Thematische woordenschat Spaans: hoofdstuk 15.5 (alles)
Studied by 0 people
Knowt Play
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/107
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
108 Terms
El dinero
Het geld
La plata
Het geld (Am)
Dinero en metálico
Contant geld
El billete
Het bankbiljet
La moneda
Het kleingeld, de munt
Gastar
Uitgeven
La cantidad
De hoeveelheid
El banco
De bank
La caja de ahorros
De spaarbank
Cambiar
Wisselen, veranderen
Cambiar en euros
Wisselen in euro's
El beneficio
De winst
Ahorrar
Sparen
La cuenta
De rekening
El gasto
De kosten, de uitgave
Los gastos de transferencia
De overschrijvingskosten
Abonar
Betalen, bijschrijven, voldoen
Retirar
Geld opnemen
El cheque
De cheque
El cobro
De inning, het incasso
El cobro con cheque
De betaling per cheque
El talonario de cheques
Het chequeboekje
Cobrar
Innen, incasseren
El cajero, la cajera
De kassier, kassierster
El cajero automático
De geldautomaat
La tarjeta de crédito
De creditkaart
En efectivo
Contant, in contanten
En concreto
Contant, in contanten (Am)
Efectivo, efectiva
Effectief, doeltreffend
A plazos
In termijnen
El cambio
Het wisselgeld, het kleingeld; de wisselkoers
Tiene cambio de cien pesos
Kan u honderd pesos wisselen
El vuelto
Het wisselgeld (Am)
Te olvides del ...
Je vergeet het ...
Suelto, suelta
Los
El dinero suelto
Het kleingeld
El sencillo
Het kleingeld (Am)
El resto
De rest, het restant
Prestar
Uitlenen
El crédito
Het krediet, de lening, de vordering
Valer
Waard zijn, kosten
Por
Voor, tegen
El descuento
De korting
La rebaja
De uitverkoop, de opruiming, de korting
ahorrador, ahorradora
spaarzaam
el ahorrador, la ahorradora
de spaarder
el, la ahorrista
de spaarder (Am)
ahorrista
spaarzaam (Am)
la cuenta corriente
de rekening-courant, de lopende rekening
el extracto de cuenta
het rekeningafschrift
el, la titular
de houder/houdster (rekening, paspoort, etc.); de gerechtigde
cancelar
annuleren, opheffen; betalen (van schuld)
la libreta de ahorro
het spaarboekje
la cartilla de ahorro
het spaarboekje (Esp)
la caja fuerte
de kluis
ingresar
storten
los ingresos
de inkomsten, het inkomen; de baten
el importe
het bedrag
el talón
de cheque
el talón cruzado
de gekruiste cheque
en metálico
in contanten
el cheque de viaje
de reischeque
la transferencia
de overschrijving
la letra (de cambio)
de wissel
el recibo
het reçu, de kwitantie; de ontvangst
la deuda
de schuld
la deuda externa
de buitenlandse schulden
el deudor, la deudora
de debiteur, de schuldenaar/schuldenares
el préstamo
de lening
el plazo
de termijn
el interés
de rente
calcular
uitrekenen, begroten
la suma
de som, het bedrag
la bolsa
de beurs
el corredor de bolsa
de beursman
el, la accionista
de aandeelhouder
la acción
het aandeel
el valor
de waarde, het waardepapier
invertir
investeren
el fondo de inversiones
het investeringsfonds
el inversor, la inversora
de investeerder, de belegger
la asamblea general
de algemene vergadering
la inversión
de investering; de belegging
el fondo
het fonds, de kas, de middelen
un fondo de acciones
een aandelenfonds
la renta
het inkomen, de huuropbrengst, de rente (van kapitaal)
el asesor fiscal, la asesora fiscal
de belastingsadviseur
la declaración de la renta
de belastingaangifte
el tesoro (público)
de schatkist; de staatskas
Tesoro
financiën
las divisas
de deviezen
el euro
de euro
el peso
de peso
el quetzal
munteenheid Guatemala
el lempira
munteenheid Honduras
el colón
munteenheid El Salvador en Costa Rica
el córdoba
munteenheid Nicaragua
el bolívar
munteenheid Venezuela
el sucre
munteenheid Ecuador
el nuevo sol
munteenheid Peru
Note 
Flashcards (38)