
New cards

formaat-waterstof lyase

Belangrijk enzym in de mixed acid fermentatie.Zet mierezuur (formiaat) om in waterstof (H2) en CO2 in gelijke hoeveelheden; een 1/1 verhouding. Deze 1/1 verhouding is kenmerkend aan mixed-acid fermenteerders.

4
New cards

pyruvaat-formaat lyase

zet pyruvaat om in mierezuur en Acetyl-CoA, soms met bijvorming van succinaat. Belangrijk in de mixed acid fermentatie.

5
New cards

MMO Methaan mono-oxygenase

enzym voor de omzet van methaan naar methanol in methanotrofen, Proteobacteria.

6
New cards

ammoiak mono-oxygenase

Sleutelenzym bij Nitroso-bactriën, nitrificerende bacteriën. Katalyseert de omzet van ammoniak tot nitriet en water

7
New cards

hydroxylamine oxido-reductase

Komt voor bij nitroso, stikstoffixerende bacteriën. Verantwoordelijk voor de omzet van hydroxylamine naar nitriet.

8
New cards

urease

Enzym die ureum afbreekt tot ammoniak, kenmerkend enzym bij Proteus (urinewegontsteking, Enterobacteriën)

9
New cards

Pectinasen

Enzymen die plantenweefsel afbreken door pectine af te breken, zorgen voor “soft rot”. Komt voor bij Erwinia soorten (2,3-butaandiol fermentatie, Enterobacteriën)

10
New cards

CTXphi

(eigenlijk geen enzym) = temperate faag, deze introduceert nieuwe eigenschappen in Vibrio cholerae, zoals de mogelijkheid om het cholera entero-toxine te produceren.

11
New cards

luciferase

Enzym dat betrokken is bij het bioluminescentieproces, komt voor in bepaalde bacteriën, vuurvliegjes en vissen. Komt voor in de Vibrio groep.

12
New cards

acyl-homoserine lacton

Inductiemolecule die, wanneer in grote hoeveelheid aanwezig, de transcriptie van luciferase induceert. (is dus zelf GEEN enzym). Komt voor in de vibrio groep.

13
New cards

choleratoxine

geen enzyme maar een toxine die adenylcyclase activeert, aanwezig in Vibrio cholerae. Gecodeerd door het CTXphi gen.

14
New cards

adenylcyclase

Zorgt voor de omzet van ATP tot cAMP. Aanwezig in Virbio cholerae, geactiveerd door aanwezigheid van het choleratoxine.

15
New cards

ATP, cAMP

adenylcyclasse zet “__” om in “__” die dan zorgt voor de activiteit van het G-proteïne.

16
New cards

G-proteïne

Zorgt voor vocht en zout verlies in de darmcellen.

17
New cards

fosfoketolase

Bij heterofermentatie. Zet xylulose-5-fosfaat om in acetylfosfaat en glyceraldehyde-3-fosfaat.

18
New cards

collagenase

Breekt collageen af, komt voor bij Streptococcus pneumoniae, die zorgt voor longontsteking. Op deze manier kan het mo dieper in de longen penetreren.

19
New cards

Streptokinase

Lost bloedstolsel op, komt voor bij Streptococcus pneumoniae.

20
New cards

hyaluronzuur

Geen enzym, komt voor bij Streptococcus pneumoniae en dient ter bescherming tegen het immuunsysteem. “Een wolf in schaapsvacht” zodat deze herkend wordt als lichaamseigen cel.

21
New cards

coagulase

MRSA - MultiResistente Staphylococcus aureus. Zorgt voor bloedverdikking, waardoor de Bacillus ingepakt wordt, zo kan het immuunsysteem niet aan fagocytose doen.

22
New cards

dextraan-sucrase

Katalyseert de vorming van dextraan uit sucrose, komt voor bij de heterofermentatieve Leuconostoc. Dextraan wordt vaak gebruikt als bloedplasmaverdunner

23
New cards

SASPs

(geen enzymen) Small Acid Soluble Proteins, komen voor bij endosporenvormende bacteriën zoals Bacillus en Clostridium. Deze zorgen voor de bescherming van het DNA.

24
New cards

Calciumdipicolinaat

Zorgt voor de stabilisering van DNA bij de endosporevorming (Bacillus, Clostridium), wordt gevormd na de vorming van de primordiale cortex.

25
New cards

proteasen

Geproduceerd door Bacilus subtilis, gebruikt in wasmiddelen

26
New cards

amylasen - subtilisines

Geproduceerd door Bacillus subtilis, gebruikt in wasmiddelen.

27
New cards

penicillinase

zet peniciline om in penicilloïnezuur door de β-lactamring te knippen

28
New cards

Ti plasmide

Tumor inducing plasmide, integreert T-DNA in plantengenomen en is de veroorzaker van crown gall disease bij Agrobacterium tumefaciens, een stikstoffixerende G negatieve Proteobacterie

29
New cards

hopanoïden

in CM, structuur vergelijkbaar met sterolen, 4 ringen, komen voor bij ALLE bacteriën en NIET bij Archaea

30
New cards

glyceroldiëther

= isprenoïde, is een vetzuurstaart bij Archaea, equiuvalent aan fosfolipoden, 4 isopreeneenheden → dubbellaag

31
New cards

diglyceryltetraether

= isoprenoide, CM, Archaea in hoge T —> monolayer

32
New cards

lac permease

eenvoudig transport, eiwit die protonen door CM laat stromen via proton motive force

33
New cards

fosfotransferase

groepstranslocatie eiwit, energie komt van PEP: fosforyleerd stof tijdelijk voor transport

34
New cards

ATP Binding Casette Transport

ABC transport

35
New cards

Sec systeem

= transport systeem voor proteinen, maakt gebruik van translocase eiwitten

36
New cards

peptidoglycaan

mureïne

37
New cards

N-AcetylGlucosAmine

NAGA

38
New cards

N-AcetylMuraMineAcid

NAMA

39
New cards

NAM

hierop zit tetra-peptide zijketen met volgende 4 AZ: L-alanine, D-alanine, D-glutaminezuur, L-lysine

40
New cards

meso-diaminepimelinezuur

= L-lysine

41
New cards

teichoïnezuren

= esters van fosfaat en koolhydraten, bij G+, gebonden aan C6 van suikermoleculen, binden Mg2+ en Ca2+ door hun negatieve lading

42
New cards

lilpoteichoïnzuren

= teichoïnzuren gebonden aan de membraan

43
New cards

lysozym

zit in lichaamsvocht, breekt beta-1,4 binding tussen NAG en NAM af → celwand wordt zwak en cel lyseert

44
New cards

O-specifiek polysacharide

= lipopolysaccharide LPS, G-, sequentie tetracycliden, bepaalt antigenische eigenschappen

45
New cards

kern-polysacchariden

= lipopolysaccharide LPS, G-, vnl hexosen, ook bijzonderheden zoals octosen en heptosen

46
New cards

lipide A

= lipopolysaccharide LPS, bepalen immuniteit = gedifosforyleerd glucosamine-disaccharide = endotoxine —> limulus test!

47
New cards

limulus test

test de aanwezigheid van lipide A (=endotoxine) met het bloed van een degenkrab → gekwantificeerd door de coagulatie

48
New cards

hydrolitische enzymen

enzymen die aan substraatafbraak doen

49
New cards

N-acetyltalosaminezuur

NATA, komt voor bij Archaea

50
New cards

pseudomureïne

NAGA-NATA, beta-1,3 gebonden

51
New cards

Small Acid Soluble Proteins

SASPs, bevat in sporen! beschermen DNA

52
New cards

calcium dipicolinaat

stabiliseert DNA in sporen

53
New cards

K

een element die intracellulair wordt geaccumuleerd door actief transport die zeer belangrijk is voor de enzymactiviteit

54
New cards

K+, Na+

een cel neemt veel “_” op en pompt veel “_” naar buiten

55
New cards

ferro-vorm

Fe2+

56
New cards

ferri-vorm

Fe3+

57
New cards

sideroforen

ijzerbindende stoffen uitgescheiden door mo om minerale ijzer op te nemen

58
New cards

hydroxamaat

een soort siderofoor die ijzer zeer goed chelateert

59
New cards

enterobactines

een siderofoor die een derivaat is van catechol

60
New cards

peptidesideroforen

een siderofoor die met peptidekop Fe bindt en met lipidestaart geassocieerd is met de CM

61
New cards

antennepigmenten, antennecomplexen, groene zwavelbacteriën

“___” geven lichtenergie door aan reactiecentra, deze zitten vervat in “___” en komen voor bij “___”

62
New cards

carotenoïden, isoprenoïden

“___” zijn een soort “___” die geel/roodd/bruin zijn van kleur

<p>“___” zijn een soort “___” die geel/roodd/bruin zijn van kleur </p>
63
New cards

fycobiline proteïnen

antennepigmenten van cyanobacteriën en rode algen

64
New cards

H2S, Fe2+, NO2-

reducerende equivalenten (= elektronen acceptoren) bij anoxygene fotosynthese (3)

65
New cards

Calvin cyclus, rubisco, carboxysomen

de “___” fixeert CO2 in organische stoffen, een belangrijk molecule dat hier in voorkomt iss “___”, deze cyclus komt voor in “___”

66
New cards

hydroxypropionaat pathway, hydroxypropionzuur

“___” is een andere pathway dan de Calvin cyclus die ook CO2 fixeert in organische stoffen, een sleutellmetaboliet is “___”

67
New cards

Wood Ljungdal pathway

anaerobe bacteriën zetten CO, H2 en CO2 om naar azijnzuur en ethanol = gasfermentatie, bio-ethanol productie

68
New cards

hydrogenase enzymcomplex, Ni2+

knalgasbacteriën doen aan waterstofoxidatie, een belangrijk enzym hierin is “____”, met als cofactor “_”

69
New cards

ammoniak mono oxygenase, hydroxylamine oxidoreductase

sleutelenzymen bij nitrosobacteriën (2)

70
New cards

nitriet oxidoreductase

sleutelenzym bij nitrobacteriën

71
New cards

anammoxosomen, hydrazine

anoxische ammoniak oxidatie gebeurt in “___” die de cel beschermen van “___”

72
New cards

CO2, formaat, butyraat, acetaat, propionaat, 2-alkyl-acetaat

algemene fermentatieproducten (6)

73
New cards

alcoholehydrogenase

sleutelenzym bij alcoholfermentatie van gist

74
New cards

6-fosfogluconaathydrolase

sleutelenzym bij Entner-Doudoroff

75
New cards

pyruvaat-formaat lyase, waterstof-formaat lyase

2 sleutelenzymen bij gemengde zuur fermentatie/ mixed acid fermentatie

76
New cards

ABE fermentatie

saccharolytische clostridia doen aan “___”

77
New cards

Stickland reacties

proteolytische Clostridia doen aan “___”

78
New cards

Aceton, Butanol, Ethanol

ABE fermentatie (afkorting)

79
New cards

acidogene, acetaat, butyraat, solventogene, aceton, butanol

ABE proces: de eerste fase is de “___” fase, hierin wordt “___” en “___” gevormd, de tweede fase is de “___” fase waarin “___” en “___” worden gevormd

80
New cards

Adenosine-5-fosfosulfaat, sulfaatreductie

APS, afkorting + bij welk metabolisme komt het voor

81
New cards

ATP sulfurylase

enzym voor omzet van sulfaat naar APS

82
New cards

oxygenasen

enzymen die incorporatie van zuurstof in organische moleculen katalyseren

83
New cards

OH toevoegen, hydroxyleren, benzeenring knippen, verder metabolisme, oxygenasen

aerobe oxidatie van koolwaterstoffen, centraal principe: 1) “___”, 2) “___”, 3) “___”, de enzymen “___” spelen hierbij centrale rol

84
New cards

benzeen, catechol, monooxygenase, muconzuur, catechol-1,2-dioxygenase

een voorbeeld van aerobe oxidatie van een aromatische koolwaterstof; “___” wordt omgezet tot “___” met 2x “___” (enzym), dit wordt dan omgezet naar “___” met “___” (enzym)

85
New cards

acetaat, oxalo-acetaat, glyoxylaat sshunt

en shortcut voor C4 en C6 organische zuren; van “___” naar “___” via de “___” (mechanisme)

86
New cards

pyruvaat, oxalo-acetaat, PEP carboxylase, pyruvaat carboxylase

(metabolisme van organische zuren) shortcut voor C3: “___” naar “___” met de enzymen: “___” en “___”

87
New cards

pseudomonas carboxydovorans

knalgasbacterie

88
New cards

Entner Doudoroff pathway, 1, substraat niveau fosforylatie, 6, oxidatieve fosforylatie

welk metabolisme gebruiken de Pseudomonaceae? Deze vormt “_”ATP uit “___” en “_” ATP uit “___”

89
New cards

xenobiotische stoffen

welke stoffen worden afgebroken bij bioremediatie en voedingsbedderf? (=stoffen die niet van nature in ed natuur voorkomen)

90
New cards

twitching motility

hoe beweegt Pseudomonas aeruginosa zich voort?

91
New cards

Xanthomonas campestris, xanthaan

een Pseudomonassoort, “___”, veroorzaakt een verwelkingsziekte door de productie van “___”

92
New cards

Pseudomonaceae, Zymomonas mobilis, Entner Doudoroff, ethanolfermentatie, hoge osmotische druk

een MO behorende tot de “___”, genaamd “___”, kan naast het gewone metabolisme (“___”) aan “___” doen, waarbij het glucose omzet in ethanol. Het MO heeft een resistentie tegen een “___”

93
New cards

proteobacteria, ethanol, azijnzuur, glucose, gluconzuur, oxidatie, acetobacter, CO2, gluconobacter

azijnzuurbacteriën behoren tot de “___” en zetten “__” om in “__” en zetten “__” om in “__” via “__”, “___” zet dit eerste voorbeeld ook verder om tot “__”, “__” kan dit niet

94
New cards

druppelbedfermentor, Frings acetator

productie van azijn uit wijn gebeurt via een “___” of via een “___”

95
New cards

gluconobacter oxydans, azijnzuurbacteriën, D-sorbitol, L-sorbose, Reichstein-Grussner

de synthese van vitamine C wordt gedaan door “___” van de “___” (groep). Hierbij wordt “___” omgezet in “___” via de “___” pathway.

96
New cards

L-ascorbinezuur

knowt flashcard image
97
New cards

Acetobacter xylinum, azijnzuurbacteriën

“___” van de “___” produceert bacterieel cellulose

98
New cards

nitrogenase complex, dinitrogenase, dinitrogenase reductase

stikstoffixerendde bacteriën bevatten “___” dat bestaat uit “___” en “___”

99
New cards

acetyleen reductie-assay

Een techniek voor het meten van de nitrogenaseactiviteit

100
New cards

rhizobium, symbiose, leguminosen, leghaemoglobine, O2

het stikstoffixerende mo “___” die “___” heeft met “___” of vlinderbloemigen, bevat de stof “___” ter berscherming tegen “_”