1/114
alle woorden die ik nodig kan hebben voor improv tekst met mvr guens
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
un cabinet
een spreekkamer
un cachet
een pil
une cuillerée
een lepel
un diagnostic
een diagnose
un examen médical
een medisch onderzoek
la fièvre
een koorts
une goutte
een druppel
l’imagination
de verbeelding
un médecin
een huisarts
une ordonnance
een voorschrift
un pansement
een verband
une plaie
een wonde
un plâtre
een gips
une prescription
een voorschrift
une radiographie
een röntgenfoto
un rhume
een verkoudheid
une salle d’attente
een wachtzaal
la toux
de hoest
une visite à domicile
een huisbezoek
affaibli
verzwakt
compliqué
moeilijk
profond
diep
scolaire
school
surchauffé
oververhit
urgent
dringend
s’allonger
gaan liggen
circuler
rondgaan
désinfecter
ontsmetten
enlever
verwijderen
éternuer
niezen
étendre
strekken
examiner
onderzoeken
guérir
genezen
peser
wegen
prescrire
voorschrijven
rincer
spoelen
saigner
bloeden
s’évanouir
flauwvallen (werkwoord)
se soigner
zich verzorgen
subir
ondergaan
tousser
hoesten
avoir bonne / mauvaise mine
er goed / slecht uitzien
avoir le nez qui coule
een loopneus hebben
être atteint, atteinte par
besmet zijn met
fixer un rendez-vous
een afspraak vastleggen
il vaut mieux + infinitif
het is beter te + infinitief
Je vous en prie
graag gedaan
ne pas y arriver
er niet in slagen
tomber dans le pommes
flauwvallen (expression)
tomber malade
ziek worden
l’agité
de handigheid
le chagrin d’amour
het liefdesverdriet
une découverte
een ontdekking
un effort
een inspanning
un endroit
een plaats
la graisse
het vet
un muscle
een spier
l’obésité
de obesitas
un os
een bot
un poumon
een long
un sol
een vloer
fatigant(e)
vermoeiend
être assis(e)
zitten
expirer
uitademen
inspirer
inademen
se blesser
zich blesseren
serrer
opspannen
aller chercher
gaan halen
attraper froid
een verkoudheid oplopen
avoir mal à la/à l’
pijn hebben aan (f)
avoir mal au/aux
pijn hebben aan (m)
relever le défi
de uitdaging aangaan
debout
rechtstaand
discrétement
onopvallend
une guêpe
een wesp
piquer
steken
la piqûre
de steek
la pommade
de zalf
la douleur
de pijn
c’est douloureux
het is pijnlijk
la cheville
de enkel
se fouler
omslaan
ça fait mal
het doet pijn
lever
optillen
reposez-vous bien
rust goed uit
je vais vous prescrire
ik ga u een voorschrift geven voor
avoir peur
bang zijn
grave
ernstig
qu’est-ce que j’ai?
wat heb ik?
qu’est-ce qui ne va pas?
wat is er aan de hand?
avez-vous mal quelque part
heb je ergens pijn
je vais vous faire une piqûre
ik ga je een injectie geven
jambe
been
je suis tembé dans les escaliers
ik ben van de trap gevallen
est-ce que
vraag zin
cassé
gebroken
quand puis-je enlever le bandage
wanneer mag ik het verband eraf halen
le bras
de arm
le doigt
de vinger
le pied
de voet