engels unit 1 deel 3

aanbod, bod

offer

mogelijkheid, kans, gelegenheid

opportunity

bezitten, beschikken

own

inpakken, verpakken, inwikkelen

package

pakket

package

verpakking, het verpakken

packaging

opkomst, deelname, deelneming

participation

vennootschap

partnership

personeel, medewerkers

personnel

richten, aanwijzen, aangegeven

point

onderdeel, punt, spits

point

beleid, beleidsplan

policy

inhoud, capaciteit, potentieel

potential

product, maaksel

product

verbod

prohibition

verwerven, inkopen, verkrijgen

purchase

afname, inkoop, verkrijging

purchasing

achternazitten, voorzetten

pursue

achtervolging, bezigheid

pursuit

verschillen, variëren

range

verscheidenheid, draagwijdte, bereik

range

rangschikken, classificeren

rank

volgorde, stand

rank

ranking, geplaatst

ranking

aannemen, aanwerven

recruit

werving, rekrutering

recruitment

verminderen

reduce

beschouwen, aanzien, kijken naar

regard

overblijven, blijven

remain

benodigdheden, voorwaarde

requirement

onderzoek

research

verblijf, woning

residence

grondstof

resource

rol, taak

role

grijpen, pikken, wortelen

root

vastgegroed, geworteld

rooted

verkoop

sale

verkoopleider

sales manager

ruimte (omvang)

scope

verkopen, verhandelen

sell

afzonderlijk, apart

separately

aandeel, deel

share

aandeelhouder

shareholder

gestaag, steeds

steadily

beurs, aandelenbeurs

stock exchange

aandeelhouder 2

stockolder

aandelen, waardepapieren

stocks

ondergeschikt, dochteronderneming

subsidiary

aanbieder, leverancier

supplier

steunen, ondersteunen

support

behandeling, onderhandeling

treatment

helaas, jammer genoeg

unfortunately

waardevol, kostbaar, verdienstelijk

valuable

groot, uitgebreid, aanzienlijk

vast

afvalwater

wastewater