1/9
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
waar gaat het over
Het laat zien hoe stedelijke problemen zich ontwikkelden en hoe stedenbouwkundigen daarop reageerden – vooral in Europa en Noord-Amerika, vanaf de industriële revolutie tot het midden van de 20e eeuw.
1. Vroege stedelijke ontwikkeling
De eerste steden ontstonden in Mesopotamië, de Indusvallei, Egypte en Griekenland.
Romeinse steden waren vaak volgens een gridpatroon gebouwd met civiele gebouwen op prominente locaties.
In de Middeleeuwen groeiden steden vaak organisch en zonder centrale planning.
Uitzonderingen waren geplande steden zoals bastides (Frankrijk) en Londonderry (Noord-Ierland).
2. Industriële Revolutie en urbanisatie
Begon in het VK; leidde tot snelle stedelijke groei.
Nieuwe industrieën en fabrieken trokken arbeiders aan.
Er ontstonden verschillende stadstypen:
Industriesteden (bijv. Manchester)
Leisure/resort steden (bijv. Brighton, Baden-Baden)
Grootstedelijke centra (bijv. Londen, Parijs)
De steden groeiden snel maar ongepland, wat leidde tot slechte leefomstandigheden, overbevolking en milieuproblemen.
3. Structuur van de industriële stad
Centrale gebieden kregen hogere grondprijzen → intensiever gebruik.
Rijkeren trokken naar de buitenwijken; werkende klasse bleef in overvolle binnensteden.
De spoorwegen herstructureerden de stad en maakten suburbanisatie mogelijk.
Winkels en kantoren namen centrale locaties in vanwege hogere winst per m².
4. Opkomst van moderne stedenbouw
Vroege initiatieven kwamen van filantropen zoals:
Robert Owen (New Lanark)
Titus Salt (Saltaire)
Cadbury-familie (Bournville)
Staat ging zich pas vanaf 1848 actiever bemoeien (bijv. Public Health Acts).
Ebenezer Howard introduceerde het "Garden City"-concept: lage dichtheid, veel groen, zelfvoorzienende gemeenschappen.
5. Planning in Europa en VS
Duitsland liep voorop met formele stadsuitbreidingsplannen (vanaf 1794).
Frankrijk voerde grootschalige stedelijke renovaties uit (Haussmann in Parijs).
Nederland nam een vroege nationale wet aan: de Woningwet van 1901.
In de VS ontstond het City Beautiful Movement, met aandacht voor esthetiek, orde en monumentale gebouwen.
6. Interbellum en naoorlogse planning
UK: veel tuinwijken en geplande "new towns" (Harlow, Stevenage).
Europa: modernistische projecten, bv. Le Corbusiers “Ville Radieuse”.
Nederland: Amsterdam Zuid (Berlage), Algemeen Uitbreidingsplan (1934).
Denemarken: Finger Plan voor Kopenhagen (1947).
7. Invloed van WOII
Oorlogsschade bood kansen voor herontwerp:
Heropbouw van Rotterdam, Le Havre, Coventry met modernistische principes.
In UK leidde dit tot de Greater London Plan (1944) met groene gordels en satellietsteden.
8. Naoorlogse stedenbouw
New Towns Act (1946): planmatige steden buiten Londen.
Doel: zelfvoorzienend, functionele indeling, veel groen.
Andere landen namen dit model over (bijv. Almere in Nederland, Marne-la-Vallée in Frankrijk).
Belangrijke inzichten
De evolutie van stedelijke planning weerspiegelt veranderingen in economie, technologie, sociale waarden en politiek.
Twee stromingen domineerden:
Lage dichtheid & groen (Garden City)
Hoge dichtheid & efficiëntie (Modernisme)