Unidad 1 (Spaans 3)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/440

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

441 Terms

1
New cards

admitir

toegeven

2
New cards

estar prohibido

verboden zijn

3
New cards

beber alcohol

alcohol drinken

4
New cards

estar permitido

toegestaan zijn

5
New cards

circular

circuleren / rondgaan

6
New cards

el uso

het gebruik

7
New cards

el dron

de drone

8
New cards

hacer fuego

vuur maken

9
New cards

nadar

zwemmen

10
New cards

dar de comer

eten geven

11
New cards

la paloma

de duif

12
New cards

entrar

binnengaan

13
New cards

el museo

het museum

14
New cards

la señal

het bord / het teken

15
New cards

la señal de prohibido

het verbodsbord

16
New cards

hacer fotos

foto’s maken

17
New cards

tocar

aanraken / spelen (instrument)

18
New cards

cómo

hoe

19
New cards

relacionarse

omgaan / in contact komen

20
New cards

ir a + infinitivo

gaan + infinitief

21
New cards

por placer

voor het plezier

22
New cards

por estudios

voor studies

23
New cards

el test

de test

24
New cards

evitar

vermijden

25
New cards

algún/o/a

een of andere

26
New cards

el choque

de botsing

27
New cards

cultural

cultureel

28
New cards

invitar

uitnodigen

29
New cards

cenar

avondeten eten

30
New cards

terminar

eindigen

31
New cards

la cena

het avondeten

32
New cards

anfitrión/ona

gastheer / gastvrouw

33
New cards

comenzar

beginnen

34
New cards

recoger la mesa

de tafel afruimen

35
New cards

seguir

doorgaan / volgen

36
New cards

conversar

praten / converseren

37
New cards

agradecer

bedanken

38
New cards

irse

weggaan

39
New cards

levantarse

opstaan

40
New cards

ayudar

helpen

41
New cards

llegar

aankomen

42
New cards

un poco

een beetje

43
New cards

antes

eerder / voor

44
New cards

esperar

wachten / hopen

45
New cards

tocar el timbre

aanbellen

46
New cards

entre… y…

tussen… en…

47
New cards

el negocio

de winkel / de zaak

48
New cards

vendedor/a

verkoper / verkoopster

49
New cards

acercarse

dichterbij komen / naderen

50
New cards

¿en qué te puedo ayudar?

waarmee kan ik je helpen?

51
New cards

enseñar

laten zien / onderwijzen

52
New cards

ese/a/o

die / dat

53
New cards

la gorra

de pet

54
New cards

la vidriera

de etalage

55
New cards

disculpar

verontschuldigen

56
New cards

conocer

kennen / leren kennen

57
New cards

mostrar

tonen / laten zien

58
New cards

el restaurante

het restaurant

59
New cards

traer

brengen / meenemen

60
New cards

la cuenta

de rekening

61
New cards

la propina

de fooi

62
New cards

mozo/a

ober / serveerster

63
New cards

el servicio

de service / de bediening

64
New cards

incluido/a

inbegrepen

65
New cards

estar de visita

op bezoek zijn

66
New cards

ofrecer

aanbieden

67
New cards

quedarse a comer

blijven eten

68
New cards

la invitación

de uitnodiging

69
New cards

rechazar

weigeren

70
New cards

poner una excusa

een excuus verzinnen

71
New cards

la excusa

het excuus

72
New cards

aceptar

accepteren

73
New cards

excepto si

behalve als

74
New cards

insistir

aandringen

75
New cards

rápidamente

snel

76
New cards

demostrar

aantonen

77
New cards

el entusiasmo

het enthousiasme

78
New cards

probar

proberen / proeven

79
New cards

seguro

zeker

80
New cards

buenísimo/a

heel goed / heerlijk

81
New cards

conocido/a

bekend / bekende

82
New cards

el mate

de maté (mate-thee)

83
New cards

limpiar

schoonmaken

84
New cards

el pico

de punt / de snavel

85
New cards

la bombilla

het rietje (voor maté)

86
New cards

antes de

vóór

87
New cards

tomar

nemen / drinken

88
New cards

devolver

teruggeven

89
New cards

despacito

langzaam

90
New cards

sostener

ondersteunen/vasthouden

91
New cards

un buen rato

een goede/leuke tijd

92
New cards

encontrarse con alguien

iemand tegenkomen

93
New cards

alguien

iemand

94
New cards

frecuentemente

vaak

95
New cards

después de

na

96
New cards

charlar

kletsen / praten

97
New cards

tener que

moeten

98
New cards

juntarse

samenkomen

99
New cards

un día de estos

een dezer dagen

100
New cards

tomar un café

een koffie drinken