1/57
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Window of tolerance
De zone waarbinnen iemand stress goed aan kan. Zolang de stress binnen dit raam blijft functioneert iemand goed.
Hyper-arousal
Verhoogde hartslag. trillen. pijn prikkelbaar nerveus. Overspoeld door emoties en lichamelijke reacties. Agressieve of angstige indruk.
Hypo-arousal
Hartslag omlaag kind trekt zich terug sluit zich af vermijdt situaties lijkt onbereikbaar emotieloos passief
Emotie
Reactie op een stimulus (intern of extern). Bewust en onbewust fysieke of gedragsmatige verandering. Subjectief adaptieve reactie.
Subliminale verwerking
Verwerking van informatie door de hersenen zonder dat we ons er bewust van zijn
Blindzicht
Het vermogen van mensen met corticale blindheid om visuele informatie te verwerken zonder zich er bewust van te zijn
Corticale blindheid
Het verlies van zicht door schade aan de visuele cortex in de hersenen terwijl de ogen en oogzenuwen intact zijn
Lateraal
Buitenkant van de hersenen
Mediaal
Binnenkant van de hersenen (in het midden)
Posterieur
Achteraan
Anterieur
Vooraan
Frontale lobotomie
De verbindingen tussen de prefrontale cortex en andere hersendelen worden doorgesneden.
Dorsaal
Rugzijde. bovenkant
Ventraal
Buikzijde. onderkant
Bio-gedragssynchronisatie
De afstemming van lichaam en gedrag tussen ouder en kind. zorgt voor verbondenheid.
Hersensynchronisatie
De afstemming van hersenactiviteit. vooral in de prefrontale cortex. tussen twee mensen. Komt tot stand bij positieve gevoelens en oogcontact.
Bijnierschorssynchronisatie
De afstemming van cortisolproductie tussen mensen die elkaars stress waarnemen.
Epigenetica
het genetische materiaal tijdens het leven gewijzigd kan worden door externe omstandigheden zoals (extreme) honger. verwaarlozing of trauma.
Nervus vagus (L. > de zwervende zenuw)
Een craniale zenuw die zich naar verschillende organen vertakt en een cruciaal onderdeel vormt van het parasympatisch zenuwstelsel betrokken bij het reguleren van hartslag ademhaling en emotieregulatie.
Het beloningssysteem
Een complex hersenmechanisme dat gedrag zoals eten drinken en seks motiveert door positieve gevoelens te produceren waardoor dit gedrag wordt herhaald; het speelt een cruciale rol in overleving en wordt voornamelijk gereguleerd door neurotransmitters zoals dopamine
Mesolimbisch
Tussen kernen
Mesocorticaal
Tussen cortex
Sensorische/zintuiglijke geheugen
Ons geheugen voor recente zintuiglijke indrukken verbonden met zintuigreceptoren en de primaire cortex
Het kortetermijngeheugen/werkgeheugen
Tijdelijke opslagplaats van taak-relevante informatie in de hersenen; speelt vooral rol bij actieve denkprocessen. Bestaat uit een centrale uitvoerder en 2 slaafsystemen (het visuospatieel werkblad en de articulatorische lus).
Het visuospatieel werkblad
Slaafsysteem onderdeel van het werkgeheugen vooral voor visuele en spatiële informatie (=objecten in de ruimte)
De articulatorische lus
Slaafsysteem onderdeel van het werkgeheugen. Kan informatie dmv articulatorische herhaling vasthouden
De centrale uitvoerder
Onderdeel van het werkgeheugen. Heeft een selecterende coördinerende en aandachtscontrolerende taak en staat sterk in verbinding met de frontale cortex.
Het langetermijngeheugen
Hier wordt informatie voor lange tijd in de hersenen opgeslagen. Bestaat uit het semantische procedurele en episodische geheugen.
Het semantische geheugen
Bevat alles wat je met woorden kunt beschrijven. Feitenkennis en begrippen.
Het procedurele geheugen
Bevat handelingen zoals fietsen en veters strikken... Het vermogen te weten hoe bepaalde handelingen dienen te worden verricht.
Het episodische geheugen
Bevat herinneringen aan gebeurtenissen die je zelf beleefd hebt. Autobiografisch geheugen levensverhaal
Anterograde amnesie
Het onvermogen om nieuwe bewuste herinneringen te vormen terwijl oudere herinneringen vaak intact blijven
Impliciet geheugen
Wordt zonder dat je erbij nadenkt geactiveerd. Het omvat alle dingen die je elke dag gebruikt zonder dat je erbij nadenkt.
Expliciet geheugen
Bevat eerder opgeslagen informatie die je ook bewust kan ophalen zoals feiten indrukken gebeurtenissen, ...
Het kwetsbaarheid-stressmodel
Psychiatrische aandoening kan begrepen worden als resultaat van complex samenspel tussen erfelijke, biologische kwetsbaarheid en multiple stressfactoren. Verklaart waarom sommige mensen (onder invloed van stressfactoren) ziek worden en zegt waarom andere ook na extreme stressfactoren niet ziek worden.
Biologische kwetsbaarheid
Iemand is door specifieke combinatie van genetische variaties vatbaarder voor ontstaan bepaalde stoornis.
Cortisol
Zorgt ervoor dat het lichaam zich klaarmaakt om een stressvolle situatie het hoofd te bieden. Bloeddruk en hartritme verhogen en er wordt energie in de vorm van bloedsuiker vrijgemaakt.
HHB-as
= hypothalamus-hypofyse-bijnier-schors-as is een systeem dat bij acute stress wordt geactiveerd, waarbij de hypothalamus en hypofyse hormonen afgeven die de bijnierschors stimuleren om cortisol te produceren, wat het lichaam voorbereidt op stress.
Episode sensitization
het doormaken van een ziekte-episode vergroot de gevoeligheid voor een nieuwe episode
Stress sensitization
het fenomeen waarbij een aandoening aanvankelijk sterk reageert op stressfactoren maar later onafhankelijk van stress lijkt te evolueren en een eigen dynamiek ontwikkelt.
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)
een aandoening gekenmerkt door aanhoudende problemen met aandacht hyperactiviteit en impulsiviteit die aanzienlijke beperkingen in functioneren veroorzaken
Compenserende strategieën
technieken die mensen gebruiken om de impact van hun beperkingen of uitdagingen te verminderen
Prevalentie
Het aantal 'zieken' in een populatie op een gegeven moment
Gedragsdiagnose
De hulpverlener baseert zich op waarneembare kenmerken in gedrag als hij een diagnose stelt
Neuropsychologische theorieën
Combineren inzichten uit genetica neurobiologie en omgevingsinvloeden om stoornis en behandeling te begrijpen en sturen
EF-training (executive function training)
Executieve functies verbeteren door gestructureerde oefeningen en strategieën
Executive functions
Uitvoerende functies. Cognitieve processen die verantwoordelijk zijn voor zelfregulatie, plannen, organisatie en impulsbeheersing
Depressie
Bij depressie heb je last van één van de volgende 2 belangrijke verschijnselen, gedurende minimaal 2 weken:
Klinische depressie
Ernstige vorm van depressie. Langdurige periodes van diepe droefheid, verlies interesse in dagelijkse activiteiten en gevoel van hopeloosheid
Seizoensgebonden depressie
In herst of winter. Verandering in stemming en energieniveau, die samenvallen met seizoensveranderingen
Postnatale depressie
Na bevalling. Door hormonale schommelingen die schildklier ontregelen, door tekort aan vitamines en mineralen tijdens zwangerschap
Psychotische depressie
Kunnen voortkomen uit ernstige depressieve stoornissen, gekenmerkt door somberheid én hallucinaties, waanideeën
Schuldgevoelens
geloven dat je arm bent, idee dat je niet meer leeft (= waanideeën)
Depressie bij mensen met bipolaire stoornis
= manisch depressief. Extreme stemmingswisselingen variërend van diepe depressie tot overdreven enthousiasme
Dysthymie
Mildere vorm van depressie langdurig gebrek aan plezier en voldoening aanwezig in leven. Periodes symptomen minder uitgesproken, maar gevoelens van milde neerslachtigheid en gebrek aan plezier keren terug binnen enkele maanden
Anhedonie
Onvermogen om plezier te ervaren
Wicked problem
het heeft geen éénduidige definitie of éénduidige oplossing
Melatonine
Hormoon dat zegt dat het tijd is om te gaan slapen